Uitspraak
A.
zij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 21 november 2011 te Tilburg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) van een voorwerp, te weten een of meer geldbedragen (in totaal ongeveer 590.000 euro), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp was of wie bovenomschreven voorwerp, te weten een of meer geldbedragen (in totaal ongeveer 590.000 euro), voorhanden had, terwijl zij wist dat dat voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf, immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s) één of meer geldbedragen als geldlening(en) in de administratie opgenomen en/of zogenaamde (valse) leningsovereenkomst(en) opgesteld en aldus een legale herkomst aan genoemde geldbedragen gegeven;
zij in of omstreeks de periode van 1 maart 2011 tot en met 21 november 2011 te Tilburg, in elk geval in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband van een aantal natuurlijke personen en/of (een) rechtsperso(o)n(en) (waartoe onder meer behoorden [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of een of meer andere personen), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
A.
zij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2007 tot en met 21 november 2011 te Tilburg tezamen en in vereniging met een ander of anderen telkens van een voorwerp, te weten geldbedragen (in totaal ongeveer 590.000 euro), (telkens) de herkomst heeft verhuld, terwijl zij wist dat dat voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf, immers hebben verdachte en zijn mededader(s) geldbedragen als geldleningen in de administratie opgenomen en zogenaamde valse leningsovereenkomsten opgesteld en aldus (telkens) een legale herkomst aan genoemde geldbedragen gegeven;
zij in de periode van 21 maart 2011 tot en met 21 november 2011 te Tilburg heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband van een aantal natuurlijke personen en een rechtspersoon (waartoe onder meer behoorden [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] ), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- een niet (voldoende) transparante start van onderzoek Colt;
- een onrechtmatige wijze van actieve informatievergaring;
- onjuist en/of onvolledige voorlichting van de rechter-commissaris;
- de inzet van bijzondere opsporingsmiddelen (telefoontaps en stelselmatige observatie) zonder redelijk vermoeden van schuld.
- Op 13 januari 2010 was in het autobedrijf van [verdachte] ongeveer 78 kilo hennep aangetroffen, waarvoor [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] waren aangehouden en als verdachten aangemerkt (zie de zaak met parketnummer 02-665862-11);
- [medeverdachte 1] is eigenaar van een pand aan de [adres 2] , waar op 24 juni 2010 een hennepkwekerij was aangetroffen;
- [medeverdachte 9] is eigenaar van het pand aan de [adres 11] . In januari 2011 was in dit pand eveneens een hennepkwekerij aangetroffen, waarvoor [medeverdachte 9] als verdachte was aangemerkt.
1.Ter zake van feit 1A en 1B: hennepexport en –handel
hierna telkens: [medeverdachte 3]) in een Audi stationwagen, voorzien van het kenteken [kenteken 1] dat op zijn naam is gesteld, bij [verdachte] . De roldeur gaat open en [medeverdachte 1] (
hierna telkens: [medeverdachte 1]) en een andere man komen naar buiten lopen. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] pakken samen een gevulde tas uit de kofferbak en dragen de tas samen [verdachte] binnen. Hierna komt [medeverdachte 3] naar buiten en pakt uit de achterbak van de Audi een vuilniszak en gaat [verdachte] binnen. Enkele minuten later arriveert er een bestelauto. