ECLI:NL:HR:2012:BX7466
Hoge Raad
- Cassatie
- C.A. Streefkerk
- C.E. Drion
- M.V. Polak
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid cassatieberoep wegens te late betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarin de verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.R. Weegenaar, niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn cassatieberoep. De zaak betreft de betaling van het griffierecht in cassatie, waarbij de verzoeker het griffierecht pas op 4 juni 2012 heeft voldaan, terwijl de wettelijke betalingstermijn op 23 mei 2012 verstreek. De Hoge Raad oordeelde dat de advocaat van de verzoeker niet kon afwachten tot hij een nota ontving en dat hij verantwoordelijk was voor tijdige betaling van het griffierecht. De advocaat had erkend dat hij het griffierecht niet binnen de termijn had overgemaakt en voerde aan dat een eerdere nota in het ongerede was geraakt. De Hoge Raad oordeelde echter dat de advocaat geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten of die een beroep op de hardheidsclausule konden rechtvaardigen. De Hoge Raad verwees naar eerdere jurisprudentie waarin werd benadrukt dat advocaten geacht worden op de hoogte te zijn van de wettelijke termijnen en de gevolgen van overschrijding daarvan. De Hoge Raad concludeerde dat de verzoeker niet-ontvankelijk diende te worden verklaard in zijn beroep, conform de bepalingen van de Wet griffierechten burgerlijke zaken en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.