13 januari 2009
Strafkamer
nr. 07/10453
Hoge Raad der Nederlanden
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 18 juli 2006, nummer 22/003905-04, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1952, thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak doch uitsluitend wat betreft de strafoplegging, tot vermindering in de mate die de Hoge Raad goeddunkt en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het tweede en het derde middel
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dat behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beoordeling van het vierde middel
3.1. Het middel behelst de klacht dat uit de ten aanzien van het onder 11 bewezenverklaarde feit gebezigde bewijsmiddelen niet, althans niet zonder meer, kan volgen dat de desbetreffende geschriften bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen.
3.2. Ten laste van de verdachte is onder 11 bewezenverklaard dat hij:
"in de periode van 1 juni 2000 tot en met 31 september 2003 te Rotterdam,
- een geschrift, te weten een brief met als aanhef/koptekst "[A] c.s. belastingkundigen" van 10 oktober 2002 (bijlage D/169/02) gericht aan het Ministerie van Justitie, Immigratie- en Naturalisatiedienst te Rijswijk en
- een geschrift, te weten een brief met als aanhef/koptekst "[A] c.s. belastingkundigen" van 25 november 2002 (bijlage D/T69/03 en gericht aan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie te Rijswijk en
- een geschrift, te weten een brief met als aanhef/koptekst "[B]" van 30 juni 2000 (bijlage D/169/05) gericht aan de Hoofdcommissaris van Politie Bureau Gouda en/of
- een geschrift, te weten een brief met als aanhef/koptekst "[B]" van 16 augustus 2000 (bijlage D/169/06) gericht aan de Politie Hollands Midden te Leiderdorp en
- een geschrift, te weten een brief met als aanhef/koptekst "[B]" van 29 september 2000 (bijlage D/169/07 en 08) gericht aan het Ministerie van Justitie, Immigratie- en Naturalisatiedienst te Rijswijk en
- een geschrift, te weten een brief met als aanhef/koptekst "[B]" van 20 februari 2002 (bijlage D/169/10) gericht aan [C] c.s. te Rotterdam en
- een geschrift, te weten een brief met als aanhef/koptekst "[A] c.s. belastingkundigen" van 2 december 2002 (bijlage D/169/11) gericht aan de Nederlandse Ambassade te Senegal en
- een geschrift, te weten een brief met als aanhef/koptekst "[A] c.s. belastingkundigen" van 6 mei 2003 (bijlage D/169/12) gericht aan het Nederland Conculaat te Cabo Verde en
- een geschrift, te weten een brief met als aanhef/koptekst "[A] c.s. belastingkundigen" van 18 februari 2003 (bijlage D/1.69/13) gericht aan [D] c.s. te 's-Gravenhage en
- een geschrift, te weten een brief met als aanhef/koptekst "[A] c.s. belastingkundigen" van 11 april 2003 (bijlage D/169/14 en 15) gericht aan de President van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, Sector Bestuursrecht/Vreemdelingenzaken te Haarlem en
- een geschrift, te weten een brief met als aanhef/koptekst "[A] c.s. belastingkundigen" van 24 februari 2003 (bijlage D/169/16) gericht aan [C] c.s. te Rotterdam en
- een geschrift, te weten een brief met als aanhef/koptekst "[A] c.s. belastingkundigen" van 9 april 2003 (bijlage D/169/17) gericht aan [C] c.s. te Rotterdam en
- een geschrift, te weten een brief met als aanhef/koptekst "[A] c.s. belastingkundigen" van 9 februari 2003 (bijlage D/169/18) gericht aan S.R,K. Rechtsbijstand te Zoetermeer en
- een geschrift, te weten een brief met als aanhef/koptekst "[B]" van 18 september 2002 (bijlage D/169/19 en 20) gericht aan [E] te Gouda en
- een geschrift, te weten een brief met als aanhef/koptekst "[B]" van 18 september 2002 (bijlage D/169/21 en 22) gericht aan [D],
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt,
immers heeft hij, verdachte telkens valselijk en in strijd met de waarheid die geschriften voorzien van de naam [betrokkene 1] en/of een handtekening die moest doorgaan voor de handtekening van [betrokkene 1], zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken."