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] komen naar buiten. [medeverdachte 3] opent de achterklep van deze auto en staat samen met [medeverdachte 1] en een andere man bij de achterbak van de Audi. [medeverdachte 3] en de andere man lopen heen en weer tussen de bestelauto en de Audi. [medeverdachte 3] komt met vermoedelijk een zwarte sporttas uit de bus en legt die in de achterbak van de Audi. [medeverdachte 1] staat te kijken wat de andere twee mannen doen. Vervolgens lopen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] richting de bestelauto uit beeld. Zij dragen samen een voorwerp, komen uit de richting van de bestelauto en [medeverdachte 1] legt het voorwerp in de kofferbak. [medeverdachte 3] sluit de kofferbak, loopt naar de bestuurdersplaats van de Audi en is uit beeld. [medeverdachte 1] en de andere man gaan naar binnen bij [verdachte] . Vervolgens komt de onbekende man vanuit [verdachte] en loopt met een vuilniszak richting de bestelbus uit beeld. Hij komt dan terug lopen zonder zak en gaat weer naar binnen. Om 08.02 uur stopt een Mazda 626, voorzien van het Duitse kenteken [kenteken 2] , aan de achterzijde. [medeverdachte 11] , bestuurder van de Mazda, stapt uit en loopt [verdachte] binnen. De andere man komt naar buiten en vertrekt in de bestelbus. Enkele minuten later stapt [medeverdachte 11] in de Mazda, rijdt weg en stopt vijf minuten later weer aan de achterzijde voor de roldeur. [medeverdachte 11] loopt wederom naar binnen. Om 09.02 uur komen [medeverdachte 2] (
hierna telkens: [medeverdachte 2]), [medeverdachte 1] , [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] naar buiten. [medeverdachte 11] draagt een zwarte sporttas die kennelijk gevuld is. [medeverdachte 2] opent de kofferbak van de Mazda, waarna de tas in de kofferbak wordt gelegd. De mannen nemen afscheid van elkaar. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] gaan naar binnen en [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] stappen in de Mazda en rijden weg. Om 09.09 uur arriveert [medeverdachte 4] (
hierna telkens: [medeverdachte 4]) als bestuurder van een Seat Leon, voorzien van het kenteken [kenteken 3] dat op zijn naam is gesteld, en gaat [verdachte] binnen. Om 09.34 uur rijdt [medeverdachte 4] in de Seat weg bij [verdachte] . Een klein half uur later keert hij terug in de Seat. Uit de achterbak van de Seat komt een tweetal kennelijk gevulde grote zwarte sporttassen die [verdachte] in worden gebracht door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] . Om 10.29 uur rijdt [medeverdachte 4] weer weg in de Seat. [12]
[medeverdachte 2] : zal ik die dan sturen
onbekende man : hij weet waar mijn huis is
: dan stuur ik nu de dinges... Moet de auto groot zijn?
[medeverdachte 2] : oké dan stuur ik die met de taxi/personenauto
hierna telkens: [medeverdachte 6]) aanlopen uit [verdachte] . Hij heeft latex handschoenen aan. [medeverdachte 4] komt dan weer teruglopen. Hij heeft dan niets meer bij zich.
hierna telkens: [medeverdachte 5]) en [medeverdachte 4] komen uit [verdachte] gelopen. Kort daarna komt ook [medeverdachte 1] naar buiten. Verder komen acht onbekend gebleven personen in beeld. Zeven van hen gaan vervolgens het pand van [verdachte] binnen. [medeverdachte 5] haalt in totaal vier verhuisdozen uit de bestelbus. Deze dozen worden naar binnen gedragen door hem en de onbekende persoon die buiten is gebleven. [medeverdachte 4] haalt een vuilniszak uit de bus en brengt deze het pand binnen. [medeverdachte 5] sluit de achterdeur van de bus en rijdt deze vervolgens achteruit uit beeld van de camera. De vier verhuisdozen worden in de opening van de roldeur geschoven. [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] komen opnieuw in beeld. Vervolgens komt een Mercedes Vito, voorzien van het kenteken [kenteken 4] , achteruit gereden en stopt voor de roldeur. [medeverdachte 5] komt uit deze auto en loopt naar de achterkant. [medeverdachte 4] komt ook naar buiten. Samen met [medeverdachte 5] pakt hij de vier verhuisdozen en zij zetten deze kennelijk in de Mercedes Vito. [medeverdachte 4] gaat vervolgens het pand binnen en [medeverdachte 5] gaat weg met de Mercedes Vito. [16]
