5.2.De onder randnummer 3.3 weergegeven bewezenverklaringen berusten op de navolgende bewijsmiddelen:
“1. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 april 2016 van de politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2016098440-2. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 2 e.v.):
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Ik, verbalisant, ben werkzaam bij de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) en ben gecertificeerd tot het opnemen van informatieve gesprekken en aangiften ter zake mensenhandel.
Op 5 april 2016 bevond ik mij in de [a-straat] te
's-Gravenhage samen met een andere verbalisant. Dit betreft een zogenaamde raamprostitutiestraat. Via het geopende raam hadden wij verbaal contact met een dame die werkzaam was in het pand [a-straat 1]. Ik ken de vrouw ambtshalve als:
[slachtoffer 1], geboren [geboortedatum]-1994 te [geboorteplaats].
Op 5 april 2016 spraken wij, verbalisanten, met [slachtoffer 1] op haar werkkamer. Ze verklaarde kort samengevat :
- Dat ze van december 2013 tot februari 2015 heeft gewerkt in de prostitutie;
- Dat ze in die periode door haar verdiend geld af heeft moeten staan;
- Dat haar toenmalige vriend/pooier [verdachte] heet;
- Dat [verdachte] haar gedurende hun relatie vaak heeft mishandeld;
- Dat [slachtoffer 2] ook heeft gewerkt in de prostitutie voor [verdachte];
- Dat ze aangifte wil doen tegen [verdachte].
Betrokkene: [verdachte] (man), geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats]
2. Een proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 11 mei 2016 van de politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500- 2016098.440-3. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 5 e.v.):
Als de op genoemde datum afgelegde verklaring van
[slachtoffer 1]:
Ik heb [verdachte] leren kennen twee dagen nadat hij vrij kwam. Dat was volgens mij op 18 december 2013. Ik heb hem leren kennen in een seksclub, [A] in Nieuwegein. Ik ben op 25 november 2013 begonnen met werken in de prostitutie. Ik had niet zelf besloten om in de prostitutie te gaan, dat ging eigenlijk heel snel. Ik had een relatie met [betrokkene 7] en die begon over prostitutie. Ik vond het niet leuk, maar ik kon niet anders, ik moest. Als ik het niet zou doen, dan kreeg ik klappen.
Ik was aan het werk en raakte in gesprek met [verdachte]. Ik woonde bij een vriendin en hij woonde op het [b-straat 1] te [plaats]. We deden eigenlijk alles samen en hij vond het niet erg dat ik in de prostitutie werkte. Ik verdiende toen gemiddeld
€500-600 per dag. Ik werkte toen zes dagen per week. Dat jaar trapte hij mij met oud en nieuw voor het eerst. Ik kreeg een trap in mijn buik. Ondertussen woonden wij in zijn huis aan het [b-straat]. Ik moest gewoon elke dag al mijn geld afgeven. Dat ging een beetje geleidelijk. Hij zou gaan sparen en dan zouden we een eigen zaakje gaan beginnen. In het begin zag ik het geld ook nog wel, maar dat werd steeds minder. Eerst begon hij over die zaak en al snel als hij mij dan ophaalde van het werk, dan vroeg hij hoeveel ik had verdiend en dan moest ik dat ook wel gelijk geven. Ik vond het heel raar dat hij de eerste keer naar mijn geld vroeg. Hij was toen ook helemaal omgeslagen qua gedrag. Hij was in één keer heel hebberig.
Ik durfde geen nee te zeggen. Omdat hij mij ondertussen al een paar keer geslagen had durfde ik dus ook geen nee te zeggen. Hij heeft mij tot februari 2015 zo vaak geslagen dat ik het mij niet eens meer kan herinneren. Het ging wel drie of vier keer in de week mis. Af en toe sloeg hij mij of trapte hij mij. Ik had een keer een gekneusde knie, ik was een keer blauw op mijn heup, in mijn hand gestoken, een hersenschudding gehad, een keer op mijn voorhoofd een dikke bult, hij heeft mij een keer gewurgd (het hof begrijpt: handelingen verricht die geëigend zijn voor verwurging).
[slachtoffer 2] heeft ook een tijdje voor hem gewerkt. Die kwam ongeveer in februari 2014. Ik kende haar nog uit de tijd van Alphen aan den Rijn. Ik was vervolgens in Den Haag aan het werk en toen was zij daar ook. We gingen toen een keer wat drinken en toen heeft hij daar werk van gemaakt. Hij palmde haar in. Hij wilde dat ook [slachtoffer 2] voor hem ging werken in de prostitutie en dat hij zodoende nog meer geld kon verdienen.
Ik was bang, ik durfde niet weg. Ik wilde wel, maar wist niet hoe ik dat moest doen. [verdachte] bracht mijn geld naar zijn broer.
Ik heb het meeste voor hem gewerkt in de [a-straat 1] in Den Haag. Ik werkte zes dagen per week vanaf 17:30 uur tot 00:30 uur. Ik heb ook een periode gehad dat ik zowel op de dag als de avond werkte, om meer geld te verdienen. [verdachte] had dat bedacht.
3. Een proces-verbaal van verhoor, aangever [slachtoffer 1] d.d. 17 februari 2017 van de politie Eenheid Den Haag met proces-verbaalnummer 89 van het onderzoek Soepschildpad / DHRCC16005. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz . 254 e.v.):
Als de op genoemde datum afgelegde verklaring van
[slachtoffer 1]:
Toen ik [verdachte] leerde kennen werkte ik 2 à 3 dagen per week in de [a-straat]. Toen ik hem kende werkte ik een tijdje via internet en heb ik ook nog bij twee clubs gewerkt. Ik werkte toen 5 à 6 dagen in de week, op zijn initiatief. Toen ik [verdachte] leerde kennen, was ik eerst afstandelijk tegen hem. Ik ben toen een keer wat met hem gaan drinken. Een paar dagen later ben ik weer wat met hem gaan drinken. Toen ik helemaal dronken was, begon hij daarover. Hij maakte het heel mooi. We gaan samen een zaak openen. Ik dacht dat is wel mooi. We wilden een zonnestudio en een kapsalon openen. Aan het einde, toen ik weg wilde, vertelde hij dat hij een lounge had geopend. Hij had die zaak nog niet geopend, want hij moest nog dingen kopen.
