Het eerste middel en de bespreking daarvan
Het middel
4. Het eerste middel behelst de klacht dat zowel de verwerping van het verweer van de verdediging dat onvoldoende steunbewijs voor de verklaring van aangeefster bestaat, als de bewezenverklaring onvoldoende met redenen is omkleed.
Bewezenverklaring, bewijsmiddelen en bewijsoverweging
5. Ten laste van de verdachte heeft het hof bewezenverklaard dat:
“hij meermalen, in de periode van 01 januari 2014 tot en met 09 oktober 2014 te [plaats], met [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1998, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], immers heeft hij, verdachte, telkens:
- zijn penis in de vagina en/of mond van die [slachtoffer] gebracht en/of
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of
- de borsten van die [slachtoffer] betast.”
6. Het hof heeft deze bewezenverklaring doen steunen op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 18 mei 2016 (pagina’s 65-81, Kythera 2), inhoudende - zakelijk weergegeven - de afgelegde verklaring van aangeefster [slachtoffer];
(pagina 66)
V: Probeer eens in een paar zinnen te zeggen waar je aangifte van doet, dan gaan we daar straks verder op in.
A: Ik doe aangifte tegen [verdachte] omdat hij mij verkracht heeft.
V: In welke periode is dat gebeurd met [verdachte]?
A: 2014/2015 zoiets.
V: Waar is het gebeurd?
A: Bij [verdachte] thuis waar hij toen woonde.
V: In welke plaats?
A: [plaats].
V: We begrijpen goed dat [verdachte] ergens anders woont?
A: Hij woont een paar meter van zijn oude huis vandaan. Het is achter het café [A] in [plaats]. V: Zit de Griek er nog in?
A: Ja, [B]
(pagina 67)
V: wanneer heb je verkering gekregen met [betrokkene 1]? (
hof: [betrokkene 1])
A: 25 mei 2014.
(pagina 69)
V: Wie is [verdachte]?
A: Ik ken hem via [betrokkene 2].
(pagina 70)
V: Probeer eens zo goed mogelijk te beschrijven hoe het bij [verdachte] binnen eruit ziet, de plaats waar het gebeurd is.
A: Hoe het er toen uitzag? Zijn bed was heel hoog. Volgens mij allemaal matrassen op elkaar. Als je van de gang naar de woonkamer/keuken liep, want die zit in één ruimte, dan zat rechts meteen de keuken. Links zat een raam. Als je daar doorliep dan stond er een zwarte hoekbank. Er stond een salontafel van glas. Tegenover de bank stond een hele grote tv.
V: Waar stond zijn bed?
A: Volgens mij allemaal matrassen op elkaar in een ander kamertje.
V: Hoe kwam je bij het kamertje?
A: Als je de keuken en de woonkamer uitliep dan kwam je in een halletje en daar was een kamertje en daar lagen al die matrassen.
V: Heb je daarbinnen nog iets gezien buiten het meubilair wat bijzonder is aan plafond, vloer of anders?
A: Eigenlijk niet echt. Als je de keuken inliep daar had je eerst een raam. Daar stond altijd een asbak buiten. Ik weet niet of die er nog staat.
V: Welke kleur was het daarbinnen geschilderd?
A: Wit.
V: Wat voor kleur hadden de keukenkastjes?
A: Weet ik niet maar het aanrechtblad was zwart.
V: Hoe ziet het aanrecht eraan?
A: Het aanrecht zit tegen de muur en die loopt om de hoek verder.
V: Waar zit de wasbak?
A: Tegen de muur. Volgens mij was het maar één en die was vierkant.
O: We laten [slachtoffer] even een plattegrond van de keuken en woonkamer tekenen op een blanco vel A-4. Ze vertelt dat de keuken en de kamer beiden één ruimte maakten. Ze tekent ook het aanrecht die in een 0- vorm is gemaakt. Verder tekent ze de hoekbank, (pagina 71) de salontafel en de tv. [slachtoffer] verklaart dat de ramen aan in de woning liggen aan de zijde van [C]. Als je erdoor naar links keek dan zag je café [A]. Het raam bestond uit 3 delen. De buitenste twee delen konden worden geopend. Misschien is het middelste deel een balk en geen raam. Dat weet ze niet zeker. Bij die ramen kon je roken. Meestal deed zij dat. Ze verklaart dat er maar één raam in de woonkamer en keuken aanwezig is.
V: Weet je hoe de slaapkamer eruitziet?
A: Ja er was een wastafeltje en verder was het bed met allemaal matrassen op elkaar.
V: Kun je iets vertellen van het wastafeltje, hoeveel kranen zaten erop?
A: Er zat één kraan op.
V: Wat voor kleur was de wasbak?
A: Wit.
