4.2.Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
1. De verklaring van de getuige [betrokkene 1] ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover deze -zakelijk weergegeven - inhoudt:
In de avond van 29 oktober 1993 ben ik naar [betrokkene 2] in Etten-Leur gegaan. Er werd op het raam geklopt. Ik ging naar de voordeur en ik zag dat [verdachte] daar stond. Ik hoorde dat [verdachte] tegen me zei dat ik mee moest komen. Ik was bang voor [verdachte] . Ik liep dus met [verdachte] mee. [verdachte] liep naar een auto toe. Het was een klein model auto met twee portieren. Ik zag dat [betrokkene 3] op de bijrijdersstoel zat. Mij werd gezegd in de auto te stappen. Ik ben ingestapt en kwam achterin te zitten. De auto had maar twee portieren, dus toen de twee voorstoelen bezet waren door [betrokkene 3] en door [verdachte] , kon ik er niet meer uit. Ik moest wel mee. [verdachte] zat achter het stuur en reed weg.
Tijdens die autorit ben ik door [betrokkene 3] geslagen. Ik zag dat we naar de woning van [betrokkene 3] in de [a-straat] te Breda reden. Voor de woning van [betrokkene 3] stopte de auto. Ik zag dat [betrokkene 3] uitstapte. Ik hoorde dat [verdachte] nog tegen hem riep dat hij een handdoek of iets dergelijks mee moest brengen.
Aanvankelijk bleef [verdachte] in de auto zitten. Ik durfde op dat moment niet uit te stappen. Op een gegeven moment is [verdachte] ook uitgestapt. Hij bleef echter naast de auto staan. Ik voelde dat ik niet de benen kon nemen, omdat ze me dan achterna zouden komen. Ik was van beide personen bang. Naderhand heb ik toch geprobeerd uit te stappen. Op dat moment zat [betrokkene 3] in de auto en hij verhinderde dat.
Toen [betrokkene 3] en [verdachte] weer waren ingestapt, zijn we verder gereden. Op een gegeven moment werd de auto stilgezet. De achterklep van de auto werd omhoog gedaan. Ik zat nog steeds op de achterbank. [verdachte] bond -achter de auto staande- een opgerolde doek voor mijn ogen en knoopte die doek achter mijn hoofd. Vervolgens zeiden ze beiden dat ik me moest bukken en mijn hoofd tussen mijn knieën moest houden. Ik mocht niet meer rechtop gaan zitten. [betrokkene 3] drukte zelfs met zijn hand mijn hoofd naar beneden.
We reden verder.
Ik hoorde dat [verdachte] in die tijd tegen mij zei dat ik dit aan me zelf te danken had. Hij zei ook dat, als ik gewoon betaald had, ik geen problemen zou hebben gekregen.
Toen stopte de auto en ik moest uitstappen. Ik was geblinddoekt. Ik trachtte de blinddoek naar beneden te doen. [verdachte] zei dat ik mijn handen naar beneden moest doen. Ik moest recht vooruit lopen. Ik hoorde dat er een deur werd geopend. Naar mijn mening was het een garagedeur. [verdachte] nam me mee naar binnen en de deur werd gesloten.
In de garage moest ik aanvankelijk blijven staan. Ik was toen nog geblinddoekt. Op een gegeven moment werd er papier rond mijn hoofd gedraaid. Daaroverheen werd de blinddoek weer vastgeknoopt. Ik was op dat moment erg bang en vreesde voor mijn leven. Ik hoorde [verdachte] zeggen dat ik mijn broek los moest maken en mijn schoenen uit moest doen. Ik heb mijn schoenen uitgedaan en ik heb de knoop van mijn broek losgemaakt.
Ik moest mijn handen naar voren doen en de polsen tegen elkaar houden. Er werd een touw tussen mijn polsen door gedaan en om mijn handen heen gedraaid. Op diverse plaatsen en diverse malen werd het touw vastgeknoopt. Ik kon niet zien wie me op die manier vastbond, maar ik weet zeker dat [verdachte] dat deed. Hij zei er iets bij. Ik kon derhalve horen dat het [verdachte] was. Ik moest op mijn rechterzij op de grond gaan liggen. Ik lag daar met ontbloot onderlichaam. Ik moest op mijn zij blijven liggen. Toen bond [verdachte] met een touw mijn voeten vast terwijl ik op mijn zij lag en trok vervolgens mijn voeten omhoog. Terwijl ik op de grond werd gedrukt met een knie welke op mijn heup werd gezet, voelde ik dat [verdachte] daarna een voorwerp van achteren in mijn anus drukte. Het moet [verdachte] zijn geweest, want er was verder niemand. Ik had de indruk dat het een ijzeren staaf betrof, een soort wielsleutel. Ik voelde dat hij met dat voorwerp op en neer en heen en weer ging, terwijl dat voorwerp zich in mijn anus bevond. Ik hoorde dat [verdachte] daarbij zei: "Wij zijn groter dan je denkt". Ik ondervond hiervan veel pijn.