3.3. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
(a) Een proces-verbaal van verhoor van een getuige, opgemaakt door de verbalisant [verbalisant 1] en een andere bevoegde opsporingsambtenaar, inhoudende onder meer, als verklaring van [betrokkene 1]:
"Ik wist dat [verdachte] mijn naam gebruikte.
[Verdachte] liet wel eens ergens iets liggen. Ik had [verdachte] uitdrukkelijk verboden stukken op mijn naam de deur uit te doen."
(b) Een proces-verbaal van verhoor van een getuige, opgemaakt door de verbalisant [verbalisant 1] en een andere bevoegde opsporingsambtenaar, inhoudende onder meer, als verklaring van [betrokkene 1]:
"De handtekeningen op de als bijlagen D/169/01, D/169/02, D/169/03, D/169/04, D/169/05, D/169/06, D/169/07, D/169/08, D/169/09, D/169/10, D/169/11, D/169/12, D/169/13, D/169/14, D/169/15, D/169/16, D/169/17, D/169/19, D/169/20, D/169/21 en D/169/22 bij de ordner voorzien van het opschrift 'Belastingdienst FIOD-ECD, Dossiernummer 228 98, Documenten (1 t/m 183) en ordner 5 van 6 gevoegde documenten zijn niet van mij. De handtekeningen lijken wel op elkaar. Het document als bijlage D/169/18 bij de ordner voorzien van het opschrift Belastingdienst FIOD-ECD, Dossiernummer 22898, Documenten (1 t/m 183) en ordner 5 van 6 gevoegd, is een ongetekend document met mijn naam. Het document zegt mij niets. De naam zegt mij niets. Ik ken de zaak niet."
(c) Een proces-verbaal van verhoor van een getuige, opgemaakt door de verbalisant [verbalisant 2] en een andere bevoegde opsporingsambtenaar, inhoudende onder meer, zakelijk weergegeven, als verklaring van [betrokkene 2]:
"Ik heb ook gehoord en gezien dat [verdachte] zich telefonisch voorstelde met de naam "[betrokkene 1]". Ook in correspondentie heeft hij deze naam gebruikt."
(d) Een proces-verbaal van verhoor van een getuige, opgemaakt door de verbalisant [verbalisant 3] en een andere bevoegde opsporingsambtenaar, inhoudende onder meer, zakelijk weergegeven, als verklaring van [betrokkene 2]:
"Ik heb wel eens gezien dat [verdachte] een handtekening of krabbel plaatste op documenten die voorzien waren van de naam [betrokkene 1]."
(e) Een proces-verbaal van verhoor van een getuige, opgemaakt door de verbalisant [verbalisant 3] en een andere bevoegde opsporingsambtenaar, inhoudende onder meer, zakelijk weergegeven, als verklaring van [betrokkene 3]:
"Ik heb wel eens gezien dat [verdachte] stukken tekende op naam van [betrokkene 1]."
(f) Een geschrift, zijnde een brief met briefhoofd '[A] c.s. belastingkundigen' en geadresseerd aan het Ministerie van Justitie, Immigratie- en Naturalisatiedienst te Rijswijk, bijlage nummer D/169-02 in de 'ordner: 5 van 6, Belastingdienst FIOD-ECD/Zuidwest kantoor Rotterdam, dossiernummer: 22898, documenten 1 t/m 183', d.d. 10 oktober 2002, voor zover inhoudende als naam van de ondertekenaar: [betrokkene 1] en voorzien van een handtekening.
(g) Een geschrift, zijnde een brief met briefhoofd '[A] c.s. belastingkundigen' en geadresseerd aan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie te Rijswijk, bijlage nummer D/169-03 en D/169-04 in de 'ordner: 5 van 6, Belastingdienst FIOD-ECD/Zuidwest kantoor Rotterdam, dossiernummer: 22898, documenten 1 t/m 183', d.d. 25 november 2002, voor zover inhoudende als naam van de ondertekenaar: [betrokkene 1] en voorzien van een handtekening.
