Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
YUKOS FINANCE B.V.(zoals vertegenwoordigd door [bestuurder L] en [bestuurder R] ),
1.[bestuurder G] ,
2.[bestuurder M] ,
YUKOS FINANCE B.V.(zoals voorheen vertegenwoordigd door [bestuurder G] en [bestuurder M] , thans vertegenwoordigd door [bestuurder G] ),
YUKOS FINANCE B.V.(zoals vertegenwoordigd door [bestuurder L] en [bestuurder R] ),
1.[bestuurder G] ,
2.[bestuurder M] ,
YUKOS FINANCE B.V.(zoals voorheen vertegenwoordigd door [bestuurder G] en [bestuurder M] , thans vertegenwoordigd door [bestuurder G] ),
1.Verder verloop van het geding
- akte aan de zijde van Promneftstroy c.s., met producties;
- antwoordakte aan de zijde van [bestuurder G] c.s.
2.Feiten
null and void”) is.
4.De verdere beoordeling in beide zaken
In de onderhavige zaken gaat het alleen om defecten in het Russische Faillissementsvonnis en in de procedure waarin dat vonnis is gewezen. Schendingen van Russische rechtsregels in de daaraan voorafgegane fiscale procedures kunnen in beginsel slechts van belang zijn voor zover zij tot de conclusie voeren dat Yukos Oil daardoor nodeloos in staat van faillissement is geraakt. Ook om deze reden zal de inhoudelijke uitspraak van het EHRM inzake de door Yukos Oil ingediende klachten niet noodzakelijk doorslaggevend zijn voor de afdoening van de onderhavige zaken.”
Deze rechtsoverweging komt er op neer dat aan schendingen van Russische (belasting)rechtsregels enkel betekenis kan worden toegekend bij de beantwoording van de vraag of het faillissementsvonnis inzake Yukos Oil niet erkend kan worden wegens strijd met de Nederlandse openbare orde, indien deze regels door de Russische autoriteiten zijn geschonden met het kennelijke oogmerk om betalingsonmacht en uiteindelijk het faillissement van Yukos Oil uit te lokken.”
just satisfactionarrest).
effective remedyte kunnen leiden.
on the merits, dat wil zeggen het uiteindelijke inhoudelijke arrest. De relevante overwegingen in dat arrest luiden:
effective remedyzou hebben opgeleverd. Aangenomen dat er dan een beslissing genomen zou zijn nadat die aandeelhouders hun visie hadden kunnen geven, zou de faillissementsrechter bij zijn beslissing over de voorliggende vraag of Yukos Oil failliet verklaard diende te worden immers nog steeds gebonden zijn geweest aan de reeds door de fiscale rechters genomen en in kracht van gewijsde gegane beslissingen en de op grond daarvan vaststaande belastingschulden. Ook zou nog steeds de wens van de schuldeisers hebben voorgelegen om Yukos Oil te laten failleren en geen gebruik te maken van de andere mogelijkheden die het Russische recht biedt (zoals de acceptatie van de voorstellen van het bestuur van Yukos Oil). Aan de omstandigheid dat de rechtsmiddelen niet volledig zijn uitgeput komt in deze bijzondere situatie dan ook geen relevante betekenis toe.
dat aan schendingen van Russische (belasting)rechtsregels enkel betekenis kan worden toegekend bij de beantwoording van de vraag of het faillissementsvonnis inzake Yukos Oil niet erkend kan worden wegens strijd met de Nederlandse openbare orde, indien deze regels door de Russische autoriteiten zijn geschonden met het kennelijke oogmerk om betalingsonmacht en uiteindelijk het faillissement van Yukos Oil uit te lokken(zie rov. 5.4.2 van het tussenarrest van dit hof van 21 juni 2016). Het hof beoordeelt nu slechts of, mede in het licht van gegevens waarover het EHRM niet beschikte, dergelijke schendingen zijn vast te stellen.
sham entities, hierna ook schijnvennootschappen genoemd), die slechts dienden om de handelwijze van Yukos Oil te faciliteren en te verhullen. Aangenomen moet derhalve worden dat de Russische fiscale en rechterlijke autoriteiten Yukos Oil de belastingaanslagen in kwestie konden en mochten opleggen respectievelijk in stand laten en dat daaraan in zoverre voor de toets die in deze procedure moet plaatsvinden (zie hiervoor rov. 4.14.1-4.14.3) geen betekenis kan worden toegekend.