[verdachte] spoorde altijd wel aan dat ik in de prostitutie ging werken. Hij werd een beetje boos op mij, zodat ik weer ging werken. Of wanneer ik te weinig werkte en verdiende. Dan ging je weer.
Ik ben na een week al gaan samenwonen met [verdachte] in [plaats]. Toen hij voor het eerst geld van me afpakte was gelijk al.
Anderhalf jaar lang heb ik alleen maar geslapen en gewerkt. Geen tijd voor andere dingen. Je bent helemaal kapot. Ik heb veel geblowd, alcohol om me staande te houden. Ik had geen zeggenschap over hoeveel en wanneer ik werkte. Ik ben er weleens tegenin gegaan, toen had ik een heel blauwe plek en een dikke knie. Hij bracht me altijd naar mijn werk en haalde me op. Hij was zwaar paranoïde. Hij was misschien bang dat er wat gebeurde.
[verdachte] wist wat ik op mijn werk verdiende, omdat hij me eigenlijk wel altijd om het half uur belde. Soms belde hij me sneller dan een half uur. Als ik niet opnam, wist hij genoeg. Hij zei dan altijd: "Gaan we vanavond drinken?" "Zes blikjes en zes klanten" zei hij dan, we wisten beiden wat we dan bedoelden.
Als ik te weinig had verdiend, was er ruzie. Als ik met 200-250 euro thuis zou komen, was hij ongelukkig. Zo rond de 500-600 was hij wel gelukkig. De kamerhuur was dan al betaald. Eigenlijk moest ik 12-14 klanten afwerken.
Ik heb niets van mijn verdiende geld achtergehouden voor [verdachte]. Alleen de laatste dag dat ik ben weggegaan heb ik geld meegenomen. Ik kon mijn verdiende geld nergens neerleggen. Hij was zelfs zo paranoia dat hij zelfs in mijn poes ging kijken.
Als ik ging werken, had [verdachte] een telefoon voor mij. Hij had die gekocht en kocht de prepaid kaarten.
[verdachte] isoleert je. Ik had nooit de kans ergens naartoe te gaan. En als je al eens met iemand afsprak, dan moest ik van hem weer werken en dan moest ik de afspraak weer afzeggen. Als je dat te vaak doet, dan gaan mensen afhaken en zo krijg je steeds minder contact met mensen.
Toen [slachtoffer 2] voor hem werkte, was hij meer bij haar en had ik meer vrijheid. Hij liet mij wat meer met rust. Met slaan bedoel ik: hij sloeg me nog wel, maar niet meer elke dag.
In verband met het voorval met [betrokkene 7] ben ik met [verdachte] en zijn moeder aan het politiebureau geweest.
4. Het proces-verbaal van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Den Haag van 17 juli 2017. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven-
als de op genoemde datum tegenover deze rechter-commissaris afgelegde verklaring van
[slachtoffer 1]:
Toen ik mij voorstelde aan [verdachte] in Club [A] stelde ik mij voor als [slachtoffer 1]. Hij kwam op mij af en zei toen dat hij mijn oom kende. Ik schrok daarvan.
De eerste twee, drie weken was de relatie met [verdachte] goed. Daarna werd het minder. Ik ontdekte eind februari/begin april dat [verdachte] iets met [slachtoffer 2] had, zo na een paar maanden. De angst voor [verdachte] ontstond met oud en nieuw 2013, toen ik net bij hem zat. Hij heeft mij toen in mijn buik geschopt en geslagen.
U vraagt mij wanneer ik dacht dat [slachtoffer 2] ook voor [verdachte] werkte. Op een gegeven moment kom je achter dingen. Wij waren toen in [B] in Rotterdam. Zij werd de hele tijd gebeld. Ik dacht toen dat het [verdachte] was. Zij had het er toen over om geld weg te leggen bij haar ouders, dat ze daar niet achter zouden komen. Zij had geen contact met anderen, dus het moest [verdachte] wel zijn. Dat was denk ik september/oktober 2014. [slachtoffer 2] wist dat [verdachte] geld van mij afpakte en mij mishandelde.
[verdachte] vond het wel normaal dat ik in de prostitutie werkte. Als ik zei dat ik wilde stoppen, zei hij: "Ja, maar we willen een zaak gaan openen, dus je moet nog heel even doorgaan, dan kan je stoppen." Hij zei dit al die maanden lang.
Als ik zei dat ik niet wilde werken, gaf hij mij een paar klappen en dan moest ik wel. Als ik aan het werk was, belde hij mij de hele tijd.
De eerste keer dat ik geld afstond aan [verdachte], was ten tijde van dat ik hem voor het eerst ontmoette. Ik had toen een klant bij Van der Valk en daarna ben ik nooit meer bij hem weggegaan. Ik heb hem de volgende dag toen wel geld gegeven. Hij wilde met mij samenwonen en we zouden al het geld bij elkaar leggen. Wij hadden dus samen een toekomstplan. De laatste keer dat ik geld afstond was eind februari/maart (het hof begrijpt: 2015) geweest, toen ik ben weggegaan.
Ik heb tegen het einde van de relatie ook wel dubbele shifts gedraaid. Dat was vanaf januari of zo ongeveer. Op een gegeven moment was dat regelmatig. Op een doordeweekse werkdag had ik gemiddeld 10, 11 klanten per dag. Als het mooi weer was, had ik wel 13, 14 klanten per dag.
[verdachte] bracht mij altijd naar Den Haag. Voor de dagelijkse dingen kreeg ik geld van [verdachte]. Ik heb een tijdje bij hem gewoond. Daarna heb ik een eigen kamer gehuurd. Ik hield weleens geld achter voor de huur.
Ik moest vrijwel meteen geld afstaan, maar in het begin was het nog niet zo dwingend. Later werd het dat wel. Wij wilden sparen voor een eigen zaak, een kapsalon openen met een zonnebank. Dat wilden wij beiden. Wij zijn een keer bij de Kanaalstraat gaan kijken voor een bedrijfsruimte, maar dat bleek een vriend van hem te zijn waar we gewoon op visite gingen. Op een gegeven moment ging het geld afstaan dwingender. Dat ging heel geleidelijk. Dat begon met dat hij mij ging slaan. Hij sloeg mij altijd omdat hij het ergens niet mee eens was. Ik was altijd bang. Ik gaf hem geld omdat ik bang was. Ik dacht dat hij geld wilde. Als ik het niet gaf, hadden we ruzie en dan sloeg hij mij. Als ik gewerkt had, kwam hij mij ophalen en vroeg hij hoeveel ik verdiend had die dag. Ik stond alles af wat ik verdiende. Als ik geld gaf, pakte ik het uit mijn portemonnee en gaf het aan hem.
