ECLI:NL:HR:2016:1382

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 juli 2016
Publicatiedatum
5 juli 2016
Zaaknummer
15/01317
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van vrijspraak in de Klimop-zaak met terugwijzing naar het Gerechtshof Amsterdam

In de zaak met ECLI:NL:HR:2016:1382 heeft de Hoge Raad op 5 juli 2016 uitspraak gedaan in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft de zogenaamde Klimop-zaak, waarin de verdachte was vrijgesproken van meerdere strafbare feiten, waaronder valsheid in geschrifte en deelname aan een criminele organisatie. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onvoldoende inzicht had gegeven in zijn overwegingen met betrekking tot de toerekening van de strafbare feiten aan de verdachte. De Hoge Raad herhaalde relevante overwegingen uit een eerder arrest (ECLI:NL:HR:2016:733) over het daderschap van rechtspersonen en concludeerde dat de vrijspraak niet kon standhouden. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof en wees de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de lagere rechters bij het toerekenen van strafbare feiten aan rechtspersonen.

Uitspraak

5 juli 2016
Strafkamer
nr. S 15/01317
DAZ/CeH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 27 februari 2015, nummer 23/000621-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte], gevestigd te [vestigingsplaats] .

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raadsman van de verdachte, N. van der Laan, advocaat te Amsterdam, heeft het beroep tegengesproken.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak
2.1.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
"1.
(PROJECT SOLARIS):
Zij op of omstreeks 3 juli 2000 te Bilthoven, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een factuur van [verdachte] gericht aan [G] BV ten bedrage van Fl. 325.000,- (exclusief btw) (D-1427-2)
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken of vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
op/in die factuur vermeld dat door of namens [verdachte] werkzaamheden en/of diensten zijn verricht ten behoeve van/voor [G] BV, terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door of namens [verdachte] zijn verricht ten behoeve van/voor [G] BV
en/of
op/in die factuur (een) factuurbedrag vermeld dat in werkelijkheid geen althans niet volledig, betrekking heeft op de in die factuur vermelde werkzaamheden en/of diensten,
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
2.
(PROJECTEN HOLLANDSE MEESTER & SOLARIS & COOLSINGEL):
Zij in of omstreeks de periode van 1 januari 1998 tot en met 1 april 2008 te Capelle aan den IJssel en/of Hoevelaken en/of Den Haag en/of Bergschenhoek en/of 's-Gravenzande en/of Bilthoven en/of Amsterdam en/of Amstelveen en/of Heemstede en/of Bemmel en/of Buitenkaag, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft deelgenomen aan een organisatie,
te weten een samenwerkingsverband van natuurlijke personen en/of rechtspersonen, bestaande uit haar, verdachte, en/of [medeverdachte 1] en/of [betrokkene 6] en/of [medeverdachte 2] en/of [betrokkene 7] en/of [betrokkene 8] en/of [betrokkene 9] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of
[betrokkene 10] en/of [medeverdachte 6] en/of [betrokkene 11] en/of [H] BV en/of [I] BV en/of [J] BV (van 2 februari 1994 tot 14 augustus 2000 optredend onder de handelsnaam [K] BV) en/of [L] BV (van 14 augustus 2000 tot 5 april 2005 optredend onder de handelsnaam [K] BV) en/of [M] BV en/of [N] BV en/of [medeverdachte 7] (van 14 april 1999 tot 26 februari 2009 optredend onder de handelsnaam [O] BV) en/of [P] BV en/of een of meer andere(n) (rechts)perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, namelijk onder meer:
- oplichting van Bouwfonds (artikel 326 WvSr)
- verduistering in dienstbetrekking bij Bouwfonds (artikel 322 WvSr)
- valsheid in geschrifte (artikel 225 WvSr)
- niet ambtelijke actieve en/of passieve omkoping (artikel 328ter WvSr)
- witwassen (artikel 420bis/420quater WvSr)
- opzetheling (artikel 416 WvSr)
3.
(PROJECT EUROCENTER):
Zij in of omstreeks de periode van 24 februari 2006 tot en met 7 september 2007 te Bilthoven en/of Alphen aan den Rijn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een brief van [verdachte] gericht aan [Q] BV d.d. 28 december 2005 en/of een overeenkomst tussen [verdachte] en [Q] BV d.d. 28 december 2005 (D-1036)
en/of
een brief van [verdachte] gericht aan [Q] BV d.d. 10 augustus 2006 en/of een overeenkomst tussen [verdachte] en [Q] BV (D-1373)
en/of
zeven, althans een of meer, factu(u)r(en) van [Q] BV (telkens) gericht aan [verdachte] ten bedrage van in totaal circa Euro 250.000,- (exclusief btw) (D-0851 en/of D-0848 en/of D-0869 en/of D-0882 en/of D-0883 en/of D-0884 en/of D-l 169-4),
zijnde (telkens) (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken of vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven - op/in die brie(f)(ven) en/of overeenkomst(en) vermeld dat door of namens [Q] BV werkzaamheden en/of diensten zijn/zouden worden verricht ten behoeve van/voor [verdachte] en/of die brie(f)(ven) en/of overeenkomst(en) gedateerd op respectievelijk 28 december 2005 en/of 10 augustus 2006, terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door of namens
[Q] BV zijn/zouden worden verricht ten behoeve van/voor [verdachte] en/of die brie(f)(ven) van 28 december 2005 en/of 10 augustus 2006 geantedateerd was/waren
en/of
op/in die brie(f)(ven) en/of overeenkomst(en) (een) factuurbedrag(en) vermeld die/dat in werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft/hebben op de in die brie(f)(ven) en/of overeenkomsten vermelde(n) werkzaamheden en/of diensten
en/of
op/in die factu(u)r(en) vermeld dat door of namens [Q] BV werkzaamheden en/of diensten zijn verricht ten behoeve van/voor [verdachte] en/of de factu(u)r(en) D-0882 en/of D-0883 en/of D-0884 en/of D-1169-4 gedateerd op respectievelijk 24 februari 2006 en/of 5 juni 2006 en/of 13 september 2006 en/of 6 januari 2007, terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door of namens [Q] BV zijn zouden worden verricht ten behoeve van/voor [verdachte] en/of die factu(u)r(en) van 24 januari 2006 en/of 5 juni 2006 en/of 13 september 2006 en/of 6 januari 2007 geantedateerd was/waren
