ECLI:NL:HR:2010:BM7040
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige overheidsdaad en schadevergoeding door overschrijding van beslistermijn
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een eerdere uitspraak van het gerechtshof. De zaak betreft een onrechtmatige overheidsdaad waarbij de gemeente Eindhoven aansprakelijk werd gesteld voor schade die [A] B.V. had geleden doordat zij haar bouwwerkzaamheden moest staken. Dit gebeurde naar aanleiding van een schorsing van de bouwvergunning door de voorzieningenrechter, op verzoek van derden die eerder tevergeefs bezwaar hadden gemaakt tegen de vergunning. De gemeente had de wettelijke beslistermijn van zes weken voor het beslissen op het bezwaar van de bezwaarmakers met 29 weken overschreden, wat leidde tot de vraag of deze termijnoverschrijding onrechtmatig was. De Hoge Raad oordeelde dat de overschrijding van de termijn op zichzelf niet automatisch leidt tot onrechtmatigheid, maar dat bijkomende omstandigheden in acht moeten worden genomen. De rechtbank had de vordering van [A] toegewezen, en het hof had deze beslissing bekrachtigd. De Hoge Raad bevestigde dat de gemeente onrechtmatig had gehandeld, omdat zij niet tijdig had beslist op het bezwaar, en dat deze schending van de zorgvuldigheid ook bescherming biedt aan andere belanghebbenden zoals [A]. De gemeente werd veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die op dat moment waren begroot op € 3.852,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.