Ondertussen wist ik mijn handen los te maken en kon ik de polsen van [verdachte] vastpakken en wegdrukken. Ik kon hierbij met mijn lichaam zo manoeuvreren dat het voorwerp uit mijn anus geraakte. Ik zei dat [verdachte] mij met rust moest laten. Ik hoorde dat [verdachte] toen zei: "Je denkt zeker dat je met kleine jongens te doen hebt.
Op een gegeven moment werd ik aan mijn voeten nog verder omhoog getrokken. Ik werd omhoog getrokken tot ik zowat hing. Alleen mijn schouders raakten de grond nog. Er werd een touw enkele malen om mijn nek en om mijn handen gedraaid. Toen werd ik nogmaals een kwart slag gedraaid waardoor ik weer op mijn rechter zij werd gelegd. Ik voelde dat opnieuw een voorwerp in mijn anus werd gestopt. Het betrof een scherp voorwerp met scherpe kanten. Ik voelde dat ook dit voorwerp een paar maal op en neer en heen en weer werd bewogen. Ik heb toen gekermd van de pijn. Op dat moment hoorde ik heel zachtjes een stem die volgens mij van [betrokkene 3] was. Die stem kwam van ver weg.
Vervolgens hebben ze mij zo vastgebonden laten hangen.
Toen [verdachte] en [betrokkene 3] weg waren, heb ik mezelf kunnen bevrijden. Ik kwam toen tot de ontdekking dat ik in de garagebox van [betrokkene 3] was.
Ik zag dat de garagedeur was afgesloten.
Ik heb me onder doktersbehandeling gesteld.
2. De verklaring van de getuige [betrokkene 3] ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover deze -zakelijk weergegeven - inhoudt:
Op de avond van 29 oktober 1993 besloten [verdachte] en ik om naar Etten-Leur te gaan om te kijken of we geld los konden krijgen van [betrokkene 1] . [verdachte] en ik hadden mijn auto meegenomen. [verdachte] bestuurde de auto.
Op een gegeven moment zijn [verdachte] en ik -zoals we tevoren hadden afgesproken- in Etten-Leur naar de woning gereden waar [betrokkene 1] op die avond verbleef. [verdachte] heeft bij de woning aangeklopt of aangebeld.
Ik zag dat [betrokkene 1] uit de woning kwam en in de auto stapte. We zijn toen naar mijn woning gereden. Uit mijn woning hebben we een handdoek en een rol wc-papier gehaald. We zijn weggereden bij mijn woning.
Op een gegeven moment is de handdoek als een soort blinddoek om het hoofd van [betrokkene 1] gedaan. Dat is door [verdachte] gedaan.
Daarna zijn we doorgereden naar mijn garagebox aan de [b-straat].
Mijn garagebox was afgesloten. De sleutels van de garagebox zaten aan de sleutelbos bij de autosleutels. De deur van die garagebox is geopend.
[betrokkene 1] en [verdachte] zijn samen in de garagebox gegaan. Ik ben later de garagebox ingelopen. Ik zag [betrokkene 1] daar half hangen met zijn benen een stukje van de grond. Ik zag dat hij was vastgebonden aan een of twee voeten. Ik zag dat het onderlijf van [betrokkene 1] was ontbloot. Hierop zag ik dat [verdachte] een stuk ijzer dat in de garage lag, oppakte en dit met kracht van achteren bij [betrokkene 1] in zijn anus stak. Ik hoorde dat [betrokkene 1] krijste.
Vervolgens zag ik dat [verdachte] een schroevedraaier pakte en deze ook met kracht in de anus van [betrokkene 1] stak. Ik hoorde dat [betrokkene 1] hierbij hard "au" krijste.
Daarna hebben [verdachte] en ik de garagebox verlaten. Wij lieten [betrokkene 1] vastgebonden in de garagebox achter. [verdachte] liep nog een keer terug naar binnen.
