Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
belanghebbendereeds over de Programmabegroting 2014 en de jaarrekening 2014 beschikte, is niet van doorslaggevend belang, omdat artikel 8:42 van de Awb er vooral ook toe dient aan het bestuursorgaan de verplichting op te leggen ervoor te zorgen dat de (belasting)
rechterover een compleet dossier beschikt (Hoge Raad 17 augustus 2018, 17/00879. ECLI:NL:HR:2018:1319). De Heffingsambtenaar kon er dan ook niet door overvallen of, zoals hij schrijft, onaangenaam verrast, zijn dat de Rechtbank dit stuk miste. Bovendien heeft de Heffingsambtenaar de mogelijkheid om de Programmabegroting 2014 over te leggen vóór het onderzoek ter zitting op 17 januari 2017 of na het heropenen van het onderzoek ongebruikt gelaten. Het is niet aan de Rechtbank om een procespartij, in dit geval de Heffingsambtenaar, tot in detail te instrueren stukken over te leggen waarvan het voor de hand ligt dat deze worden overgelegd. Aldus is de Heffingsambtenaar door de onder 4.1 vermelde gang van zaken in eerste aanleg ruimschoots in de gelegenheid geweest zijn verzuim, om het op de zaak betrekking hebbende (gehele) stuk (de Programmabegroting 2014) bij zijn verweerschrift te overleggen, te herstellen en heeft hij dat nagelaten.