(h) Een geschrift, zijnde een brief met briefhoofd '[B]' en geadresseerd aan de hoofdcommissaris van politie, bureau Gouda, bijlage nummer D/169/05 in de 'ordner: 5 van 6, Belastingdienst FIOD-ECD/Zuidwest kantoor Rotterdam, dossiernummer: 22898, documenten 1 t/m 183', d.d. 30 juni 2000, voor zover inhoudende als naam van de ondertekenaar: [betrokkene 1] en voorzien van een handtekening.
(i) Een geschrift, zijnde een brief met briefhoofd '[B]' en geadresseerd aan de Politie Hollands Midden, bijlage nummer D/169/06 in de 'ordner: 5 van 6, Belastingdienst FIOD-ECD/Zuidwest kantoor Rotterdam, dossiernummer: 22898, documenten 1 t/m 183', d.d. 16 augustus 2000, voor zover inhoudende als naam van de ondertekenaar: [betrokkene 1] en voorzien van een handtekening.
(j) Een geschrift, zijnde een brief met briefhoofd '[B]' en geadresseerd aan het Ministerie van justitie, Immigratie- en Naturalisatiedienst te Rijswijk, bijlage nummer D/169/07 en D/169/08 in de 'ordner: 5 van 6, Belastingdienst FIOD-ECD/Zuidwest kantoor Rotterdam, dossiernummer: 22898, documenten 1 t/m 183', d.d. 29 september 2000, voor zover inhoudende als naam van de ondertekenaar: [betrokkene 1] en voorzien van een handtekening.
(k) Een geschrift, zijnde een brief met briefhoofd '[B]' en geadresseerd aan [C] c.s. te Rotterdam, bijlage D/169/l0 in de 'ordner: 5 van 6, Belastingdienst FIOD-ECD/Zuidwest kantoor Rotterdam, dossiernummer: 22898, documenten 1 t/m 183', d.d. 20 februari 2002, voor zover inhoudende als naam van de ondertekenaar: [betrokkene 1] en voorzien van een handtekening.
(l) Een geschrift, zijnde een brief met briefhoofd '[A] c.s. belastingkundigen' en geadresseerd aan de Nederlandse ambassade te Senegal, bijlage D/169/11 in de 'ordner: 5 van 6, Belastingdienst FIOD-ECD/Zuidwest kantoor Rotterdam, dossiernummer: 22898, documenten 1 t/m 183', d.d. 2 december 2002, voor zover inhoudende als naam van de ondertekenaar: [betrokkene 1] en voorzien van een handtekening.
(m) Een geschrift, zijnde een brief met briefhoofd '[A] c.s. belastingkundigen' en geadresseerd aan het Nederland Conculaat te Cabo Verde, bijlage D/169/12 in de 'ordner: 5 van 6, Belastingdienst FIOD-ECD/Zuidwest kantoor Rotterdam, dossiernummer: 22898, documenten 1 t/m 183', d.d. 6 mei 2003, voor zover inhoudende als naam van de ondertekenaar: [betrokkene 1] en voorzien van een handtekening.
(n) Een geschrift, zijnde een brief met briefhoofd '[A] c.s. belastingkundigen' en geadresseerd aan [D] c.s. te 's-Gravenhage, bijlage D/169/13 in de 'ordner: 5 van 6, Belastingdienst FIOD-ECD/Zuidwest kantoor Rotterdam, dossiernummer: 22898, documenten 1 t/m 183', d.d. 18 februari 2003, voor zover inhoudende als naam van de ondertekenaar: [betrokkene 1] en voorzien van een handtekening.
(o) Een geschrift, zijnde een verzoekschrift voorlopige voorziening, opgesteld op briefpapier van [A] c.s. belastingkundigen, geadresseerd aan de President van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, Sector Bestuursrecht/Vreemdelingenzaken te Haarlem, bijlage D/169/14 en D/169/15 in de 'ordner: 5 van 6, Belastingdienst FIOD-ECD/Zuidwest kantoor Rotterdam, dossiernummer: 22898, documenten 1 t/m 183', d.d. 11 april 2003, voor zover inhoudende als naam van de ondertekenaar: [betrokkene 1] en voorzien van een handtekening.