Eerst werd door de productiemaatschappijen de olie uit de bodem gehaald. Deze ruwe olie werd verkocht aan de handelsvennootschap. Over deze transactie werd BTW in rekening gebracht, die door de handelsvennootschap (als afnemer) werd betaald en door de productiemaatschappij (als leverancier) werd afgedragen. Vervolgens liet de handelsvennootschap de ruwe olie raffineren en bewerken tot olieproducten door een van de raffinaderijen in de groep. Voor die raffinage en bewerking betaalde de handelsvennootschap een vergoeding aan de raffinaderij, en ook over die transactie wordt BTW in rekening gebracht, die door de handelsvennootschap (als afnemer) werd betaald en door de raffinaderij (als leverancier) werd afgedragen. Vervolgens verkocht de handelsvennootschap de olieproducten aan het buitenland; over die transactie was geen (dan wel 0%) BTW verschuldigd. De exporterende handelsvennootschap kon echter wel de door haar aan haar wederpartijen betaalde BTW terugvorderen (in vooraftrek brengen). Daartoe was vereist het bewijs enerzijds dat de betreffende verkopen niet aan BTW-heffing onderhevig waren (respectievelijk onder het 0% tarief vielen), en anderzijds dat over de inkopen BTW was afgedragen. De handelsvennootschappen waren derhalve netto BTW-ontvangers. Gezien de grote bedragen waarom het ging moest de toestemming voor de teruggaven door de centrale belastingdienst worden gegeven.”
substance over formaanpak was gehanteerd kon de fiscus niet hier een
form over substancebenadering kiezen. Dat geldt te meer omdat de autoriteiten wisten dat Yukos Oil achteraf niet in staat was nog correcte verzoeken in te dienen, omdat de in te dienen bewijsstukken (koopovereenkomsten, facturen en bankbescheiden) niet op haar naam maar op naam van de vennootschappen in kwestie stonden. De Russische rechter had in elk geval kunnen (en moeten) ingrijpen, want in de Russische jurisprudentie was al eerder aanvaard dat in gevallen waar vast stond dat geen BTW verschuldigd was een minder formele benadering geïndiceerd kon zijn (zie hierna onder 4.35.5), aldus [bestuurder G] c.s. en [bestuurder M] .
The preceding provisions shall not, however, in any way impair the right of a State to enforce such laws as it deems necessary to control the use of property in accordance with the general interest or to secure the payment of taxes or other contributions or penalties.
lawfulness’(het onder i bedoelde vereiste) betreft, de desbetreffende Staat een ruimere beoordelingsmarge wordt toegestaan.
,ook al exportrechten ter zake van de olieproducten in kwestie hadden betaald. De rapportage van Stephan sluit aan bij die van Holiner.
substance over form-leer die ten aanzien van de winstbelasting was gehanteerd leidde daarmee tot apert onredelijke resultaten, nu de vereiste stukken niet bestonden en, zoals gezegd, pas nodig geworden waren als gevolg van de duiding die de fiscus achteraf gaf aan de (partij bij de) transacties. De beschikbare remedies, het accepteren van andere stukken waaruit de betalingen en de andere relevante gegevens bleken, zijn niet benut, hoewel Yukos Oil daarom wel verzocht had. Dat Yukos Oil haar eigen verzoek tot toepassing van het nultarief in 2004 heeft gedaan, was volgens Holiner toelaatbaar. Ook Solokova noemt dat moment niet als probleem. Partijen zijn het er dus kennelijk over eens dat het tijdstip van de indiening daarvan op zichzelf niet de reden was waarom het verzoek werd afgewezen. Dat Yukos Oil dat verzoek pas laat heeft gedaan, omdat dat verzoek niet paste bij haar ontkenning dat zij winstbelasting was verschuldigd is dan ook niet relevant. Een en ander heeft ertoe geleid dat de fiscus aanspraak kreeg op een zeer aanzienlijk BTW-bedrag, wetende dat hij daar realiter geen recht op had. Het is en was ook toen immers niet in geschil dat de olieproducten daadwerkelijk aan buitenlandse afnemers waren verkocht en geleverd, dat BTW aangifte was gedaan, dat de verschuldigde BTW was voldaan en vervolgens verzoeken tot teruggave van die betaalde BTW overeenkomstig de regels zijn gedaan, gevolgd door teruggave van die BTW door de Russische fiscus.