het hof begrijpt: de eerdergenoemde Mazda 626), bij de roldeur. [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] stappen uit als bestuurder respectievelijk bijrijder van de auto. [medeverdachte 11] pakt een zwarte sporttas uit de kofferbak en loopt samen met [medeverdachte 12] richting de geopende roldeur. Vanuit [verdachte] komen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] aangelopen. [medeverdachte 3] neemt in de deuropening de tas van [medeverdachte 11] over en zet deze op de grond. [medeverdachte 3] opent de tas. Hij buigt zich samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] over de geopende tas om te kijken naar de inhoud. [medeverdachte 12] en [medeverdachte 11] staan erbij te kijken. [medeverdachte 4] loopt er omheen. [medeverdachte 3] haalt een zak met inhoud uit de tas omhoog en laat deze weer zakken. Hij geeft vervolgens [medeverdachte 12] een hand en slaat hem op de schouder. [medeverdachte 11] buigt zich ook over de tas, haalt iets uit een van de zakken en laat dit zien aan [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] en [medeverdachte 11] zijn dan bezig iets uit de tas te halen/bekijken. Soortgelijke handelingen worden diverse malen herhaald. [medeverdachte 1] staat te kijken wat [medeverdachte 11] en [medeverdachte 2] aan het doen zijn. [medeverdachte 1] gaat geknield naast [medeverdachte 2] bij de tas zitten. Er wordt een zak uit de tas gepakt en omhoog gehouden. [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 12] en [medeverdachte 11] staan vervolgens rond de tas met inhoud te praten. In de tas zijn zakken te zien waarvan de inhoud groen van kleur is. [medeverdachte 3] gaat geknield bij de tas zitten en haalt circa zeven zakken met een groene substantie uit de tas. [medeverdachte 11] houdt een zak die hij uit de tas haalt omhoog. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 11] doen vervolgens de uit de tas gehaalde zakken weer in de tas. Op enig moment komt [medeverdachte 4] met lege doorzichtige plastic zakken achter uit de zaak lopen, die hij neerlegt naast de tas en waarvan hij er één openmaakt. [medeverdachte 3] maakt een zak uit de tas open en doet de inhoud daarvan vervolgens in de zak die [medeverdachte 4] openhoudt. Als de zak gevuld is, geeft [medeverdachte 4] de zak aan [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] gaat verder de zaak in met de zak die hij net heeft gekregen. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] houden zich bezig met het overpakken van de zakken uit de tas. [medeverdachte 11] helpt hen daarbij en [medeverdachte 12] en [medeverdachte 2] staan daarbij te kijken. De zakken worden naast elkaar neergezet. Zichtbaar zijn circa acht gevulde zakken. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] brengen vervolgens de gevulde zakken naar binnen. [medeverdachte 3] loopt met de geleegde zakken naar buiten, waar hij deze in een grijze vuilniszak doet, welke nabij de geopende roldeur staat. Vervolgens komt [medeverdachte 4] met een verhuisdoos gevuld met zakken met een groene substantie naar buiten en loopt achter de Mazda langs uit beeld. Kort hierna keert hij terug zonder doos en gaat [verdachte] weer binnen. [20]
hierna telkens: [medeverdachte 7]) de toegangsdeur van het pand van [verdachte] en gaat het pand binnen. [48]
- vier grote zwarte stoffen draagtassen met een roze rand met fragmenten van hennepresten;
- een aangesloten afzuigbuis met een diameter van 35 centimeter;
- een groot model elektronische weegschaal;
- een dressoir met fragmenten van hennepresten en twee schaartjes;
- een zilveren seal bag alsmede soortgelijk verpakkingsmateriaal, rollen tape en een mondkapje;
- een hoeveelheid ingepakte hennep (circa 30 gram);
- een doos met verse, niet gedroogde, hennepresten.
- Op 4 september 2011 om 21.47 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] vraagt of [medeverdachte 3] thuis is en [medeverdachte 3] bevestigt dit. Zij zien elkaar morgenochtend om 7 uur. [medeverdachte 1] geeft aan dat [medeverdachte 3] dat ding mee moet nemen, de dure auto.
- Op 22 oktober 2011 om 12.15 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] vraagt of [medeverdachte 3] die auto naar hem kan komen brengen. [medeverdachte 3] vraagt: “de auto?”, waarop [medeverdachte 1] zegt: “je hebt het begrepen he?”. [medeverdachte 3] zegt dat zijn vrouw vermoedelijk thuis is en dat hij haar het laat afgeven.