[verdachte] heeft drie auto's gekocht van mijn geld. Dat is van mij of [slachtoffer 2]'s geld.
Ik denk dat [betrokkene 2] drie of vier keer heeft gezien dat ik blauwe plekken had. Ik vertelde haar wel van wie die plekken kwamen. Dat was altijd van [verdachte].
De verwonding aan mijn hand is ontstaan, doordat wij in de auto zaten en er was een discussie ontstaan. Hij wilde een pen in mijn oog prikken, maar ik hield mijn hand ervoor. Toen stak hij in de binnenkant van mijn hand. Ik mocht wel naar de huisarts gaan en ook toen ging er een vriend van hem mee naar binnen. Ik kon nergens heen.
U vraagt naar de tijd dat ik [verdachte] net kende, naar een telefoongesprek van 15 december 2013 om 00:47 uur (AH048), waarin [verdachte] mij vraagt: "Heeft ie genoeg betaald." U vraagt of hij vaker dit soort vragen stelde. Ja, maar altijd in een andere context. Bijvoorbeeld: hoeveel heb je gedronken, of met hoeveel mensen ik uit ging. Als ik zei dat ik met vier mensen uitging, dan betekende dat dat ik vier klanten had gehad. Dat vroeg hij dagelijks. Toen ik nog geen auto had, bracht hij mij weg en haalde hij mij op. Dat was dagelijks. In die periode heb ik ook al geld aan hem gegeven. In het weekend dat ik voor het eerst met hem afsprak, ben ik nooit meer weggegaan.
Het Van der Valkhotel was in Breukelen.
Ik kreeg een eigen kamer in [plaats] in november/december 2014.
Ik werkte dubbele shifts omdat dit moest van hem. Als ik het niet zou doen, hadden we waarschijnlijk weer ruzie gekregen. Ik heb een keer een bult op mijn hoofd gehad doordat hij mij geslagen had. Meestal sloeg hij mij met zijn vuist.
De relatie met hem is beëindigd eind februari/maart 2015.
[verdachte] heeft mij toen ik hem leerde kennen naar Van der Valk in Breukelen gebracht. Ik werkte toen via internet. Ik ben daar nog even mee doorgegaan, maar niet veel later ben ik daarmee gestopt en ben ik naar de [a-straat] gegaan.
Op het moment dat hij vast kwam te zitten, woonde ik bij [verdachte]. Toen [verdachte] vast zat, woonde ik bij een vriend van hem in. [verdachte] wilde dat. Ik ben in die periode gewoon blijven werken. Het broertje van [verdachte] bracht me dan. U vraagt hoe het toen met het geld ging. Zijn broertje pakte het. Later was er een vriend die het geld bewaarde. Dat was weer een andere vriend dan die waar ik toen woonde. Hij is een paar keer meegegaan met mij op bezoek bij [verdachte] en toen gaf ik hem het geld, of hij kwam langs om het geld op te halen. Hij bewaarde het geld dan voor [verdachte].
5. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 maart 2015 van de politie Eenheid Midden-Nederland in het onderzoek 09MHMNL/09MHMNL. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 17 e.v.):
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaren :
Op 4 maart 2015 hadden wij een informatief gesprek met [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats].
Zij verklaarde dat zij [verdachte] heeft leren kennen via [slachtoffer 1] en dat ze altijd in de prostitutie werkte. Afgelopen november is er door [verdachte] behoorlijk geweld tegen haar gebruikt, dat bestond uit slaan en trappen. [slachtoffer 1] werkt nog steeds voor [verdachte], maar [slachtoffer 2] inmiddels niet meer. Hij bepaalde wanneer, waar en hoe vaak [slachtoffer 2] werkte in de prostitutie. Ze heeft in Amsterdam gewerkt en een week in Antwerpen. Ze is vaak bij de dokter geweest, onder andere voor een hersenschudding. [slachtoffer 2] werd mishandeld door [verdachte] in haar woning in [plaats]. Het geld dat zij in de prostitutie verdiende moest zij afstaan aan [verdachte]. Ook had zij zes dagen per week een vaste kamer in Den Haag. Begin februari 2015 is zij weggegaan bij [verdachte].
[slachtoffer 2] heeft een keer bloed in haar mond had, omdat [verdachte] met zijn vuist tegen haar hoofd en mond had geslagen. [verdachte] heeft haar ook een keer in haar buik geslagen en ze is met buikpijn bij haar huisarts geweest.
6. Een proces-verbaal van aangifte van de politie Eenheid Midden-Nederland met nummer PL0900-2015069291-1. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 20 e.v.):
als de op 13 maart 2015 afgelegde verklaring van
[slachtoffer 2]:
Ik wil aangifte doen tegen [verdachte]. Hij heeft gewoon mijn geld afgepakt en mij mishandeld. Ik ben aan dat geld gekomen door in de prostitutie te werken.
Ik ken [verdachte] sinds februari 2014. Ik ken hem via een meisje, genaamd [slachtoffer 1]. Hij was toen haar vriend. En nog steeds. Zij woonde toen in het huis van [verdachte].
Sinds het moment dat [verdachte] bij mij in [plaats] bleef slapen, hadden wij een relatie. In het begin was het fantastisch, maar het ging best wel snel de andere kant op. Volgens mij ging ik de week daarna al naar Antwerpen om in de prostitutie te werken. [verdachte] had dat geregeld. Hij zag het als een samenwerking. Ik ben naar Antwerpen gegaan, omdat hij op mij zat in te praten. [verdachte] zou een deel van de huur betalen en de hotelkamer regelen.
We hadden afgesproken dat ik een week zou gaan werken, om te proberen. Toen begon [verdachte] ermee om mijn geld bij zich te houden.
