ECLI:NL:GHSHE:2022:565
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Weigering van gemachtigde wegens ongepast taalgebruik in belastingzaken
In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 februari 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:565, wordt de weigering van een gemachtigde besproken die herhaaldelijk ongepast taalgebruik heeft gebruikt in processtukken. De gemachtigde, aangeduid als [gemachtigde], vertegenwoordigt meerdere belanghebbenden in belastingzaken, waaronder [A BV] en [B BV]. Het hof heeft eerder al meerdere keren gewaarschuwd voor het gebruik van grievende en beledigende opmerkingen in de communicatie met de rechtbank. Ondanks deze waarschuwingen heeft de gemachtigde zijn taalgebruik niet aangepast, wat heeft geleid tot deze beslissing.
Het hof stelt vast dat het taalgebruik van de gemachtigde niet alleen in strijd is met de omgangsvormen die in het maatschappelijk verkeer gelden, maar ook de goede procesorde ernstig verstoort. De gemachtigde heeft in zijn stukken herhaaldelijk beledigende opmerkingen gemaakt over rechterlijke ambtenaren en de rechtsstaat. Het hof benadrukt dat partijen zich in een procedure op een respectvolle manier moeten uitlaten, ook als zij het oneens zijn met rechterlijke uitspraken.
De beslissing van het hof is gebaseerd op artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht, dat de mogelijkheid biedt om een gemachtigde te weigeren als er ernstige bezwaren tegen deze persoon bestaan. Het hof concludeert dat de gemachtigde niet langer kan optreden in deze en andere procedures, en dat de procedure zal worden voortgezet met [A BV] als gemachtigde. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de weigeringsbeslissing.