2.9.In het proces verbaal van de zitting bij het Hof is onder meer het volgende opgenomen:
“De Ontvanger legt een stuk genaamd “Oninbaar lijden” over en leest dit voor. In aanvulling op dit stuk verklaart hij:
- In het actuele debiteurenoverzicht zijn de op oninbaar gestelde aanslagen niet zichtbaar. In het systeem dat de Ontvanger ter beschikking staat zijn die aanslagen echter wel zichtbaar. De Ontvanger kan dus ook de op nihil gestelde aanslagen voor 2017 en eerder van belanghebbende zien.
- De opschoning van de bestanden massaal is geschied. Momenteel worden bedragen van NAf 1 miljoen en hoger handmatig teruggeboekt.
- De Ontvanger heeft een discretionaire bevoegdheid. Alles wat gebeurt, gebeurt namens de Ontvanger en niet namens de Minister.
- “ Oninbaar lijden” is een administratieve actie die normaal gesproken niet kenbaar wordt gemaakt aan de debiteur. De Ontvanger kan daar altijd op terugkomen. Dat de Minister wel over de opschoning communiceert is de verantwoordelijkheid van de Minister.
- Er is niet voldaan aan het dispositievereiste: belanghebbende is er door de toezegging van de Minister niet op achteruit gegaan.
- De grens van NAf 1 miljoen ziet op de totale schuld voor alle middelen voor alle jaren tezamen en inclusief boetes.
- De onderhavige aanslagen bedragen tezamen al meer dan NAf 1 miljoen.
- De juistheid van de schuld is een kwestie tussen de belastingplichtige en de Inspecteur. Voor de Ontvanger is dat niet van belang; die moet gewoon invorderen.
De rapporteur merkt op dat het allemaal vrij arbitrair lijkt. Eerst wordt alles afgeboekt, later gaat het alleen om schulden minder dan NAf 1 miljoen. Uit het persbericht wordt niet duidelijk of dat bedrag ziet op de schuld per jaar, op de schuld per middel of, zoals de Ontvanger zegt, op het totaal van de schulden.
Op de vraag van het Hof of, als de totale schuld over alle jaren en alle middelen NAf 1 miljoen of meer bedraagt, het geheel wordt ingevorderd, verklaart de Ontvanger dat dan inderdaad de gehele schuld wordt ingevorderd inclusief boetes en schulden van ná 2017.
De Inspecteur verklaart dat zij alleen naar de aanslag kijkt. Wat haar betreft moet de invorderingskwestie met de Ontvanger worden geregeld. Het beroep van belanghebbende is terecht niet-ontvankelijk verklaard.
De Inspecteur verklaart verder dat in de pleitnota van belanghebbende een beroep lijkt te worden gedaan op het vertrouwensbeginsel. Volgens de Nederlandse jurisprudentie dient dan aan drie stappen te zijn voldaan, namelijk 1) een welbewuste standpuntbepaling, 2) die aan het bevoegde overheidsorgaan kan worden toegerekend en 3) nadat een belangenafweging heeft plaatsgevonden. De standpuntbepaling moet voldoende concreet zijn en er moet sprake zijn van uitlatingen/gedragingen die bij de belanghebbende redelijkerwijs het vertrouwen hebben gewekt dat ten aanzien van hem bepaalde handelingen worden nagelaten. Daarbij moet ook worden gekeken in hoeverre belanghebbende wel of geen leek is. Over deze kwestie is veel in de media gesproken, niet alleen door de Minister, ook door bijvoorbeeld Statenleden. Belanghebbende is echter geen leek die zo maar op mediaberichten kan vertrouwen.
(…)
De Ontvanger verklaart dat op grond van het oude beleid (vanaf begin 2023) de aanslagen in het systeem op nihil zijn gezet maar nu zo spoedig mogelijk weer worden teruggedraaid. Het terugdraaien is op grond van het nieuwe beleid vanaf 3 april 2023.”