7. Een proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 juni 2015 van de politie Eenheid Midden-Nederland met nummer PL0900-2015069281-2. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 28 e.v.):
als de op genoemde datum afgelegde verklaring van
[slachtoffer 2]:
Hij heeft mijn geld afgepakt, met geweld en alles. Dit terwijl ik werkte als prostituee. Hij heeft mij mishandeld. Hij heeft mij geslagen, geschopt, gegooid. Heel hard duwen. Hij heeft het geld letterlijk uit mijn handen getrokken. Hij heeft met zijn vuisten op mijn gezicht en lichaam geslagen. Ik denk wel meer dan 10 of 20 keer. Hij schopte mij in mijn buik aan de zijkanten. Dat ging samen met het slaan. Hij heeft mij twee keer meegenomen naar het bos. Als hij mij sloeg en trapte, dan voelde ik pijn en angst.
Eén keer had ik gewerkt en toen kwam ik thuis. Hij was al in mijn huis. Hij wilde toen geld hebben. Ik wilde dat niet, want ik had daarvoor gewerkt. Hij werd boos en hij wilde dat geld uit mijn tas pakken. Hij begon mij te slaan en schoppen. Hij pakte mij toen heel erg stevig bij mijn nek. Ik dacht toen dat ik dood ging. Ik kreeg echt geen lucht. Dat hij mijn keel pakte is zeker twee keer gebeurd.
Hij heeft mij met oud en nieuw van 2014 op 2015 bij mijn haar gepakt en met mijn hoofd tegen de bergingsdeur aangeslagen. Ik werd daarna zo hard geslagen dat ik buiten bewustzijn raakte.
Ook heeft hij mij een keer heel hard geslagen in het bos. Hij sloeg met zijn vuisten. Hij sloeg mij op mijn hoofd, op mijn gezicht en mond. Ik viel na de eerste en tweede klap. Ik zei tegen hem dat ik nooit meer tegen hem in zou gaan en dat ik alles voor hem zou doen.
Voor mijn gevoel had hij heel veel keren geslagen. Hij sloeg mij erg hard. Daardoor heb ik ook een dag of 4-5 niet kunnen werken. Ik kon niet werken, omdat mijn gezicht helemaal blauw was.
[verdachte] pakte zelf het geld uit mijn tas. Ik werkte zes dagen per week. Zelfs toen [verdachte] vastzat betaalde ik hem geld. Dat werd dan opgehaald door zijn broertje [betrokkene 8] en een vriend genaamd [betrokkene 9].
Ik heb [verdachte] geld afgestaan vanaf april 2014 tot februari 2015. Ik werd meestal door vriendjes van hem naar mijn werk gebracht. Hij had echt loopjongens. Ze reden voor hem. Ze haalden ook [slachtoffer 1] op. [slachtoffer 1] gelooft echt alles van hem. Zij werkte ook in de [a-straat]. Zij werkte daar elke dag.
8. Een proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 2 december 2015 van de politie Eenheid Midden-Nederland met nummer PL0900-2015069291-3. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 34 e.v.):
als de op genoemde datum afgelegde verklaring van
[slachtoffer 2]:
Ik verdiende meestal zo'n 400 tot 450 euro per dag. Dit was in de periode maart 2014 tot half januari 2015. Ik werkte meestal zes dagen per week. In de periodes dat hij mij geslagen had, kon ik niet werken, omdat zij mij geen kamer verhuurde als ik blauwe plekken had. In het begin hield hij het geld wat ik verdiende bij zich en gaf hij het terug aan mij. Vanaf maart 2014 kreeg ik het door mij verdiende geld in de prostitutie niet meer terug van hem. Hij vertelde dat hij het geld bij zich hield voor de veiligheid. Ik geloofde hem in eerste instantie, maar later ging hij mij mishandelen en bedreigen. Hij pakte het geld zelfs van mij af. Hij haalde het geld uit mijn tas. Dat was bij mij thuis. Hij haalde mij dan bijvoorbeeld op in Amsterdam en ging met mij mee naar huis. Hij pakte dan het geld uit mijn tas en zei dat hij even weg moest. Hij kwam dan niet meer terug en was mijn geld verdwenen. Het laatste contact met hem was op 4 februari 2015.
Ik kocht zelf de spullen die ik nodig had om te werken in de prostitutie. Ik kreeg dan 20 euro per dag mee om werkspullen, eten en drinken te kopen.
9. Een proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 18 april 2017 van de politie Eenheid Den Haag met proces-verbaalnummer 107 van het onderzoek Soepschildpad / DHRCC16005. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 12 e.v.):
als de op genoemde datum afgelegde verklaring van
[slachtoffer 2] :
Ik heb de mishandelingen en het feit dat ik gedwongen werd in de prostitutie te werken, moeten verwerken. Ik ben bang voor [verdachte]. Ik heb mijn verdiende geld in de prostitutie van april 2014 tot zeker 4 februari 2015 aan [verdachte] afgestaan.
Hij wilde een spraytan zaak voor mij openen. Het was heel overtuigend hoe hij dat zei. Als het dan bijna zover was, hield hij de boot weer af. Ik zou daar gaan staan in die zaak. Ik werkte voor deze zaak om ook een starterskapitaal te hebben. Het geld werd bewaard door zijn moeder, althans dat is wat hij mij vertelde. Ik heb nooit meer iets van dat geld teruggekregen. Hij heeft mij ooit wel een stapel geld laten zien om aan te geven hoeveel ik had, echter, dit heb ik nooit teruggekregen. Soms zei hij tegen mij dat hij mijn geld wilde sparen en dat er van het geld van [slachtoffer 1] werd geleefd. Soms draaide hij dat om en werd er van mijn geld geleefd en werd het geld van [slachtoffer 1] gespaard.
Het lag een beetje aan [verdachte] of hij vond dat ik voldoende verdiend had. Hij kwam me gewoon halen of niet. Ik heb ook wel eens anderhalf uur in de kou gewacht op hem. Achteraf denk ik dat hij dan [slachtoffer 1] aan het wegbrengen was of dat hij haar ophaalde. Hij vergat haar ook vaak op te halen.
Tijdens de periode met [verdachte] heb ik in Antwerpen gewerkt. Dit was een of twee weekjes. Toen ik mijn geld af moest staan aan [verdachte] moest ik zes dagen per week werken. Je moet in Amsterdam namelijk één dag per week vrij nemen. Ik heb een aantal dagen niet kunnen werken, omdat ik toen mishandeld was en te erg onder de blauwe plekken zat om te werken.
