Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
Spezial Sondervermögenis met, onafgebroken, slechts één houder van bewijzen van deelgerechtigdheid in zijn vermogen. Gezien de uitspraak van het hof van 12 oktober 2017, [1] over een feitencomplex dat niet op relevante wijze afwijkt van het onderhavige, en het arrest van de Hoge Raad van 24 januari 2020 [2] moet een dergelijk beleggingsfonds worden aangemerkt als een privébeleggingsfonds van de deelgerechtigde en kan zo’n fonds niet als fonds voor gemene rekening in de zin van artikel 2 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 worden gekwalificeerd. Dat betekent dat belanghebbende, behoudens het hiernavolgende inzake doelvermogens, niet als lichaam voor de heffing van vennootschapsbelasting wordt aangemerkt en dat belanghebbende evenmin de opbrengstgerechtigde is voor de heffing van dividendbelasting. Het onderhavige verzoek is niet (mede) een verzoek namens de enige deelgerechtigde in het vermogen van belanghebbende. Belanghebbende, noch die deelgerechtigde, kan dus aanspraak maken op teruggaaf van dividendbelasting. Dat zou slechts anders kunnen zijn indien belanghebbende als doelvermogen aanspraak kan maken op teruggaaf van dividendbelasting. Het hof zal belanghebbendes in dat verband betrokken stellingen hierna behandelen.
A SCPI. [9] Het hof verwerpt het desbetreffende betoog op de navolgende gronden.
A SCPIwaarop belanghebbende zich beroept. In het licht van dat doel kan een privébeleggingsfonds als belanghebbende niet vergelijkbaar worden geacht met collectieve beleggingsfondsen waarvoor het Nederlandse regime is bedoeld.
de factoten nadele van buiten Nederland gevestigde fondsen uitwerken. De Nederlandse kwalificatieregels leiden er slechts toe dat privébeleggingsfondsen zoals belanghebbende en besloten beleggingsfondsen niet als lichaam voor vennootschapsbelastingdoeleinden en opbrengstgerechtigde voor de heffing van dividendbelasting worden aangemerkt, wat noodzakelijkerwijs betekent dat de achterliggende deelgerechtigde tot het vermogen in een zodanig fonds als belastingsubject voor die heffingen wordt aangemerkt.
5.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).