ECLI:NL:HR:2007:BB5084
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Betwisting van afstamming en de juridische gevolgen daarvan
In deze zaak gaat het om de betwisting van de afstamming van [verzoeker] door [verweerster]. [Verweerster] heeft op 4 oktober 2005 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Almelo, waarin zij verzocht om de betwisting van de afstamming van [verzoeker] gegrond te verklaren. De rechtbank heeft dit verzoek op 14 december 2005 afgewezen. [Verweerster] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof Arnhem, dat op 25 juli 2006 de beschikking van de rechtbank heeft vernietigd en de betwisting van de afstamming gegrond heeft verklaard. [Verzoeker] heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze beschikking van het hof.
De Hoge Raad heeft op 21 december 2007 uitspraak gedaan. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de juridische afstammingsrelatie van [verzoeker] met [betrokkene 1] juist was, omdat [verzoeker] binnen 300 dagen na de ontbinding van het huwelijk van zijn moeder met [betrokkene 1] was geboren. De Hoge Raad benadrukte dat de wet een procedure tot ontkenning van het vaderschap biedt, maar dat [betrokkene 1] deze mogelijkheid niet heeft benut voordat hij overleed. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het gerechtshof en bekrachtigde de beschikking van de rechtbank.
De Hoge Raad concludeerde dat de betwisting van de afstamming door [verweerster] niet kon worden toegewezen, omdat de in de geboorteakte vermelde gegevens niet onjuist waren. De Hoge Raad oordeelde ook dat de afwijzing van het verzoek van [verweerster] geen inbreuk maakte op haar recht op respect voor privé- en gezinsleven, zoals beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Hoge Raad compenseerde de proceskosten in hoger beroep en in cassatie, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.