[verdachte] bepaalde wanneer we opstonden en wanneer ik werd opgehaald. Ik werkte al in de prostitutie toen ik hem leerde kennen. Ik vond het werk niet erg. Maar hij pakte gewoon mijn geld af. Hij bepaalde wel toen hij had vastgezeten welke dagen ik zou gaan werken. Hoe laat ik zou beginnen en hoe laat ik kon stoppen. Ik was bang voor hem. Voor de mishandeling en de dreiging die er van hem uitging.
Als [verdachte] wilde weten hoeveel geld ik had verdiend, vroeg hij hoeveel Redbulls ik had gedronken. Hij vroeg dan niet hoeveel klanten ik had gehad. Of hij vroeg hoeveel of wat ik gegeten had.
Ik heb [verdachte] leren kennen via [slachtoffer 1]. Zij hadden een relatie. Ik weet dat hij haar een keer met een pen in haar hand heeft gestoken. Dat heeft [verdachte] zelf aan mij verteld. Zij had verband om haar hand en is toen gewoon gaan werken. Ze had toen een gat in haar hand. Hij wilde haar steken met die pen in haar gelaat of in haar nek. Zij zou toen hebben afgeweerd met haar hand en toen is die pen in haar hand gegaan. Achteraf heb ik gehoord dat zij ook vreselijk mishandeld is door hem. Hij sloeg haar ook gewoon in de hoek als zij niet wilde luisteren. Hij heeft bij mij ook hele erge dingen gedaan.
[verdachte] laat je niet los. Als je zegt dat je er vandoor gaat, dan krijg je van hem klappen. Hij laat je niet gaan. Je bent van hem, je bent zijn portemonnee om het zo maar te zeggen.
10. Het proces-verbaal van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Den Haag van 11 juli 2017. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - :
als de op genoemde datum tegenover deze rechter-commissaris afgelegde verklaring van
[slachtoffer 2]:
Ik leerde [verdachte] kennen via [slachtoffer 1]. Ik wist dat zij een relatie hadden. [slachtoffer 1] had mij wel eens verteld dat [verdachte] haar zou mishandelen. Toen zij het aan mij vertelde, had ik al een relatie met hem. In het begin van onze relatie was er niet veel aan de hand. Nadat hij vrijkwam in juli 2014 is het echt heel snel bergafwaarts gegaan.
Hij zei dat hij het niet leuk vond dat ik in de prostitutie werkte, maar dat we geen andere optie hadden. Hij vond het niet goed dat ik zou stoppen. Ik heb wel eens gezegd dat ik ging stoppen. Hij zei vervolgens dat hij een eigen zaak voor mij zou openen, dat ik nog even door moest gaan en dat we dan een spraytansalon zouden openen.
Het is voorgekomen dat ik niet ging werken, vanwege de blauwe plekken. Ik werkte meestal zes dagen in de week. Ik had een gemiddelde dagomzet van 450-500 euro. In de tijd van [verdachte] had ik een alcoholprobleem.
[slachtoffer 1] vertelde mij dat ze samen spaarde met [verdachte]. Na de detentie van [verdachte] moest ik al mijn geld afstaan. Hij pakte het geld af: uit mijn portemonnee of uit mijn beha. Als [verdachte] geld van mij wilde uitgeven, dan deed hij dat gewoon. [slachtoffer 1] gaf het geld aan hem en ik ook. Ik wist dat [slachtoffer 1] geld aan hem gaf. Dat wist ik omdat [verdachte] mij dat vertelde.
Ik ben meer dan 20 keer met vuisten op mijn gezicht en lichaam geslagen. Er is toen ook geschopt. Het gaf blauwe plekken.
Ik heb wel eens op het punt gestaan om bij hem weg te gaan en daarna liet hij mij alle hoeken van de kamer zien. Weggaan was geen optie, dat kon niet.
Ik heb van [slachtoffer 1] gehoord dat zij samen met [verdachte] spaarde. Dat hoorde ik van [slachtoffer 1]. Hij wilde ook een zaak voor haar openen.
[verdachte] bepaalde mijn werktijden in Amsterdam. Toen ik terugkwam uit Antwerpen ben ik in Amsterdam gaan werken.
U vraagt mij wat ik kan vertellen over het feit dat ik erachter kwam dat [slachtoffer 1] geld aan [verdachte] moest geven. Ik kwam erachter op hetzelfde moment dat ik erachter kwam dat ze nog contact hadden. [verdachte] draaide het steeds om. Hij zei dat hij haar geld spaarde en dat er met mijn geld werd geleefd en daarna draaide hij het weer om.
11. Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 6 juni 2016 van de politie Eenheid Den Haag met proces-verbaalnummer 4 van het onderzoek Soepschildpad / DHRCC16005. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 38 e.v.):
Als de op genoemde datum afgelegde verklaring van
[betrokkene 3]:
Ik ben werkzaam als beheerder in het raamprostitutiepand [a-straat 1] te Den Haag. [slachtoffer 1] werkt een jaar of twee in de [a-straat]. Ze werkt 3 à 4 dagen in de week. Soms werkt ze meer, soms werkt ze minder. Laatst kwam ze met krukken de keuken binnen. Ze had iets met haar voet. Ze vertelde dat haar ex bij de auto stond. Volgens mij woonde [slachtoffer 1] toen in [plaats]. Toen zij ooit bij ons kwam, vertelde zij dat zij wel eens problemen heeft gehad en dat zij wel eens geld heeft afgestaan aan haar ex. Ook dat met die voet. [slachtoffer 1] vertelde over haar ex-vriendje dat ze problemen had met haar auto, want hij stond op haar naam, maar hij reed erin. Ze heeft ook verteld dat zij wel eens klappen kreeg.
