ECLI:NL:HR:2012:BU7361
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep wegens te late betaling griffierecht
In deze zaak heeft Watapana Investment N.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een eindvonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De Hoge Raad heeft op 16 maart 2012 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak, waarbij het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De reden hiervoor was dat het griffierecht niet tijdig was voldaan, in strijd met artikel 3 lid 3 van de Wet griffierechten burgerlijke zaken. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de betaling van het griffierecht op 14 oktober 2011 heeft plaatsgevonden, terwijl dit uiterlijk op 30 september 2011 had moeten gebeuren, na de uitroeping van de zaak ter terechtzitting op 2 september 2011.
Watapana heeft geprobeerd een beroep te doen op de hardheidsclausule van artikel 127a lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, maar de Hoge Raad oordeelde dat de advocaat van Watapana niet mocht aannemen dat het griffierecht automatisch van zijn rekening-courant zou worden afgeschreven. De Hoge Raad benadrukte dat advocaten geacht worden op de hoogte te zijn van de wettelijke termijnen en de gevolgen van het niet tijdig voldoen aan deze termijnen. De Hoge Raad heeft de argumenten van Watapana verworpen en geconcludeerd dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was.
De Hoge Raad heeft Watapana in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 339,38 aan verschotten en € 500,-- aan salaris voor de advocaat van de verweerder. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven, na de beraadslaging door de andere raadsheren.