ECLI:NL:HR:2008:BC2800
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige overheidsdaad en schadevergoeding door Gemeente
In deze zaak vordert [eiseres], een binnenhuisarchitecte, schadevergoeding van de Gemeente Voorst. De vordering is gebaseerd op de stelling dat de Gemeente onrechtmatig heeft gehandeld door geen ruimte te laten voor haar werkzaamheden als zelfstandige naast de uitkeringen die zij ontving op grond van de Algemene Bijstandswet (ABW) en de Rijksgroepsregeling werkloze werknemers (RWW). De zaak begint met een dagvaarding door [eiseres] op 28 december 2001, waarin zij de Gemeente aansprakelijk stelt voor de schade die zij heeft geleden door het handelen van de Gemeente. De rechtbank Zutphen wijst de vordering af op 28 november 2002, waarna [eiseres] in hoger beroep gaat bij het gerechtshof Arnhem. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank in zijn eindarrest van 11 april 2006, maar dit wordt later door de Hoge Raad beoordeeld.
De Hoge Raad oordeelt dat de Gemeente in eerdere communicatie aan [eiseres] onjuiste informatie heeft verstrekt over haar recht op uitkeringen in combinatie met haar zelfstandige werkzaamheden. De Hoge Raad verwijst naar een eerdere uitspraak van 9 september 2005, waarin de reikwijdte van de formele rechtskracht werd verduidelijkt. De Hoge Raad stelt vast dat de Gemeente niet had mogen volhouden dat [eiseres] geen recht had op een uitkering terwijl zij als zelfstandige werkte, en dat de eerdere eindbeslissing van het hof niet meer houdbaar was. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep van [eiseres] en bevestigt de kostenveroordeling in het geding.