12. Het proces-verbaal van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Den Haag van 11 juli 2017. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven:
als de op genoemde datum tegenover deze rechter-commissaris afgelegde verklaring van
[betrokkene 4]:
Ik werkte in Den Haag en [slachtoffer 1] ook en ik ging [slachtoffer 1] helpen, want zij zat met [betrokkene 7]. Zij zei dat ze bang was voor de matties van [betrokkene 7]. Later ging [slachtoffer 1] chillen met [verdachte]. [slachtoffer 2] zei: ''[slachtoffer 1] is echt dom. Hij krijgt geld van haar, maar hij is verliefd op mij." Achter de rug van [slachtoffer 1] om, is ze een relatie aangegaan met die [verdachte], wetende wat hij allemaal met [slachtoffer 1] deed. Ik hoorde van [verdachte] toen ik met [slachtoffer 1] omging. Hij had ooit gezegd dat hij een plek wist, een nightclub, waar je € 3.000,- per nacht kunt verdienen. Ik wist dat het niet waar was. Later toen [slachtoffer 1] naar hem toe ging, hoorde ik van [slachtoffer 2] dat hij geld van [slachtoffer 1] pakte en aan [slachtoffer 2] gaf. Ik had via [slachtoffer 2] gehoord dat [verdachte] geld kreeg van [slachtoffer 1]. Als hij geld gaf aan [slachtoffer 2], dan zei hij dat hij het geld van [slachtoffer 1] kreeg. [slachtoffer 1] dacht dat ze een relatie had met [verdachte].
Ik heb van [slachtoffer 2] gehoord dat hij zei dat hij haar mooier vond dan [slachtoffer 1] en dat hij een toekomst "met haar zag. In het begin gebeurde er niets met het geld van [slachtoffer 2] dat zij verdiende in de prostitutie. Later zei ze dat het geld werd bewaard in een kluis van de moeder van [verdachte]. Ze belde en zei dat [verdachte] het had gepakt of dat ze het had gegeven.
Het klopt inderdaad dat [slachtoffer 2] vertelde over geld dat [verdachte] van [slachtoffer 1] kreeg. Soms belde [slachtoffer 2] mij op en zei: "Kom, we gaan naar de stad, want [verdachte] heeft weer geld van [slachtoffer 1] gehad."
[slachtoffer 1] is gaan wonen bij [verdachte] toen ik haar had weggestuurd. Hij kende haar oom of zo. Daarom gingen we ook met hem in gesprek. Dat was in Nieuwegein, in [A].
Het klopt dat [slachtoffer 2] mij vertelde dat er sprake was van huiselijk geweld. Ze zei ook wel eens dat ze was geslagen. Met vuisten en soms met platte hand.
13. Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 14 december 2016 van de politie Eenheid Den Haag met proces- verbaalnummer 49 van het onderzoek Soepschildpad / DHRCC16005. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 29 e.v.) :
Als de op genoemde datum afgelegde verklaring van
[betrokkene 5]:
Ik heb [slachtoffer 2] leren kennen op de Wallen in Amsterdam. Er kwam snel een nieuwe jongen in het vizier. In die periode woonde [slachtoffer 2] in [plaats]. Hij verbleef toen ook veel bij haar. Hij heette volgens mij [verdachte]. Ik denk dat zij hem zo'n 3-3,5 jaar geleden heeft leren kennen. In eerste instantie was zij lyrisch over hem. Maar stapje voor stapje kwam zij erachter dat hij niet zo goed was. Zij heeft ook wel aangegeven dat zij af en toe een klap kreeg.
Zij heeft in die tijd ook nog eventjes in Den Haag gewerkt.
Er waren momenten dat zij aangaf, dat zij niet kon praten omdat zij echt geld moest verdienen. Dat was wel eens een aantal dagen achter elkaar. Ik denk dat zij zo'n 5-6 dagen in de week werkte.
Ik sprak meestal met haar af voor of na haar werk. Dan was haar vriendje daar ook vaak in de buurt, want dan kwam hij haar ophalen of wegbrengen in haar auto.
Eenmaal heb ik een blauwe plek op haar ([slachtoffer 2]) gezicht gezien. Naderhand vertelde zij dan, dat zij een paar dagen niet had gewerkt, omdat zij letsel had.
14. Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 28 juni 2016 van de politie Eenheid Den Haag met proces-verbaalnummer 11 van het onderzoek Soepschildpad / DHRCC16005. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 53 e.v.):
Als de op genoemde datum afgelegde verklaring van
[betrokkene 1]:
Toen ik [slachtoffer 2] leerde kennen, woonde zij in [plaats] en werkte zij achter het raam, in de prostitutie. Zij had een keer ruzie met [verdachte], waar ik bij was. Ze vroeg mij toen om naar de slaapkamer te gaan, omdat zij geslagen zou worden. Toen ik [slachtoffer 2] leerde kennen, zat [verdachte] vast. [slachtoffer 2] had een relatie met hem. Ik zag haar veranderen van een open, gezellige meid naar een gesloten en angstig meisje. Naar mijn idee kwam dit door hem en ook door veel alcoholgebruik.
[verdachte] woonde bij [slachtoffer 2]. Als ik bij [slachtoffer 2] was, dan was hij daar altijd. Er hoefde maar iets te gebeuren of er was ruzie.
Voordat [verdachte] vrij kwam was het goed en toen hij vrij was minder goed. Ze ging vanaf dat moment niet meer mee uit of alleen als hij mee was. Ze durfde niet weg te gaan.
[slachtoffer 2] werkte in Amsterdam en in Den Haag in de prostitutie. [verdachte] was eigenlijk altijd bij haar thuis in IJsselstein en als hij er niet was, moest zij om de tien minuten een berichtje sturen. Hij checkte ook altijd haar telefoon. Ze mocht geen IPhone hebben en vrienden en vriendinnen werden altijd door [verdachte] goedgekeurd.
[slachtoffer 2] gaf altijd contant geld aan [verdachte]. Hij had thuis ook een potje met daarin geld dat [slachtoffer 2] in de prostitutie had verdiend. Dat geld was voor rekeningen en schulden. Ook om een auto van hem te betalen. En als hij iets betaalde dan was dat ook van haar geld. Ik heb meermalen gezien dat zij geld aan hem gaf, dat waren bedragen van rond de 400 euro per dag. [slachtoffer 2] belde gemiddeld twee keer per week om te zeggen dat ze werd mishandeld door [verdachte]. Ze vertelde dat ze klappen had gehad. Ik heb de mishandelingen wel gehoord. [verdachte] achtervolgde ons ook wel eens met de auto. [slachtoffer 2] wilde echt wel weg, maar ze durfde niet. Ik heb blauwe plekken gezien bij [slachtoffer 2] en zij liet ook wel eens
plekken zien waar hij haar had vastgegrepen. Ze werd onderdrukt, ze mocht helemaal niets van hem.