freezing order). Bovendien draaide de installatie gewoon, winstgevend, door, zodat van snel oplopende kosten evenmin sprake was. Tegen die achtergrond zou dus een goed voorbereide veiling met zoveel mogelijk geïnteresseerde bieders te verwachten zijn geweest, opdat een maximale prijs gerealiseerd zou kunnen worden.
Order No. 418 van het RFV, 29 november 2001, Procedure for organising and conducting tenders(hierna: de Order)) gaat in beginsel uit van een periode van twee maanden. Waarom van die termijn is afgeweken, is niet toegelicht. De periode van een maand was zo kort dat die zowel voor Russische bieders als voor buitenlandse bieders problemen opleverde; voor Russische bieders vanwege de naar Russisch recht (voor dit soort grote zaken) geldende eis om goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders te verkrijgen en voor beide categorieën vanwege de noodzaak om toestemming van FAS (Federal Antimonopoly Service) te krijgen, die daarvoor 30 dagen, eenmaal te verlengen met 20 dagen, de tijd had. Ook financiering door (Russische) banken werd daardoor bemoeilijkt. Er bestond geen behoorlijk prospectus of vergelijkbaar stuk en geen mogelijkheid om, als beoogd veilingkoper, de installatie ter plekke te inspecteren en/of het management te spreken of om een
due diligenceonderzoek te laten verrichten.
best practices, tegen welk deel van het rapport Promneftstroy c.s. geen concreet bezwaar hebben aangevoerd, wijst er evenzeer op - wat er zij van de conclusies die hij daaruit trekt - dat de gevolgde procedure sterk afwijkt van hetgeen in de Russische Federatie en wereldwijd gebruikelijk is en toen was.
Order), in beginsel gesteld te worden op de marktwaarde. Bij deze veiling is echter, in de veilingvoorwaarden, deze wettelijke regeling buiten werking gesteld en de openingsprijs op US$ 8,8 miljard gesteld. Een reden is daarvoor niet gegeven.
Chapter 11-procedure in de Verenigde Staten stond aan dergelijke onderhandelingen (en uit- of afstel van de veiling) op zichzelf niet in de weg. In het bestuursbesluit tot het aanvragen van die procedure bij de rechter in Texas is vermeld:
Tax Disputes In (…) proceedings currently before the Moscow Arbitration Court, the Federal Tax Service alleges that Yuganskneftegaz – in violation of Article 40 of the Tax Code of the Russian Federation, which governs transfer pricing – underpriced oil sold by it to Yukos from 1999–2003. The tax authorities initially claimed an aggregate amount of approximately RUB 140.4 billion (USD 4.8 billion) in back taxes, penalties and interest. Based on an expert report that it commissioned, the Moscow Arbitration Court subsequently reduced the total amount of the back tax claims, penalties and interest to approximately RUB 21.9 billion (USD 760 million)”.Ook zijn de tegenover YNG door de Russische autoriteiten geuite voornemens om bepaalde cruciale vergunningen in te trekken niet uitgevoerd.
Chapter 11-procedure in de VS (op 14 december 2004, dus vijf dagen voor de veiling) en de daar genomen belissingen, waaraan ruchtbaarheid in de pers is gegeven, hebben niet geholpen. Zij voeren voorts, evenzeer op zichzelf terecht, aan dat het niet ongebruikelijk is dat de waarde die bij een executieveiling wordt behaald belangrijk lager ligt dan de getaxeerde (markt)waarde, die meestal uitgaat van een transactie tussen een gewillige verkoper en een gewillige koper, adequate informatievoorziening en het ontbreken van grote tijdsdruk. Het niet aanbieden van het complete aandelenpakket kan ook prijsdrukkend werken maar kan niettemin een legitieme keuze zijn. Ten slotte valt niet uit te sluiten dat, zoals Promneftstroy c.s. aanvoeren, de algemeen bekende onmin tussen de Russische regering en de ondernemingsleiding van Yukos Oil een negatieve invloed heeft gehad op de opbrengst.