- Op 22 oktober 2011 om 12.33 uur belt [medeverdachte 3] naar zijn vrouw [vrouw medeverdachte 3] en vraagt haar waar zij is. [vrouw medeverdachte 3] zegt dat zij thuis is, waarop [medeverdachte 3] zegt dat zij die grote zak boven in een vuilniszak moet doen en onder de trap moet zetten. [medeverdachte 3] komt het ophalen.
- Op 22 oktober 2011 om 16.18 uur wordt [medeverdachte 3] gebeld door [medeverdachte 5] . [medeverdachte 5] vraagt wie er bij [medeverdachte 3] thuis is. [medeverdachte 3] zegt niemand en vraagt hoezo. [medeverdachte 5] zegt dat er wat nodig is. [medeverdachte 3] heeft het al opgehaald, zegt [medeverdachte 3] . Er zou ook een gemixte zijn, zegt [medeverdachte 5] . Dat heeft [medeverdachte 3] ook meegenomen naar de zaak, zegt [medeverdachte 3] .
- Op 24 oktober 2011 zet [medeverdachte 3] kartonnen dozen in de loods van de [adres 6] ) te Tilburg .
- Op 25 oktober 2011 om 13.43 uur komt [medeverdachte 7] aanrijden in een op zijn naam gestelde rode Opel Corsa, voorzien van het kenteken [kenteken 20] . Hij stapt uit en gaat de loods aan de [adres 6] binnen. Om 14.02 uur komt hij uit de loods lopen met onder zijn arm een kartonnen doos. Hij legt deze kartonnen doos in de achterbak van de rode Opel Corsa en vertrekt.
- Op 27 oktober 2011 om 10.17 uur komen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] aanrijden in voornoemde Opel Corsa. [medeverdachte 7] en [medeverdachte 3] stappen uit en gaan de loods aan de [adres 6] binnen. Zij komen om 10.21 uur weer uit de loods lopen. [medeverdachte 7] legt dan een kartonnen doos in de achterbak van de Opel Corsa. [medeverdachte 7] en [medeverdachte 3] stappen in de Opel Corsa en rijden weg.
- Op 27 oktober 2011 om 13.05 uur komt [medeverdachte 3] aanrijden in een op zijn naam gestelde zwarte Renault Kangoo, voorzien van kenteken [kenteken 11] . [medeverdachte 3] stapt uit en begroet twee onbekende mannen die uit de loods van [adres 6] komen lopen. Daarop pakt [medeverdachte 3] een rol isolatiemateriaal uit de loods en legt deze in de Renault Kangoo, waarna hij om 13.07 uur weer wegrijdt.
- Op 27 oktober 2011 om 15.47 uur komt [medeverdachte 5] aanlopen en opent de toegangsdeur van de loods aan de [adres 6] . Daarop wordt de roldeur geopend en rijdt [medeverdachte 5] een donkergrijze/zwarte bedrijfsauto achteruit de loods binnen en sluit de roldeur. Om 15.53 uur rijdt [medeverdachte 5] de bedrijfsauto weer uit de loods en sluit de roldeur, waarna hij wegrijdt.
2.Hennepdrogerij en -kwekerijen
- Om 09.08 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door [medeverdachte 18] . [medeverdachte 18] zegt dat bij hen ‘de ooms’ van [betrokkene 2] schijnen te zijn gekomen. Zij spreken af dat ‘hij’ moet zeggen: “ik weet niets van boven, ik verblijf hier”.
- Om 09.14 uur wordt [medeverdachte 1] opnieuw gebeld door [medeverdachte 18] . [medeverdachte 18] zegt dat ‘hij’ zegt dat zij vragen van wie het is. [medeverdachte 1] noemt de naam [medeverdachte 19] .
- Om 09.23 uur belt [medeverdachte 18] opnieuw met [medeverdachte 1] en stelt voor het aan de huisbaas te zeggen, zodat die zegt: “ik heb het aan [medeverdachte 19] gegeven”.