en/of
op/in die factu(u)r(en( (een) factuurbedrag(en) vermeld die/dat in werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft/hebben op de in die factu(u)r(en) vermelde(n) werkzaamheden en/of diensten
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
4.
(PROJECT EUROCENTER):
Zij in of omstreeks de periode van 3 juni 2004 tot en met 28 februari 2007, te Bilthoven, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van) een of meer voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) tot een totaal bedrag van circa Euro 1.925.000, (exclusief btw), in elk geval enig(e) geldbedrag(en)
de werkelijke aard en/of de herkomst heeft verborgen en/of verhuld door voor te wenden dat (een gedeelte van) dit/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) was/waren verkregen op basis van een (valse of vervalste) overeenkomst tussen [verdachte] en [R] BV (D- 0069/D-1056) en/of drie, althans een of meer, (valse of vervalste) factu(u)r(en) van [verdachte] (telkens) aan [R] BV ten bedrage van in totaal circa Euro 1.850.000,- (exclusief btw) (D- 1053 en/of Dl 052 en/of D-0900) en/of een (valse of vervalste) factuur van [verdachte] aan [N] BV ten bedrage van in totaal circa Euro 75.000,- (exclusief btw) (D-1037/D-0260)
en/of
door voor te wenden dat (een gedeelte van) dit/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) was/waren (door)betaald op basis van twee, althans een of meer, (valse of vervalste) factu(u)r(en) van [I] BV (telkens) aan [verdachte] ten bedrage van in circa totaal Euro 200.000,- (exclusief btw) (D-2801/D-0867/ D-1629 en/of D-2886/D-1769), en/of twee, althans een of meer, (valse of vervalste) factu(u)r(en) van [S] /Ltd en/of [T] en/of [betrokkene 12] (telkens) aan [verdachte] ten bedrage van in totaal circa Euro 280.380,- (exclusief btw) (D-3207-2 en/of D-3209-1) en/of twee, althans een of meer, (valse of vervalste) brie(f)(ven) van [verdachte] (telkens) aan [Q] BV dan wel twee, althans een of meer, (valse of vervalste) overeenkomst(en) tussen [Q] BV en [verdachte] (D- 1036 en/of D-l 373) en/of zeven, althans een of meer, (valse of vervalste) factu(u)r(en) van [Q] BV (telkens) aan [verdachte] ten bedrage van in totaal circa Euro 250.000,- (exclusief btw) D-0851 en/of D-0848 en/of D-0869 en/of D-0882 en/of D-0883 en/of D-0884 en/of D-l 169-4), althans dit/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) voorhanden heeft gehad en/of heeft verworven en/of (een gedeelte van) dit/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) heeft overgedragen,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededaders) wisten, althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat die/dat voorwerp(en)/geldbedrag(en) (geheel of gedeeltelijk) onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
5.
(PROJECT EUROCENTER/PHILIPS):
Zij in of omstreeks de periode van 1 januari 1998 tot en met 13 november 2007 te Eindhoven en/of Hoevelaken en/of Hoofddorp en/of Heemstede en/of Weert en/of Haelen en/of Roermond en/of Tilburg en/of Aerdenhout en/of Bloemendaal en/of Rosmalen en/of Den Bosch en/of Den Haag en/of Bilthoven en/of Haarlem en/of Alphen aan den Rijn en/of Capelle aan den IJssel en/of IJsselstein en/of Waddinxveen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft deelgenomen heeft deelgenomen aan een organisatie,
te weten een organisatieverband van natuurlijke personen en/of rechtspersonen, bestaande uit haar, verdachte, en/of [medeverdachte 1] en/of [betrokkene 6] en/of [betrokkene 13] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 8] en/of [betrokkene 14] en/of [betrokkene 8] en/of [betrokkene 15] en/of [betrokkene 16] en/of [betrokkene 17] en/of [medeverdachte 9] en/of [betrokkene 18] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [betrokkene 10] en/of [betrokkene 20] en/of [E] NV en/of [D] BV en/of [U] BV en/of [I] BV en/of [KK] Holding BV en/of [KK] Beheer BV en/of [Q] BV en/of [R] BV en/of [X] BV (van 29 januari 2001 tot 10 april 2006 optredend onder de handelsnaam [Y] BV) en/of [Z] NV en/of [N] BV en/of [...] BV en/of een of meer andere(n) (rechts)perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, namelijk onder meer:
- oplichting van Stichting Philips Pensioenfonds en/of Philips Real Estate Investment Management BV en/of Schootse Poort Onroerend Goed Beheer BV en/of Bouwfonds (artikel 326 WvSr);
- verduistering in dienstbetrekking bij Stichting Philips Pensioenfonds en/of Philips Real Estate Investment Management BV en/of Schootse Poort Onroerend Goed Beheer BV en/of Bouwfonds (artikel 322 WvSr);
- valsheid in geschrifte (artikel 225 WvSr);
- niet ambtelijke actieve en/of passieve omkoping (artikel 328ter WvSr);
- witwassen (artikel 420bis/420quarter WvSr)."
2.2.
Het Hof heeft de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde en daartoe het volgende overwogen:
"Ambtshalve overweging
De vertegenwoordiger van de verdachte is zelf ook verdachte in de Klimopzaak. Hij heeft op verzoek van de medeverdachte [medeverdachte 1] als 'potje' (voor gelden) gefungeerd. Voor het ontvangen en verrichten van betalingen heeft de vertegenwoordiger van de verdachte gebruik gemaakt van zijn BV's, waaronder de verdachte. De onderhavige ten laste gelegde feiten worden ook de vertegenwoordiger van de verdachte, als pleger dan wel als feitelijk leidinggever, verweten.
In de zaak van de vertegenwoordiger van de verdachte heeft het hof overwogen dat hij als pleger van de strafbare feiten dient te worden aangemerkt, omdat uit de bewijsmiddelen volgt dat de vertegenwoordiger van de verdachte zelf alle strafbare handelingen heeft verricht en hij zijn BV's, waaronder de verdachte, daarbij enkel heeft gebruikt als middel om de strafbare gedragingen te kunnen plegen.
Dit leidt er toe dat de verdachte wordt vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten."

