Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
“do not fork this side”aangebracht in combinatie met een plaatje van een heftruck met een verbodsteken. Aan de zijde waarop die aanduiding was aangebracht, heeft [appellant] , nadat hij de kist gedeeltelijk uit de container had gesleept en het uit de container gesleepte uiteinde van de kist op pallets had geplaatst, de lepels van de heftruck ingepikt en de kist opgetild. De kist is vervolgens van de heftruck gegleden en tegen het bedrijfspand van [X BV] gevallen. Eerder was de kist bij het tillen uit de container al gaan overhellen naar het bedrijfspand. Daarop had [appellant] houten balken op de lepels gelegd om overhellen te voorkomen.
4.Beoordeling
“do not fork this side”die op de bekisting was aangebracht immers niet over het hoofd hebben gezien. Dat [appellant] dit heeft nagelaten, kan hij niet afwentelen op [X BV] door te stellen dat een en ander is gebeurd onder toeziend oog en tenminste stilzwijgende goedkeuring van de medewerkers van [X BV] . Zulks ontslaat immers [appellant] ‒ die als professioneel heftruckbestuurder speciaal voor het uit de container halen en verplaatsen van de kist met printer door [X BV] was ingeschakeld ‒ niet van zijn eigen verplichting alle zorgvuldigheid in acht te nemen. Dit geldt te meer nu [appellant] door het eerder overhellen van de kist al was gewaarschuwd althans dit had moeten zijn.
“do not fork this side”is zonder nadere toelichting ‒ die ontbreekt ‒ niet te volgen. Een en ander zou impliceren dat de aanduiding
“do not fork this side”geen enkel doel diende, wat niet logisch voorkomt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [appellant] c.s. onvoldoende gemotiveerd verweer gevoerd tegen hetgeen de door [X BV] ingeschakelde expert Cunningham Lindsey in haar rapport heeft geconcludeerd, namelijk dat de reden van het kantelen van de kist is gelegen in een excentrisch zwaartepunt waarvoor de aanduiding
“do not fork this side”nu juist waarschuwde. Voorzover Etas het vallen van de bekisting met printer verklaard heeft doordat de printer in de bekisting bij het lossen niet heeft vastgestaan, heeft te gelden dat Etas deze conclusie niet baseert op eigen onderzoek, aangezien zij tevens concludeert:
“Wij hebben overigens nog altijd geen zekerheid of de printer op de juiste manier in de kist was gezet aangezien [de vlaggendrukkerij] ons niet heeft voorzien van het dwarsscheepse zwaartepunt.”Ook de conclusie van Etas dat de printer in de kist bij het lossen niet heeft vastgestaan, waardoor deze mogelijk tijdens het zakken in de kist is gaan schuiven, kan dan ook onvoldoende gewicht in de schaal leggen om hetgeen Cunningham Lindsey als oorzaak van het vallen van de bekisting met printer heeft aangeduid te weerleggen.
“do not fork this side”nu juist waarschuwde. De deskundige is bij beantwoording van de eerste vraag blijkens zijn rapport echter uitgegaan van een zwaartepunt in het midden van de breedte van de kist en derhalve niet van een excentrisch zwaartepunt. In het kader van de tweede vraag geeft de deskundige aan dat indien het zwaartepunt niet in het midden van de kist zou hebben gelegen, het maximale hefvermogen van de vorkheftruck daalt naar minder dan 5.000 kilogram. In het licht van deze antwoorden is de rechtbank van oordeel dat voldoende vast is komen te staan dat de gebruikte heftruck onvoldoende hefvermogen had om de kist met daarin de printer te heffen, zelfs in het geval de last slechts 5.000 kilogram zou hebben gewogen. Dit betekent dat het beroep op eigen schuld van [appellant] c.s. niet opgaat. Immers zou ‒ gelet op hetgeen hiervoor is overwogen ‒ het ook mis zijn gegaan indien de kist de opgegeven 5.000 kilogram zou hebben gewogen. (…)
“do not fork this side”stond;
“do not fork this side”stond (wellicht had de vrachtauto dan eerst andersom geparkeerd moeten worden, al dan niet op dezelfde plaats);