Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
gevestigd te Amsterdam,
wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
De rechtbank heeft die vordering afgewezen.
De rolraadsheer dient bedoelde afweging ambtshalve te maken, op het moment dat hij constateert dat niet op de eerste daartoe bepaalde datum van grieven is gediend. Indien de rolraadsheer heeft nagelaten een nadere termijn voor grieven te verlenen, mag geen niet-ontvankelijkverklaring volgen, maar dient het hof appellant alsnog de hiervoor bedoelde korte termijn te verlenen.
4.Beslissing
8 april 2016.