[verdachte] had ook een meisje met donker haar, [slachtoffer 1]. Zij heeft voor het eerst geld voor hem verdiend in de prostitutie. Hij zei altijd dat [slachtoffer 2] zijn vriendin was en dat [slachtoffer 1] het geld verdiende. [verdachte] gebruikte [slachtoffer 1], gewoon om geld te maken, althans dat heeft [verdachte] tegen [slachtoffer 2] gezegd.
15. Het proces-verbaal van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Den Haag van 30 maart 2017. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op genoemde datum tegenover deze rechter-commissaris afgelegde verklaring van
[betrokkene 1]:
Toen ik [slachtoffer 2] leerde kennen, had zij al een relatie met [verdachte]. Ze vertelde dat zij wel eens geld moest afgeven. Zij heeft wel eens een envelop moeten brengen in een flatje in [plaats]. [verdachte] was daarbinnen en er zaten ook allemaal andere jongens binnen en zij moest een envelop brengen. Ze heeft wel vaker een envelop gebracht en die bracht ze steeds naar dat zelfde adres. Dat is zeker twee of drie keer geweest. Later vertelde zij dat het geld voor [verdachte] was.
Soms kwam [slachtoffer 2] met blauwe plekken. Zij belde ook wel eens dat er iets was gebeurd. Zij mocht bijvoorbeeld geen smartphone van [verdachte]. Ze mocht geen contact met andere mensen. Als [slachtoffer 2] zei: "Er is weer iets gebeurd," dan bedoelde zij slaan en mondeling. Zij zei dan ook dat hij haar had geslagen. Ik vond dat het vaak gebeurde. Toen hij er was, zag ik [slachtoffer 2] niet meer zoveel. Zij waren altijd samen, zij moest altijd vertellen waar zij was en met wie en als ik er dan was, moest hij er negen van de tien keer bij zijn.
Ik ben er ook weleens bij geweest dat hij haar sloeg. Ze gingen dan naar de slaapkamer en daar werd zij geslagen. Ik hoorde slaan en ik hoorde angst. [slachtoffer 2] zei tegen mij dat ik mij er niet mee moest bemoeien en dat het vaker gebeurde.
Ik weet dat [slachtoffer 2] geld spaarde ergens voor samen met hem. [slachtoffer 2] heeft heel vaak aangegeven dat zij wilde stoppen met de relatie en dat zij wegwilde, maar dat kon niet. [verdachte] zou het niet accepteren als zij de relatie wilde beëindigen. Zij was altijd met hem en als hij niet bij haar was, dan was hij het wel telefonisch.
[slachtoffer 2] vertelde mij dat [verdachte] haar had verteld dat hij [slachtoffer 1] gebruikte voor het geld. Dat zij profijt hadden van haar geld. [verdachte] heeft aan [slachtoffer 2] uitgelegd dat hij alleen met [slachtoffer 1] was vanwege het geld en dat zij het daardoor beter hadden, dat zij dat geld konden gebruiken voor hun relatie.
Ik heb letsel, in de zin van blauwe plekken, bij [slachtoffer 2] gezien. Dat weet ik 1000% zeker. Zij zei dan dat het door [verdachte] kwam.
Ik heb minstens één keer gezien dat [slachtoffer 2] een envelop naar het huis bracht, daar was ik bij. [verdachte] deed of beheerde haar betalingen.
16. Het proces-verbaal van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Den Haag van 30 maart 2017. Dit proces-verbaal houdt onder meer in, - zakelijk weergegeven -:
als de op genoemde datum tegenover deze rechter-commissaris afgelegde verklaring van
[betrokkene 2]:
Ik heb [slachtoffer 1] wel een of twee keer met blauwe plekken gezien.
Het klopt inderdaad dat ik blauwe plekken heb gezien bij [slachtoffer 1]. Zij had eens plekken op haar dijbeen, een keer op haar linkerwang. Ik heb haar naar haar wang gevraagd. Zij zei toen dat het [verdachte] was.
17. Een proces-verbaal van bevindingen onderzoek [...] d.d. 1 maart 2017 van de politie Eenheid Den Haag met proces- verbaalnummer 97 van het onderzoek Soepschildpad / DHRCC16005 met bijlagen. Dit proces-verbaal en de bijlagen houden onder meer in – zakelijk weergegeven - (blz. 2 e.v.) -:
Als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
In het onderzoek [...] hebben diverse telefoontaps gelopen op onder meer het slachtoffer [slachtoffer 1]. Het telefoonnummer [telefoonnummer 1] was destijds in gebruik bij [slachtoffer 1]. Zij gebruikte dit nummer privé. Vanaf 14 december 2013 had [slachtoffer 1] regelmatig contact met de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 2]. De gebruiker van dit telefoonnummer betrof [verdachte].
Tapgesprekken
Beller: [telefoonnummer 1] ([slachtoffer 1])
Gebelde: [telefoonnummer 2] ([verdachte])
Datum: 15 december 2013 00:47:37
[slachtoffer 1]: He
[verdachte]: Hallo
[slachtoffer 1]: Hoezo bel je 1000 keer
[verdachte]: Ja...je hoort niks van je te laten horen, toch weet ik veel
(...)
[verdachte]: Ok euh heeft ie gewoon heeft ie genoeg volledig betaald?
[slachtoffer 1]: Ja hij heeft mij 250 gegeven. Ik loop nu
(...)
[verdachte]: Ja loop een beetje door dan ik heb iemand wachten op mij ook nog?
Beller: [telefoonnummer 3] ([betrokkene 10])
Gebelde: [telefoonnummer 1] ([slachtoffer 1])
Datum: 15 december 2013 08:31:23
(...)
[slachtoffer 1]: Met wie denk je dat ik ben?
[betrokkene 10]: Weet ik veel .
[slachtoffer 1]: Wie kwam mij nou ophalen?
(...)
NNMAN ([verdachte]) neemt het gesprek Van [slachtoffer 1] over.