Toen [verdachte] weer uit de garagebox kwam, deed hij de deur op slot. Daarna zijn wij weggereden. Bij zijn woning is [verdachte] uit de auto gestapt. Ikzelf ben toen achter het stuur van mijn auto gaan zitten en ik ben vervolgens doorgereden naar mijn eigen woning.
Ik heb de auto voor de deur van mijn woning geparkeerd en ik ben naar binnen gegaan. In de woning heb ik aan mijn vrouw verteld wat er met [betrokkene 1] was voorgevallen.
3. De verklaring van de getuige [getuige] , echtgenote van [betrokkene 3] ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover deze -zakelijk weergegeven - inhoudt:
Op 29 oktober 1993 kwam de hier ter terechtzitting als verdachte aanwezige [verdachte] bij ons in de woning. Hij zou gaan stappen met mijn man. Mijn man en [verdachte] zijn samen weggegaan.
Rond een uur of een die nacht lag ik in bed in onze woning. Ik hoorde toen iemand binnen komen. Ik ben naar beneden gegaan en ik zag [betrokkene 3] , mijn echtgenoot. Daarna zag ik [verdachte] . [betrokkene 3] is vervolgens weer weggegaan en ik hoorde een auto wegrijden. Om een uur of drie die nacht werd ik opnieuw wakker omdat ik de voordeur van onze woning open hoorde gaan. Ik ben toen weer naar beneden gelopen. Ik zag [betrokkene 3] .
[betrokkene 3] bleef maar in de huiskamer ijsberen. Ik besefte dat er iets niet in orde moest zijn. Ik heb er bij [betrokkene 3] op aangedrongen, dat hij het mij zou vertellen. Aanvankelijk durfde [betrokkene 3] dat niet. Hij zei dat hij zich zo schaamde en dat hij flink geschokt was. Toen vertelde [betrokkene 3] mij dat hij samen met [verdachte] en [betrokkene 1] naar de garagebox was gegaan. [verdachte] had [betrokkene 1] meegenomen in de garagebox. [betrokkene 3] had buiten gewacht. Toen het te lang duurde was [betrokkene 3] in de garagebox gaan kijken. [betrokkene 3] vertelde verder dat hij, toen hij in de garagebox was aangekomen, zag dat [betrokkene 1] was vastgebonden, dat hij een stukje boven de grond hing en dat zijn onderlichaam ontkleed was. [betrokkene 3] vertelde ook dat hij daar hevig van geschrokken was. [betrokkene 3] vertelde bovendien dat hij had gezien dat [verdachte] eerst een soort krik en daarna een schroevedraaier in de anus van [betrokkene 1] had gestoken.
4. Een formulier medische informatie, d.d. 30 oktober 1993, opgemaakt door [betrokkene 4] , geneeskundige bij de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst van het Stadsgewest te Breda -welk formulier als bijlage is gevoegd bij proces-verbaal nummer 30/10/1993-34-1-0, voor zover dit -zakelijk weergegeven- inhoudt:
Bij [betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum] 1960, te [geboorteplaats] , die op 30 oktober 1993 betrokken is geweest bij een wederrechtelijke vrijheidsberoving, heb ik de navolgende letsels waargenomen:
- schaafverwondingen hand;
- meerdere striemen aan buitenzijde linkerenkel en rechteronderbeen;
- rondom anus en in de anus bloeduitstortingen en verwondingen van het slijmvlies.
4. Een proces-verbaal, nummer 30/10/1993-34-1-24, d.d. 5 november 1993, op ambtseed opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , respectievelijk brigadier en hoofdagent, beiden van gemeentepolitie Etten-Leur, voor zover dat -zakelijk weergegeven- inhoudt:
- als de op 5 november 1993 afgelegde verklaring van [betrokkene 3] aan verbalisanten voornoemd:
Toen [betrokkene 1] in de nacht van 29 op 30 oktober 1993 bij mij en [verdachte] in Etten Leur in de auto was gestapt, zijn wij aldaar weggereden. Halverwege de straat heb ik mij omgedraaid en vroeg aan [betrokkene 1] waar mijn geld bleef. Hij vertelde mij dat hij geen geld had en mij dus niet kon betalen. Hierop heb ik hem enkele klappen gegeven.
Bij de garagebox gekomen, zijn [verdachte] en ik uitgestapt. [verdachte] opende de garage. Vervolgens pakte hij [betrokkene 1] bij een van zijn armen vast en liep met hem de garage in. Ik ben ook de garage ingegaan. Ik zag dat [verdachte] een touw pakte dat in de garage lag. [verdachte] bond de benen van [betrokkene 1] vast.