ECLI:NL:HR:2011:BQ5068
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest inzake de ontbinding van een koopovereenkomst met betrekking tot goodwill bij de overname van een notarispraktijk
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juli 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil over de ontbinding van een koopovereenkomst. De partijen in deze zaak zijn IJsseloevers, een vennootschap die een notarispraktijk heeft overgenomen, en [verweerder], de verkoper van de praktijk. De koopovereenkomst omvatte een overnamesom van € 800.000, waarvan € 600.000 was bestemd voor goodwill. IJsseloevers vorderde ontbinding van de overeenkomst, omdat de overgedragen praktijk niet voldeed aan de verwachtingen die zij op basis van de verstrekte informatie had. De rechtbank en het hof hebben de vorderingen van IJsseloevers afgewezen, waarbij het hof oordeelde dat goodwill niet kan worden aangemerkt als een zaak of vermogensrecht in de zin van het Burgerlijk Wetboek.
De Hoge Raad heeft het oordeel van het hof vernietigd en geoordeeld dat bij de verkoop van een onderneming ook een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst kan bestaan indien de overgedragen onderneming wat betreft de goodwill niet beantwoordt aan hetgeen de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De Hoge Raad heeft verder geoordeeld dat de mogelijkheid om wijziging van de gevolgen van de overeenkomst te vorderen niet meer bestaat als de rechtsvordering tot vernietiging van de overeenkomst is verjaard. Dit arrest benadrukt de betekenis van goodwill in de context van de verkoop van ondernemingen en de juridische implicaties van dwaling en verjaring in koopovereenkomsten.