ECLI:NL:GHSHE:2021:143
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Weigering van gemachtigde en bijstandsverleners in belastingzaken wegens onbetamelijk taalgebruik
In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gedateerd 21 januari 2021, wordt de gemachtigde [gemachtigde] geweigerd om bijstand te verlenen aan belanghebbende in een belastingzaak. De weigering is gebaseerd op artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht, vanwege aanhoudend beledigend taalgebruik door [gemachtigde] in eerdere processtukken. Het hof heeft in het verleden al meerdere keren gewaarschuwd voor dit onbetamelijke taalgebruik, maar [gemachtigde] heeft hier geen gehoor aan gegeven. De gemachtigde heeft in zijn motivering van het hoger beroep opnieuw beledigende opmerkingen gemaakt over rechterlijke ambtenaren en colleges, wat het hof als een ernstige verstoring van de goede procesorde beschouwt.
Het hof stelt dat partijen zich in een gerechtelijke procedure mogen laten bijstaan door iemand van hun keuze, maar dat dit niet mag leiden tot onnodige grievende uitlatingen. Het hof heeft vastgesteld dat het taalgebruik van [gemachtigde] niet alleen in strijd is met de omgangsvormen, maar ook de belangen van de belanghebbende kan schaden. De beslissing om [gemachtigde] en de vennootschappen [B BV] en [C BV] te weigeren is genomen om de normale gang van zaken in de procedure te waarborgen. Belanghebbende wordt in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken een andere gemachtigde aan te wijzen.