Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
vernietigtde in één geschrift verenigde uitspraken van de Rechtbank;
verklaartde door belanghebbende bij de Rechtbank ingestelde beroepen gegrond;
vernietigtde uitspraken op de bezwaren tegen de naheffingsaanslagen;
vernietigtde naheffingsaanslagen;
gelastdat aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van, in totaal, € 788 wordt vergoedt;
veroordeeltde Inspecteur in de kosten van bezwaar aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 492;
veroordeeltde Inspecteur in de kosten van het geding bij de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal € 1.980; en
veroordeeltde Staat (Minister voor rechtsbescherming) tot vergoeding van de aan de hoger beroepsfase toerekenbare immateriële schade, vastgesteld op € 1.000 en tot vergoeding van wettelijke rente over dat bedrag, vanaf de dag nadat vier weken zijn verstreken na de heden in het openbaar gedane uitspraak van het Hof, tot aan de dag van algehele voldoening.