V: Kon je koud of warm water pakken bij de kraan?
A: Allebei.
V: Hoe zag het eruit onder de wasbak. Soms zit er een kastje en soms zie je leidingen lopen?
A: Je kon de buizen zien.
V: In welke kamer is het gebeurd?
A: In het woongedeelte bij de bank.
V: Bij of op de bank?
A: Op.
V: Hoe weetje of er warm en koud water op de wastafel zat op de slaapkamer?
A: Allebei, er zaten 2 knoppen aan de kraan.
V: Ben je wel eens in de slaapkamer geweest?
A: Eén keer.
V: Wat heb je daar toen gedaan?
A: We hebben daar één keer seks gehad.
V: Maak eens een tekening van de indeling van de slaapkamer?
A: De deur staat een beetje raar.
O: [slachtoffer] vertelt dat de deur in de slaapkamer een beetje raar staat. Ze vertelt dat ze denkt dat er een kast stond naast de wasbak maar ze weet dat niet zeker. Ze tekent daarbij op een A-4 die ze krijgt, hoe alles in de slaapkamer staat.
(pagina 72)
A: Het bed was heel hoog. Het was hoger dan de tafel hier waar we nu zitten. Ik moest er echt opklimmen.
V: Wat is de maat van het bed?
A: Het is een tweepersoonsbed.
A: Toen ik van het toilet af kwam heb ik samen met jou [betrokkene 3] op een plattegrond gekeken. Toen zag ik dat de straat waar het gebeurd is en waar [verdachte] toen woonde, de [a-straat] is.
V: Als ik dat zo lees dan is er in de woning waar jij over vertelde dat [verdachte] woonde maar één raam. Klopt dat?
A: Ja dat klopt. Het is ook een oude vrouwengevangenis wat nu gedeeltes worden verhuurd als appartementen. (pagina 73)
V: Vertel maar.
A: Ja ik moest me eigen uitkleden. [verdachte] kleedde zich dan ook uit. Dan moest ik meekomen naar de bank. Dan moest ik hem vaak eerst pijpen. Daarna neukte hij me.
V: Hoe lang ben je de 1e keer binnen geweest?
A: 20 minuten tot een half uur.
V: Waardoor stopte het de eerste keer?
A: Toen was hij klaargekomen.
V: Hoe vaak is hij klaargekomen de 1e keer?
A: Eén keer.
V: Waardoor stopte het de tweede keer?
A: Ook omdat hij klaar was gekomen.
V: Wat kun je vertellen over het gebruik van voorbehoedsmiddelen?
A: Ik gebruik alleen de pil. Verder heeft hij niks gebruikt.
(pagina 74)
V: Jij verklaarde in oktober 2015 dat je heel raar moest lopen via een restaurant. Wat voor restaurant was dat?
A: Het Grieks restaurant [B].
V: Leg eens uit hoe je dan moest lopen?
A: Je moest de glazen deur van het restaurant inlopen. Dan moest je rechts een witte deur door. Daar liep je dan een trap op. Dan kwam je uit op een gang. Als je de trap op moest dan ging je daarna naar rechts. Daar was weer een trap op en dan kwam je uit bij [verdachte].
V: Hoe wist je dat je zo moest lopen?
A: Dat had hij gestuurd via de app.
V: Hoe hield jij contact daarna met [verdachte] of hij met jou?
A: Via de app.
V: Wat voor berichtje stuurde hij jou?
A: Dat het lekker was. Zoiets stuurde hij alleen maar.
(pagina 75)
V: Hoe wist je dat je jezelf uit moest kleden?
A: Dat had hij gezegd.
A: Hij zei dat ik naast hem moest komen zitten en dat ik hem moest pijpen.
V: Toen je jezelf uitkleedde. Wat dacht je toen dat er ging gebeuren?
A: Dat hij seks wou.
V: Hoe vond je dat?
A: Raar. Ik had geen relatie met hem.
A: We lagen op de bank.
V: In welke positie?
A: Op de zij.
V: Hoe moet ik dat zien, hoe naar elkaar toe?
A: Ik met de rug naar hem toe zeg maar.
V: Hoe lag [verdachte]?
A: [verdachte] lag met zijn gezicht naar mij toe.
V: En toen, wat gebeurde er toen?
A: Ging hij mij neuken en toen kwam hij klaar zeg maar en toen kon ik gaan.
V: Waar neukte hij jou?
A: In mijn vagina.
(pagina 76)
V: Waar kwam hij klaar?
A: Op zijn buik.
V: Wat zei hij dan tegen jou, hoe wist je dat mocht gaan?
A: Hij zei dat hij zo weg moest. Toen ging hij zich aankleden en ik dus ook. Hij zei dat niemand ons samen mocht zien.