- Om 09.27 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 14] . [medeverdachte 1] zegt: “waarschijnlijk is er een probleem daar bij jou aan de andere kant”, waarna hij de naam [medeverdachte 19] noemt. [medeverdachte 1] zegt verder: “als er iets gebeurt, dan zeg je dat je daar aan die man hebt verhuurd”.
- Om 19.06 uur belt [medeverdachte 1] naar een man die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . De man zegt dat het slecht gaat tussen hem en zijn zoon. Sinds een maand hebben ze ruzie met elkaar en zojuist vielen ze elkaar aan.
- Om 23.35 uur belt [medeverdachte 18] naar [medeverdachte 1] en zegt: “mijn schoonbroer en zijn vrouw. Die persoon zou hebben gezegd dat zij gelijk uit het huis moeten”. [medeverdachte 1] zal even bellen.
- Om 23.37 uur belt [medeverdachte 1] naar een man die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 4] . De man zegt dat er slechte dingen zijn gebeurd en dat hij aan ‘die mensen’ gezegd heeft dat zij gelijk uit het huis moeten. Hij denkt dat zij wel een auto hebben. [medeverdachte 1] zegt hierop dat als er een probleem is, hij wel iemand zal sturen en ‘die’ laat ophalen.
- Om 23.39 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 18] . [medeverdachte 1] zegt dat zij in hun auto kunnen stappen en deze kant op kunnen komen als zij een auto hebben. Verder vraagt hij hoeveel/hoe lang het daar is geworden, waarop [medeverdachte 18] zegt: “het was op de 5e of de 10e van de maand. Maar ze zijn aardig goed geworden!”. [medeverdachte 1] zegt: “Op de 10 van de maand waren ze …. Ze zijn dus over 6 denk ik”. [medeverdachte 18] zegt: “ze zijn over de 6 en zijn met 7 ‘begonnen’”. Hierna zegt [medeverdachte 1] : “laat ze naar deze kant komen. Hij neemt zijn vrouw en kinderen en hij komt”.
- Om 00.33 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door de man die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . [medeverdachte 1] zegt dat hij met de zoon van de man heeft gebeld. [medeverdachte 1] zegt dat de zoon van de man naar die mensen gebeld zou hebben en tegen hen heeft gezegd dat zij daaruit moeten. [medeverdachte 1] zegt verder dat hij heeft gezegd tegen hen: “stappen jullie maar in de auto en kom maar naar deze kant” en dat zij hen 1 tot 2 dagen zullen ontvangen.
- Om 14.48 uur belt [medeverdachte 1] naar ene [betrokkene 4] en vraagt of ze momenteel een busje hebben. [betrokkene 4] zegt dat zij momenteel een Opel Movano hebben, waarop [medeverdachte 1] zegt: “je moet dat aan niemand geven, ik stuur iemand naar jou toe om het busje op te halen en zal het morgen terug brengen”. [betrokkene 4] zegt daarop: “is goed”.
- Om 15.03 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door [medeverdachte 5] . [medeverdachte 5] zegt: “wij zijn hier naar toe gekomen, er is een bus, ik zei tegen die jongen is goed, laat het dat busje zijn. Ik zei tegen hem dat er hier een ID is en dat wij altijd op zijn naam huren maar deze jongen zegt dat het perse niet kan”, waarop [medeverdachte 1] vraagt of hij die jongen mag spreken. [medeverdachte 5] geeft de telefoon aan [betrokkene 4] . [betrokkene 4] zegt dat hij zo net met [medeverdachte 20] heeft gesproken en dat zij een kopie van het rijbewijs en handtekening van [medeverdachte 5] moeten hebben.
