30. De rechtbank acht termen aanwezig om verweerder te veroordelen in de proceskosten die
eiseres redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met de behandeling van het bezwaar en
het beroep, een en ander overeenkomstig de normen van het Besluit proceskosten
bestuursrecht (Bpb). Aan eiseres is door een derde beroepsmatig rechtsbijstand verleend.
Voor de in aanmerking te nemen proceshandelingen in bezwaar worden 2 punten toegekend
(1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift en l punt voor het verschijnen ter
hoorzitting in bezwaar) met een waarde van € 269,- per punt. Voor de beroepsfase worden
3,5 punten toegekend (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 0,5 punt voor het
indienen van repliek en 2 punten voor het verschijnen op de beide zittingsdagen) met een
waarde van € 759,- per punt. De rechtbank beoordeelt de zaak als zwaar, waarvoor een
wegingsfactor 1,5 geldt. Gelet hierop bedraagt het vanwege de in deze zaak verleende
rechtsbijstand te vergoeden forfaitaire bedrag in totaal € 4.522,75.
31. Verder heeft eiseres recht op een vergoeding van haar taxatiekosten, omdat in het
taxatierapport ook is ingegaan op artikel 220a van de Gemeentwet en de onroerende
zaaksbelasting, en de kosten van de aanwezigheid van de taxateur op zitting. De rechtbank
acht een tijdsbeslag van 5 uur en een uurtarief van € 120.- (te vermeerderen met de ter zake
verschuldigde BTW) redelijk. De rechtbank ziet aanleiding aan te sluiten bij de Richtlijn van
de belastingkamers van de gerechtshoven inzake vergoeding van proceskosten bij WOZ-taxaties en hanteert daarom voor de vergoeding van de aanwezigheid van de taxateur op
zitting hetzelfde (door de taxateur opgegeven) tarief als voor het opstellen van het
taxatierapport. Het tijdsbeslag van de behandeling van deze zaak op zitting stelt de rechtbank
vast op 15 minuten, wat betekent dat de vergoeding € 30,- (te vermeerderen met de ter zake
verschuldigde BTW) bedraagt.