Conclusie
verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 15 oktober 2014.
- 62.439
5.551
- 5.551
eerste middelkomt met verschillende klachten op tegen ’s hofs verwerping van het beroep op een pleitbaar standpunt met betrekking tot een deel van het loon van [betrokkene 1] dat in het jaar 2007 vorderbaar en inbaar was.
privé-opnamen Lz. salaris?” Er staat een vraagteken achter. Men wist het dus niet! Vandaar dat mijn cliënt steeds benadrukt dat de boekhouder moet weten vanaf welk moment de opnamen zijn opgehouden die zich eventueel zouden laten kwalificeren als genoten loon.
“Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Stcrt. 2016/34921), waar het als volgt is omschreven:
ten onrechteminder belasting wordt geheven dan een aangifte conform de belastingregels tot gevolg zou hebben (gehad).
tweede middelklaagt dat de bewezenverklaring van valsheid in geschrift onvoldoende met redenen is omkleed, omdat uit het arrest niet kan volgen dat in strijd met een rechtsplicht is nagelaten bepaalde gegevens te vermelden en/of het hof niets heeft vastgesteld omtrent de betekenis die aan het ontbreken van de betreffende gegevens gebruikelijk wordt toegekend.
voorzover nodig doe ik u de ingediende aangifte 2007 hierbij toekomen met het verzoek deze als motivering aan te merken”.
“Overwegingen ten aanzien van het bewijs
NJ2004/364 m.nt. De Jong.
NJ2008/74 de rechtspraak te dezen als volgt samengevat:
NJ2009/56, niet de situatie voordoet dat in het licht van de bewijsvoering onduidelijkheid bestaat over de bewijsbestemming, was het hof niet gehouden tot een (nadere) motivering.