[verdachte] : Ik ben de hele nacht met haar aan het heen en weer rijden. (...) Ze heb 2 keer 3 keer klanten gehad van 2,5 uur. Zij heeft ook al mensen voor morgen klaarstaan. Zij moet zij wil gaan slapen begrijp je?
[betrokkene 10]: Ja, maar ik mag toch even bellen waar zij is, want zij heeft geen huissleutel? (...) Want ik loop elke keer te bellen he en ik krijg geen reactie.
(...)
[verdachte]: (...) Het is allemaal mijn fout. Ik heb haar in huis genomen. Ik heb haar geholpen. Kijk maar ja zij had haar tas met geld begrijp je? Dus ik heb die verstopt. (...) Dus zij kon niet bij haar telefoon.
18. Een proces-verbaal van bevindingen medische gegevens [slachtoffer 1] d.d. 23 januari 2017 van de politie Eenheid Den Haag met proces-verbaalnummer 82 van het onderzoek Soepschildpad / DHRCC16005 met bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 104 e.v.):
Als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op 19 januari 2017 ontving ik van aangeefster [slachtoffer 1] haar medische gegevens. Deze gegevens waren door haar huisarts aan haar verstrekt.
Uit de verstrekte gegevens bleek dat [slachtoffer 1] op 14 april 2014 bij genoemde huisarts is geweest. Zij gaf aan dat een pen in haar hand terecht was gekomen. De behandelend huisarts zag een wond van 1 centimeter. Er is een hechting geplaatst.
19. Een proces-verbaal van uitkomsten detentieloket d.d. 12 juli 2016 van de politie Eenheid Den Haag met proces- verbaalnummer 23 van het onderzoek Soepschildpad / DHRCC16005 met bijlage. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 115 e.v.):
Als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Uit het detentieoverzicht van [verdachte] blijkt dat de verdachte tussen 14 oktober 2013 en 9 december 2013 gedetineerd heeft gezeten. Dit bevestigt de verklaring van de aangeefster [slachtoffer 1] dat [verdachte] net op vrije voeten was op het moment dat zij elkaar leerden kennen.
20. Een proces-verbaal van uitkomsten 126nd [a-straat 1] - [slachtoffer 1] d.d. 15 juni 2016 van de politie Eenheid Den Haag met proces-verbaal nummer 23 van het onderzoek Soepschildpad / DHRCC16005 met bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 63 e.v.):
Als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij in de periode van december 2013 tot en met februari 2015 voor verdachte [verdachte] in de prostitutie heeft gewerkt, waarbij zij verdiend geld aan hem moest afdragen.
Uit de historische gegevens van de exploitant van het raamprostitutiepand [a-straat 1] te Den Haag blijkt dat [slachtoffer 1] in de periode december 2013 tot en met februari 2015 in voornoemd pand heeft gewerkt.
21. Een proces-verbaal van uitkomsten 126nd [a-straat 1] - [slachtoffer 2] d.d. 30 juni 2016 van de politie Eenheid Den Haag met proces-verbaalnummer 15 van het onderzoek Soepschildpad / DHRCC16005 met bijlagen. Dit proces-verbaal en de bijlagen houden onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 84 e.v.):
Als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij in de periode van februari 2014 tot en met februari 2015 voor verdachte [verdachte] in de prostitutie heeft gewerkt, waarbij zij verdiend geld aan hem moest afdragen.
Uit de historische gegevens van de exploitant van het raamprostitutiepand [a-straat 1] te Den Haag blijkt dat [slachtoffer 2], in februari, maart en mei 2014 in voornoemd pand heeft gewerkt.
22. Een proces-verbaal van bevindingen gewerkte dagen [slachtoffer 2] [c-straat 1 en 2] te Amsterdam, d.d. 25 november 2016 van de politie Eenheid Den Haag met proces-verbaal nummer 32 van het onderzoek Soepschildpad / DHRCC16005 met bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 124 e.v.):
Als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Uit de gegevens van de exploitant van kamerverhuur 52 blijkt dat [slachtoffer 2] in de periode van 8 maart 2014 tot en met 2 februari 2015 kamers heeft gehuurd in de raamprostitutiepanden gevestigd aan de [c-straat 1 en 2] te Amsterdam.
Uit de door kamerverhuur 52 verstrekte gegevens bleek dat door de beheerder/manager, genaamd [betrokkene 11], diverse gesprekken waren gevoerd met [slachtoffer 2] welke door [betrokkene 11] waren vastgelegd.
Op 21 december 2014 hield [betrokkene 11] met [slachtoffer 2] een opvolggesprek. [betrokkene 11] heeft daarover het volgende vastgelegd:
Doet dit werk om snel geld te verdienen. Ze is aan het sparen om een zaak te beginnen.
23. Een proces-verbaal van bevindingen geneeskundige verklaring [slachtoffer 2] d.d. 23 januari 2017 van de politie Eenheid Den Haag met proces-verbaalnummer 83 van het onderzoek Soepschildpad / DHRCC16005 met bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 99 e.v.):
Als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Ik ontving de geneeskundige verklaring omtrent aangeefster [slachtoffer 2]. Uit de geneeskundige verklaring bleek het volgende.
Op 12 mei 2014 is er een melding gedaan dat [slachtoffer 2] na een val hoofdpijn had. [slachtoffer 2] is zonder bericht niet verschenen op de doktersafspraak.
Op 20 november 2014 heeft [slachtoffer 2] de huisartsenpraktijk bezocht. [slachtoffer 2] had aangeven dat zij van de trap was gevallen en mogelijk even buiten bewustzijn was geweest. Huisarts [betrokkene 12] vermeldde vervolgens het volgende woord: Nausea (misselijkheid). Tevens had [slachtoffer 2] een verwonding aan de binnenzijde van de lip en een buil op haar hoofd. Geconstateerd was dat [slachtoffer 2] een hersenschudding had.
24. De verklaring van de verdachte.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 31 mei 2018 verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik ben met [slachtoffer 1] op pad gegaan. Ik kwam net uit detentie. Het klopt dat [slachtoffer 1] problemen had met ene [betrokkene 7] (het hof begrijpt dat wordt bedoeld: [betrokkene 7]). Ik wist dat er een aangifte liep. Later hoorde ik dat zij ook werd bedreigd, dat zij in de fik zou worden gestoken.
Het klopt dat ik haar in huis heb genomen.”