ECLI:NL:HR:2009:BI1943
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem inzake bouwleges door de Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 augustus 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft de heffing van leges voor een bouwvergunning die door belanghebbende was aangevraagd voor de bouw van een fabriek met een bouwsom van ƒ 14.000.000. De gemeente had leges geheven ter hoogte van ƒ 196.095, maar het Hof had geoordeeld dat de tariefstelling in de Legesverordening willekeurig en onredelijk was, en had de leges verminderd. Het College ging in cassatie tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de heffingsmaatstaven die gemeenten hanteren voor leges, zoals vastgelegd in de Gemeentewet, gemeenten de vrijheid geven om zelf invulling te geven aan de heffingsmaatstaven en tarieven. De Hoge Raad oordeelde dat de verschillen in kostendekkingspercentages tussen verschillende diensten niet in strijd zijn met de wet of met algemeen rechtsbeginsel. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verklaarde het beroep van het College ongegrond. Dit betekent dat de oorspronkelijke heffing van leges door de gemeente Nijkerk in stand blijft.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de vrijheid die gemeenten hebben bij het vaststellen van heffingsmaatstaven en tarieven voor gemeentelijke belastingen en rechten, en bevestigt dat een motivering voor verschillen in kostendekkingspercentages niet vereist is. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.