ECLI:NL:HR:2011:BN3529
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over afwijzing uitstelverzoek in belastingzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 24 september 2009 een eerder vonnis bevestigde. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2003, die na bezwaar door de Inspecteur is gehandhaafd. De Rechtbank te Haarlem verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende hoger beroep instelde bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank, waarop belanghebbende cassatie aantekende.
De Hoge Raad behandelt de afwijzing van een verzoek om uitstel van de zitting door het Hof. De gemachtigde van belanghebbende had om uitstel verzocht vanwege privé-omstandigheden, namelijk de ziekte van zijn moeder. Het Hof had eerder al een uitstelverzoek ingewilligd, maar weigerde dit tweede verzoek, omdat de gemachtigde geen vervanger had geregeld en het verzoek kort voor de zitting was ingediend. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het verzoek om uitstel niet tijdig was en dat de ziekte van de moeder van de gemachtigde een gewichtige reden kan zijn voor uitstel.
De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 1748 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 28 januari 2011.