Uitspraak
1.Verloop van de procedure
2.Beoordeling
Rijkswet op het Nederlanderschapen de
Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname(HR 11 april 1997, NJ 1997, 705). Daaronder is niet begrepen een zodanige verkrijging (of behoud) van het Nederlanderschap door de werking van enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur, zoals het vertrouwensbeginsel (HR 16 september 1994, NJ 1995, 563; HR 19 december 2003, LJN: AL8544, NJ 2009, 338). In de regelgeving is niet voorzien in een verkrijging van het Nederlanderschap op humanitaire gronden.
(Europees) Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden[EVRM] noch aan enige andere bepaling van het EVRM kan het recht worden ontleend op de verkrijging van een bepaalde nationaliteit (HR 1 februari 2008, LJN: BC1847, NJ 2008, 82; HR 25 mei 2012, LJN: BV9435, NJ 2012, 337).
Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten[IVBPR] en artikel 1 van Protocol nr. 12 bij het EVRM), zoals met succes gedaan in HR 26 januari 2007, LJN: AZ1624, NJ 2007, 73 (een Arubaanse nationaliteitszaak), faalt. Verzoekster bevindt zich niet in een relevant vergelijkbare positie ten opzichte van personen die wel onder artikel 14, eerste lid, RwNed vallen. Bij de verkrijging of verlening van het Nederlanderschap, bedoeld in artikel 14, eerste lid, RwNed is sprake geweest van een tot Nederlanderschap leidende rechtshandeling van de met de uitvoering van de
Rijkswet op het Nederlanderschapbelaste autoriteiten. De inschrijving van de nietige tweede erkenning in het geboorteregister (zie rov. 2.4) geldt niet als zodanig.