3.Beoordeling van het middel

3.1.
Het middel komt op tegen de door het Hof gegeven vrijspraak van het tenlastegelegde.
3.2.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 26 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:733 onder meer het volgende overwogen:
"3.4.1. (...) een rechtspersoon kan worden aangemerkt als dader van een strafbaar feit indien de desbetreffende gedraging redelijkerwijs aan die rechtspersoon kan worden toegerekend. Die toerekening is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, waartoe mede behoort de aard van de (verboden) gedraging. Een belangrijk oriëntatiepunt bij de toerekening is of de gedraging heeft plaatsgevonden dan wel is verricht in de sfeer van de rechtspersoon. Een dergelijke gedraging kan in beginsel worden toegerekend aan de rechtspersoon.
Van een gedraging in de sfeer van de rechtspersoon kan sprake zijn indien zich een of meer van de navolgende omstandigheden voordoen:
a) het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon,
b) de gedraging past in de normale bedrijfsvoering of taakuitoefening van de rechtspersoon,
c) de gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf of in diens taakuitoefening,
d) de rechtspersoon vermocht erover te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en zodanig of vergelijkbaar gedrag werd blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht te worden aanvaard, waarbij onder bedoeld aanvaarden mede begrepen is het niet betrachten van de zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging." (Vgl. HR 21 oktober 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF7938, NJ 2006/32.)
3.3.
Door te overwegen als hiervoor onder 2.2 weergegeven heeft het Hof onvoldoende inzicht gegeven in zijn gedachtegang.
Indien het heeft geoordeeld dat de verdachte niet als pleger of als medepleger aansprakelijk kan worden gesteld wegens de verboden gedragingen aangezien de vertegenwoordiger van de verdachte "als pleger van de strafbare feiten dient te worden aangemerkt", heeft het Hof miskend dat die enkele omstandigheid, gelet op hetgeen hiervoor onder 3.2 is overwogen niet aan een bewezenverklaring van het tenlastegelegde in de weg staat.
Indien het heeft geoordeeld dat de verboden gedragingen niet aan de verdachte kunnen worden toegerekend vanwege de omstandigheid dat de vertegenwoordiger van de verdachte "zelf alle strafbare handelingen heeft verricht" en hij de verdachte "daarbij enkel heeft gebruikt als middel om de strafbare gedragingen te kunnen plegen", heeft het zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd. Die omstandigheden staan immers niet zonder meer aan toerekening van de desbetreffende gedragingen aan de verdachte in de weg.
3.4.
Het middel slaagt.

4.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink, A.L.J. van Strien en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier L. Nuy, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 juli 2016.