Orderafwijkende veilingvoorwaarden konden, gegeven de situatie, in redelijkheid niet het doel van het maximaliseren van de opbrengst dienen en zijn ook niet toegelicht/nader verklaard. Ook het niet ingaan op de voorstellen die door en namens Yukos Oil werden gedaan en de gang van zaken nadat aan Baikal Finance Group de aandelen op de veiling waren gegund wijzen erop dat met de veiling niet te goeder trouw werd gestreefd naar een maximale opbrengst, zoals, naar in rov. 4.43 is overwogen, van een zorgvuldig en redelijk handelend belastinginner mocht worden verwacht.
deze regels door de Russische autoriteiten zijn geschonden met het kennelijke oogmerk om betalingsonmacht en uiteindelijk het faillissement van Yukos Oil uit te lokken(tussenarrest van 21 juni 2016). In dat verband verdient de faillietverklaring bij het litigieuze vonnis zelf nadere beschouwing.
just satisfaction- arrest niet af.
just satisfactionarrest):
fees.
dat aan schendingen van Russische (belasting)rechtsregels enkel betekenis kan worden toegekend bij de beantwoording van de vraag of het faillissementsvonnis inzake Yukos Oil niet erkend kan worden wegens strijd met de Nederlandse openbare orde, indien deze regels door de Russische autoriteiten zijn geschonden met het kennelijke oogmerk om betalingsonmacht en uiteindelijk het faillissement van Yukos Oil uit te lokken.”Op grond van hetgeen in rov. 4.60.2-4.60.5 is vermeld is de gevolgtrekking gewettigd dat niet alleen Russische (belasting)rechtsregels zijn geschonden, maar ook dat dit is geschied met het kennelijke oogmerk om betalingsonmacht en uiteindelijk het faillissement van Yukos Oil uit te lokken. De door de autoriteiten gekozen aanpak laat geen andere conclusie toe dan dat zij deze niet hebben gekozen om te komen tot de ordentelijke en legitieme heffing en inning van verschuldigde belastingen, maar om Yukos Oil in een situatie te brengen waarin zij haar schulden niet meer kon betalen en uiteindelijk zou failleren, zoals ook gebeurd is. Uit deze (hiervoor kort samengevatte maar in het bovenstaande uitgebreid besproken) omstandigheden, in onderling verband en samenhang beschouwd, leidt het hof af dat beoogd werd om (uiteindelijk) het faillissement van Yukos Oil uit te lokken.
sideletter)als zonder belang voor de te nemen beslissing geen verdere bespreking.
faits accomplisgerespecteerd worden. De omstandigheid dat het in het internationale handelsverkeer onder omstandigheden onacceptabel is als door een ieder sinds jaar en dag als vaststaand geaccepteerde rechtsgevolgen van buitenlandse vonnissen (in dit geval het Russische faillissementsvonnis) plotsklaps niet juist zijn en/of niet blijken te bestaan (de leer van de acceptatie van
faits accomplis) mist in dit geval gewicht. Wat er zij van die leer in het algemeen, zij ontleent haar betekenis vooral aan de problemen die voortvloeien uit het, na jaren, moeten terugdraaien van allerlei feitelijke en juridische beslissingen en handelingen, met name als daarbij derden betrokken zijn. De verplichting tot zulk terugdraaien kan zozeer in strijd met de rechtszekerheid en het bij derden bestaande vertrouwen zijn dat zij in de omstandigheden van het specifieke geval niet aanvaardbaar is.
eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, (…) teneinde te voorkomen dat hij op een ondeugdelijke grondslag een einduitspraak zou doen.(HR 25 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2800, NJ 2008/553).
fees) kritiek had op de Russische procedures stonden de Russische autoriteiten grosso modo in hun recht door Yukos Oil aan te spreken op haar belastingverplichtingen (zowel winstbelasting als BTW) en daarbij doortastend te werk te gaan. [bestuurder S] meent dan ook dat op basis hiervan dit hof tot de conclusie behoort te komen dat van strijd met de openbare orde geen sprake is.
.