- Om 15.59 uur belt [medeverdachte 1] naar het telefoonnummer [telefoonnummer 5] , dat toebehoort aan [bedrijf] . [medeverdachte 1] spreekt met [medeverdachte 20] . [medeverdachte 1] zegt: “ik heb iemand daar naar jou gestuurd, daar is ene [betrokkene 4] en die vraagt om de gegevens van de bestuurder. Wij huurden vroeger op naam van iemand, kan het niet weer op dezelfde wijze?”. [medeverdachte 20] zegt dat alles mogelijk is, maar dat als er problemen zijn [medeverdachte 1] wel voor de gevolgen moet inzien (
het hof begrijpt: resten van) hennepplanten werd een hoeveelheid afgeknipt en inbeslaggenomen en voor onderzoek ter beschikking gesteld. Middels een zogenaamde narcotest werd deze hoeveelheid onderzocht en de uitslag van de test was positief voor THC. [115]
het hof begrijpt hierna telkens: [betrokkene 1]). Ze hebben hen net in Den Bosch vrijgelaten. [medeverdachte 18] zegt dat hij ze gaat ophalen, waarop [medeverdachte 1] zegt dat dat goed is. [125] Later die dag om 19.58 uur hebben [medeverdachte 1] en [medeverdachte 18] opnieuw telefonisch contact met elkaar. [medeverdachte 18] laat weten dat hij de landgenoten heeft opgehaald en hen weer thuis heeft afgezet. [126] Op 7 september 2011 belt [medeverdachte 9] naar [medeverdachte 6] . [medeverdachte 9] zegt dat hij in de stress zit, omdat zij dat weer van hem hebben weggenomen. [medeverdachte 9] zegt dat zij ook van [medeverdachte 1] hebben weggenomen en [medeverdachte 1] twee huizen naast elkaar had. [medeverdachte 6] vraagt: “daar bij [betrokkene 1] ?”, waarop [medeverdachte 9] zegt: “juist”.
- SO;
- 1084x precies;
- knipgeld aan [betrokkene 1] betaald;
- € 2.000 huur betaald 09-09-2011;
- op 06-09-2011 gepakt, ooms namen het/hem/haar mee;
- de namen [betrokkene 1] en [betrokkene 3] meerdere keren vermeld.
- correspondentie van Brabant Water, waaronder een jaarafrekening gericht aan [medeverdachte 23] , over de periode oktober 2010 tot oktober 2011;
- een schrijven van Sparck Hypotheken van 8 november 2011 gericht aan [medeverdachte 23] en [medeverdachte 24] ;
- voorschotnota’s van Essent gericht aan [medeverdachte 23] over de maanden augustus, oktober en november 2011 en daarmee corresponderende stortingsbewijzen;
- een aanslagbiljet afvalstoffenheffing van 31 juli 2011 gericht aan [medeverdachte 23] en het daarbij behorende stortingsbewijs.
3.Ter zake van feit 2: witwassen
- Het gaat om (zeer) grote bedragen aan contant geld.
- Dit betreft (met uitzondering van lening 6) leningen uit het buitenland door niet-financiële instellingen en particulieren.
- Lening 6 is een lening door een particulier van een groot bedrag.
- Het betreft (met uitzondering van lening 6) leningen uit Turkije in euro’s in plaats van Turkse lira’s.
- De leningen 1 tot en met 3 zijn volgens de leenovereenkomsten afgesloten door privépersonen (dus als leningnemer), maar wel opgenomen in de administratie van [verdachte] .
- De leenovereenkomsten zien op grote bedragen, maar zijn uiterst summier qua inhoud. Zo ontbreken elementen die gebruikelijk zijn bij dergelijke grote leningen, zoals een zekerheidstelling, voorwaarden voor opeisbaarheid, een aflossingsschema, een looptijd en een passage over andere kredieten en inzicht in de financiële positie van de leningnemer.
€ 82.278,85 en op 4 december 2010 € 957,80. [155]
4.Ter zake van feit 3: deelneming aan een criminele organisatie
5.Toerekenen aan [verdachte]
- het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon,
- de gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon,
- de gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf,
- de rechtspersoon vermocht erover te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en zodanig of vergelijkbaar gedrag werd blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht te worden aanvaard. Onder bedoeld aanvaarden is mede begrepen het niet betrachten van de zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging.
6.Afsluiting
geldboetevan
€ 102.000,- (honderdtweeduizend euro).
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp genoemd onder 32 op de aan dit arrest gehechte beslaglijst.