Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
De Inspecteur concludeert tot gegrondverklaring van het hoger beroep, doch enkel vanwege het feit dat de Rechtbank verzuimd heeft belanghebbende een kostenvergoeding voor het horen in de bezwaarfase toe te kennen. Voor wat betreft de naheffingsaanslag en de in rekening gebrachte belastingrente concludeert de Inspecteur tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
4.Gronden
€ 2.101 tussen de volgens de aangifte verschuldigde en de werkelijk verschuldigde belasting in absolute zin beschouwd aanzienlijk is, eveneens in absolute zin beschouwd aanzienlijk is.
extrawaardevermindering als gevolg van bijzondere vormen van schade.
5.Beslissing
- verklaarthet hoger beroep gegrond;
- vernietigtde uitspraak van de Rechtbank;
- verklaarthet tegen de uitspraak van de Inspecteur ingestelde beroep gegrond;
- vernietigtde uitspraken van de Inspecteur;
- vermindertde naheffingsaanslag tot een bedrag van € 1.317;
- vermindertde in rekening gebrachte belastingrente dienovereenkomstig;
- gelastdat de Inspecteur aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van, in totaal, € 828 vergoedt, en
- veroordeeltde Inspecteur in de kosten van het bezwaar, beroep en hoger beroep aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal (€ 492 + € 992 + € 992 =) € 2.476.