(pagina 77)
V: Vertel eens hoe het de tweede keer ging?
A: Eigenlijk hetzelfde. Eigenlijk is het nooit anders gegaan.
V: En die keer op de slaapkamer dan?
A: Toen was het eigenlijk ook hetzelfde standje.
V: Hoe kwam het dan dat het in de slaapkamer gebeurde?
A: Hij vroeg of ik meeliep naar de slaapkamer.
V: Hoe wist je dat je naar hem toe moest of waarom ging je naar hem toe?
A: Dan zei hij dan via de app.
V: Hoe vaak heb je totaal [verdachte] moeten pijpen?
A: Tussen de 8 en de 10 keer.
V: Hoe vaak ben je bij [verdachte] geweest?
A: 8 tot 10 keer maar ik weet het niet precies.
V: En neuken, hoe vaak is dat gebeurd?
A: Ook al die keren.
V: Waardoor is het gestopt?
A: Op een gegeven moment heb ik de app van hem geblokt. Ik wilde niet meer reageren op zijn appjes. [betrokkene 1] heeft ook één keer zo’n berichtje gezien.
(pagina 79)
V: Wat kun je vertellen over de aanrakingen van [verdachte] bij jou op plaatsen die jij niet wilde?
A: Eigenlijk raakte hij me verder alleen aan bij mijn borsten.
V: Hoe raakte hij je borsten aan?
A: Die pakte hij vast.
(pagina 80)
V: Bij die vraag moet ik aan vingeren denken. Weet jij wat vingeren is?
A: Ja, met de vingers in de vagina. Ja, dat heeft hij wel....
V: Wat bedoel je precies?
A: Hij heeft zijn vingers in mijn vagina gedaan.
V: Hoe vaak is dat gebeurd?
A: Niet zo vaak, een of twee keer.
V: Als je denkt aan de periode dat het begon met [verdachte], kun je dan bedenken op welke school je zat?
A: Toen zat ik al op [D]. Ik was toen 15 of 16 jaar. Het was begonnen in de laatste klas van deze middelbare school. Ik deed daar VMBO. Ik zit nu in het eerste jaar van het ROC. In het begin van dit eerste jaar heb ik nog seks gehad met [verdachte].
2. Akte van geboorte van [slachtoffer] (pagina 83, Kythera 2);
KIND
Geslachtsnaam: [slachtoffer]
Voornamen: [slachtoffer]
Dag van geboorte: [geboortedatum]-1998
[geboortedatum] negentienhonderd achtennegentig
Geslacht: F
(vrouwelijk)
3. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 24 februari 2016 (pagina’s 36-47, Kythera 2), inhoudende - zakelijk weergegeven - de afgelegde verklaring van de verdachte;
(pagina 38)
V: Heb je bij een restaurant gewoond?
A: Dat klopt. Ik heb bij een restaurant gewoond voordat ik in detentie ging. Ik heb toen de huur opgezegd anders moest ik 6 maanden huur betalen en dat is natuurlijk veel geld.
V: Wat voor adres is dat?
A: [a-straat 1] in [plaats].
V: Hoe ziet die woning eruit?
A: Het is een tweekamerwoning.
V: Als ik bij je op bezoek zou komen, hoe kom ik dan bij jou binnen op dat adres?
A: De ingang van het restaurant en dan moet je een deur door, die staat meestal open. Daar kun je dan naar boven gelopen. Je kan ook via.de tuin, dan kom je achter op het balkon uit bij deze kamer.
4. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 september 2016 (pagina’s 88 - 90), inhoudende - zakelijk weergegeven - het relaas van de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2];
(pagina 88)
In de aangifte geeft [slachtoffer] een beschrijving van de plaats van het delict. Verder kan [slachtoffer] op een landkaart aanwijzen dat de locatie [a-straat] in [plaats] is. Ze verklaart gedetailleerd over de indeling en inrichting van het betreffende pand.
[slachtoffer] heeft op verzoek van ons verbalisanten, zelf een foto gemaakt van het betreffende pand en verzonden naar ons verbalisanten, om misverstanden te voorkomen. [slachtoffer] geeft dan aan achter welk raam de seksuele misdrijven zouden hebben plaatsgevonden. Dit blijkt dan [a-straat 1] in [plaats] te zijn.
Om te verifiëren of het klopt wat [slachtoffer] in de aangifte verklaart over de plaats delict, zijn wij verbalisanten op dinsdag 2 augustus 20.16, samen met de wijkagent van [plaats], collega [verbalisant 3], naar de laatstgenoemde locatie gegaan. Collega [verbalisant 3] belde buiten voor het pand, naar een bewoner in het pand, die voor ons de deur openmaakte.