(p) Een geschrift, zijnde een brief met briefhoofd '[A] c.s. belastingkundigen' en geadresseerd aan [C] c.s. te Rotterdam, bijlage D/169/16 in de 'ordner: 5 van 6, Belastingdienst FIOD-ECD/Zuidwest kantoor Rotterdam, dossiernummer: 22898, documenten 1 t/m 183', d.d. 24 februari 2003, voor zover inhoudende als naam van de ondertekenaar: [betrokkene 1] en voorzien van een handtekening.
(q) Een geschrift, zijnde een brief met briefhoofd '[A] c.s. belastingkundigen' en geadresseerd aan [C] c.s. te Rotterdam, bijlage D/169/17 in de 'ordner: 5 van 6, Belastingdienst FIOD-ECD/Zuidwest kantoor Rotterdam, dossiernummer: 22898, documenten 1 t/m 183', d.d. 9 april 2003, voor zover inhoudende als naam van de ondertekenaar: [betrokkene 1] en voorzien van een handtekening.
(r) Een geschrift, zijnde een brief met briefhoofd '[A] c.s. belastingkundigen' en geadresseerd aan S.R.K. Rechtsbijstand te Zoetermeer, bijlage D/169/18 in de 'ordner: 5 van 6, Belastingdienst FIOD-ECD/Zuidwest kantoor Rotterdam, dossiernummer: 22898, documenten 1 t/m 183', d.d. 9 februari 2003, voor zover inhoudende als naam van de ondertekenaar: [betrokkene 1] en voorzien van een handtekening.
(s) Een geschrift, zijnde een brief met briefhoofd '[B]' en geadresseerd aan [E] te Gouda, bijlage D/169/19 en D/169/20 in de 'ordner: 5 van 6, Belastingdienst FIOD-ECD/Zuidwest kantoor Rotterdam, dossiernummer: 22898, documenten 1 t/m 183', d.d. 18 september 2002, voor zover inhoudende als naam van de ondertekenaar: [betrokkene 1] en voorzien van een handtekening.
(t) Een geschrift, zijnde een brief met briefhoofd '[B]' en geadresseerd aan [D], bijlage D/169/21 en D/169/22 in de 'ordner: 5 van 6, Belastingdienst FIOD-ECD/Zuidwest kantoor Rotterdam, dossiernummer: 22898, documenten 1 t/m 183', d.d. 18 september 2002, voor zover inhoudende als naam van de ondertekenaar: [betrokkene 1] en voorzien van een handtekening.
3.4. De bewezenverklaring is niet naar de eis der wet met redenen omkleed. Uit de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen kan weliswaar volgen dat de desbetreffende brieven in strijd met de waarheid zijn voorzien van de naam [betrokkene 1] en/of van een handtekening die moest doorgaan voor die van [betrokkene 1], maar zonder nadere motivering, welke ontbreekt, kan uit de enkele vaststellingen dat deze brieven afkomstig zijn van (een jurist verbonden aan) een belastingadvieskantoor, zijn voorzien van een bepaalde datum en zijn geadresseerd aan de vermelde overheidsinstanties, advocatenkantoren of bedrijven niet worden afgeleid dat deze brieven - ten aanzien waarvan omtrent de relevantie van de daarin vervatte valse gegevens voor de (rechts)positie van de daarbij betrokken personen niets is vastgesteld - kunnen worden aangemerkt als geschriften waaraan in het maatschappelijk verkeer een zodanige betekenis pleegt te worden toegekend, dat telkens sprake is van een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen als bedoeld in art. 225 Sr.
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat het eerste middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 11 tenlastegelegde en de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de president G.J.M. Corstens als voorzitter, en de raadsheren W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink, J. de Hullu en W.F. Groos, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 13 januari 2009.