Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
- i) De man en de vrouw hebben tot in 2005 een aantal jaren samengewoond en een gemeenschappelijke huishouding gevoerd.
- ii) De man heeft op 25 mei 2004 zijn woning te [woonplaats] (hierna: de woning) in eigendom overgedragen aan de vrouw voor een – volgens de notariële akte door verrekening voldane – koopsom van Afl. 450.000,--.
- iii) Op 25 mei 2004 rustte op de woning een hypotheek ten gunste van Caribbean Mercantile Bank (hierna: CMB). Deze hypotheek had de man op 30 mei 2003 verschaft als zekerheid voor een lening van Afl. 450.000,--.
- iv) De man, zijn naamloze vennootschap en de vrouw hebben op 21 september 2004 een bankofferte ondertekend betreffende een kredietverlening aan hen voor in totaal Afl. 850.000,--. Tot zekerheid hiervoor is op 18 oktober 2004 een tweede hypotheekrecht gevestigd op de woning, met CMB als hypotheeknemer en de vrouw als hypotheekgever. De man en zijn praktijkvennootschap zijn de schuldenaren van CMB.
- v) De man en de vrouw zijn op 5 mei 2005 in Aruba onder huwelijkse voorwaarden getrouwd. In de akte huwelijkse voorwaarden zijn, voor zover thans van belang, de volgende bepalingen opgenomen:
(…)
3.Beoordeling van het middel
Art. 1:87 BWA nog niet van toepassing?
4.Beslissing
26 mei 2023.