ECLI:NL:HR:2010:BK2094
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bewijsvoering bij bedreiging met een mes en de toepassing van art. 342.2 Sv
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 januari 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte was veroordeeld voor bedreiging met een mes, waarbij hij op 3 september 2006 in Burgum de aangever had bedreigd met de woorden 'I kill you'. De Hoge Raad beoordeelde of de bewezenverklaring van het feit voldoende steun vond in ander bewijsmateriaal, in het licht van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), dat stelt dat een verklaring van één getuige niet voldoende kan zijn voor een bewezenverklaring. De Hoge Raad oordeelde dat de verklaring van de aangever voldoende steun vond in andere bewijsmiddelen, zoals proces-verbaal van de politie en verklaringen van opsporingsambtenaren. De Hoge Raad concludeerde dat er geen sprake was van schending van artikel 342, tweede lid, Sv, en dat het verband tussen de verklaring van de aangever en het overige bewijsmateriaal duidelijk was. Tevens werd opgemerkt dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, maar dat dit geen rechtsgevolg met zich meebracht. De Hoge Raad verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het cassatieberoep voor het onder 3 tenlastegelegde feit en verwierp het beroep voor het overige.