ECLI:NL:HR:1998:AA2367
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Bellaart
- J. van Brunschot
- M. van Vliet
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de vennootschap onder firma v.o.f. X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de loonbelasting en premie volksverzekeringen. De naheffingsaanslag, opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1992 tot en met 31 december 1993, bedroeg f 26.187,--. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad beoordeelt de uitspraak van het Hof aan de hand van het middel van cassatie en ambtshalve. Het Hof had geoordeeld dat belanghebbende geen aangifte had gedaan voor het door haar betaalde loon in het naheffingstijdvak, wat leidde tot de conclusie dat het beroep moest worden afgewezen. De Hoge Raad stelt echter vast dat de Inspecteur in zijn vertoogschrift had vermeld dat er geen aangiftebiljet was uitgereikt, waardoor het oordeel van het Hof niet begrijpelijk is. De Hoge Raad vernietigt daarom de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling.
Daarnaast oordeelt de Hoge Raad over de proceskosten. De Hoge Raad gelast dat de Staatssecretaris van Financiën het griffierecht van f 315,-- aan belanghebbende vergoedt en veroordeelt de Staatssecretaris in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op f 2.130,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is op 21 oktober 1998 vastgesteld door de raadsheer Bellaart als voorzitter, en de raadsheren Van Brunschot en Van Vliet, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.