Uitspraak
wonende te [woonplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
- i) De rechtbank heeft de door [eiser] tegen ABN AMRO ingestelde vorderingen afgewezen.
- ii) [eiser] is van het vonnis van de rechtbank in hoger beroep gegaan.
- iii) De zaak is bij het hof aangebracht op de rol van
- iv) Aan [eiser] is voor het nemen van een memorie van grieven een termijn gegeven die op 26 april 2016 verstreek. Op die dag heeft ABN AMRO het verstek gezuiverd.
- v) Omdat [eiser] op 26 april 2016 nog niet van grieven had gediend, is bij rolbeslissing van 26 april 2016 de termijn voor het nemen van een memorie van grieven met twee weken verlengd. In het roljournaal is bij het verlenen van deze termijn aangetekend dat bij niet-dienen verval zal worden verleend.
- vi) [eiser] heeft binnen de extra termijn van twee weken niet van grieven gediend.
- vii) Bij rolbeslissing van 10 mei 2016 is verval verleend van het recht van [eiser] op het nemen van een memorie van grieven.
- viii) Bij arrest van 7 juni 2016 heeft het hof [eiser] in zijn hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van grieven.
4.Beslissing
6 oktober 2017.