Woonkamer/keuken
Via-de buitendeur kwam je in een halletje dat rechtdoor toegang gaf tot het Grieks restaurant. Rechts in het halletje, was een deur zonder deurkruk. Deze deur werd van binnenuit geopend door een bewoner aldaar. Meteen links was de trap gesitueerd. Boven op de eerste verdieping was een gang parallel aan de achterzijde van het pand met enkele deuren. Rechts aan het einde van deze gang was weer een trap gesitueerd naar de tweede verdieping. Bovenaan deze trap gaf het kleine halletje rechts toegang tot de woonkamer/keuken gedeelte en links was een deur naar de slaapkamer van dit woongedeelte. Aan de achterzijde van dit halletje was kastruimte gemaakt. Rechts in het woon/keukendeel zagen wij dat dit gedeelte niet bewoond werd en nagenoeg leeg was, dat er meteen links 3 ramen waren in een zogenaamde dakkapel en (pagina 89) links een keukenblok. Dit komt overeen met wat [slachtoffer] in de aangifte verklaart op blad 6. Collega [verbalisant 3] verklaarde dat hier [verdachte] heeft gewoond.
[slachtoffer] verklaart dat als je de keuken inliep daar had je eerst een raam. Daar stond altijd een asbak buiten. Ik weet niet of die er nog staat. Wij verbalisanten zagen de asbak staan op de door [slachtoffer] beschreven locatie. Vanaf de straat buiten voor het pand hebben wij verbalisanten de asbak niet kunnen waarnemen.
De grote tv waar [slachtoffer] in de aangifte over verklaart stond er niet meer. Wel zagen wij op die plaats een tv-aansluiting.
[slachtoffer] verklaart dat het keukenblok om de hoek loopt. Dit bleek nu echter niet meer het geval te zijn. Wel zagen wij diepe pootafdrukken in het zeil, op de plaats waar mogelijk het keukenblok of zoiets dergelijks, heeft doorgelopen.
[slachtoffer] verklaart dat zowel de muren als het plafond wit waren geverfd. Dit komt overeen met wat wij verbalisanten ter plaatse zagen.
Verder zagen wij een vierkante wasbak in het keukenblok wat overeenkomt met wat [slachtoffer] verklaart. [slachtoffer] verklaart in haar aangifte dat het raam aan de voorzijde in de keuken/woonkamer uit drie delen bestaat. Dit raam wat uitzicht geeft links op het café [A]. [slachtoffer] verklaart dat de buitenste delen van het raam konden worden geopend. Wij verbalisanten zagen dat dit ook het geval bleek te zijn in het raam, beschreven als hierboven omschreven in de dakkapel. Aan de overzijde in de keuken was ook een raam.
Slaapkamer
[slachtoffer] verklaart dat als je de woonkamer/keuken uitloopt dat je dan in een halletje kwam waar nog een kamer is. Daar staat een bed en een witte wasbak met 1 kraan met warm en koud water.
[slachtoffer] verklaart dat het 1 kraan is en twee knoppen aan de kraan, wij verbalisanten zagen dat dit ook overeenkwam in deze slaapkamer ter plaatse.
(pagina 90)
Deur staat raar
[slachtoffer] verklaart dat de deur van die kamer een beetje raar staat. Ze heeft ook een tekening gemaakt van de indeling van de slaapkamer. Wij verbalisanten zagen dat de indeling overeenkomt met de tekening. Verder zagen wij dat de toegangsdeur ongebruikelijk schuin staat in de hoek van de slaapkamer, zoals [slachtoffer] het heeft getekend tijdens de aangifte.
5. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 23 augustus 2016 (pagina’s 119 - 121), inhoudende - zakelijk weergegeven - de afgelegde verklaring van getuige [betrokkene 4];
(pagina 120)
Ik zal eens even kijken in de huurafrekeningen wie daar heeft gewoond. Ik zie staan dat er in 2014 ene [verdachte] heeft gewoond.
(pagina 121)
Ik krijg nu net een telefoontje van het KBS (Kamer Beheer Service) eigenaar [betrokkene 5], dat [verdachte] 1-12-2011 in dat pand is komen wonen en hij is op 31-10-2014 uitgelogd dus vertrokken bij ons”.
6. Het proces-verbaal van verhoor getuige [betrokkene 1] d.d. 16 februari 2016 (proces-verbaal gesloten op 19 februari 2016) (pagina 183) voor zover inhoudende;
[slachtoffer] heeft wel eens verteld dat zij afgesproken heeft met [verdachte]. [slachtoffer] heeft wel eens berichtjes aan mij laten zien dat hij haar aan het lastig vallen (was, hof) om af te spreken. Hij woont in [plaats] dicht bij het pand van café [A].”
7. Voorts heeft het hof ten aanzien van het bewijs het volgende overwogen:
“
I.De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.