GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Kenmerken: 14/00398 tot en met 14/00420
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 12 maart 2014, nummers AWB 12/7167 tot en met 12/7173, AWB 12/7175 tot en met 12/7184, AWB 12/7186 tot en met 12/7189 en AWB 12/7191 en 12/7192, in het geding tussen
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de Inspecteur,
betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 1990 tot en met 2002 opgelegde belastingaanslagen in de inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen (hierna: de IB/PVV), en de voor de jaren 1991 tot en met 2000 opgelegde navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting (hierna: de VB) en de daarbij gegeven beschikkingen.
1Ontstaan en loop van het geding
1.1.Aan belanghebbende zijn met dagtekening 31 december 2002 navorderingsaanslagen in de IB/PVV en in de VB opgelegd. Die navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging (hierna ook: boete). Tevens is bij beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende navorderingsaanslagen en beschikkingen:
Belasting-
Soort
Jaar
Aanslag-
nummer
[aanslagnummer]
Kenmerk
Hof
IB/PVV
of VB
Boete
Heffings-
rente
IB/PVV
1990
H08
14/00398
f
9.018
9.018
4.232
VB
1991
K18
14/00411
f
3.696
3.696
1.733
1.2.Aan belanghebbende zijn met dagtekening 31 mei 2003 navorderingsaanslagen in de IB/PVV en de VB opgelegd. Die navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging of boete (hierna ook: boete). Tevens is bij beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende navorderingsaanslagen en beschikkingen:
Belasting-
Soort
Jaar
Aanslag-
nummer
[aanslagnummer]
Kenmerk
Hof
IB/PVV
of VB
Boete
Heffings-
rente
IB/PVV
1991
H18
14/00399
f
12.105
12.105
4.727
IB/PVV
1992
H28
14/00400
f
11.666
11.666
3.861
IB/PVV
1993
H38
14/00401
f
10.316
10.316
2.895
IB/PVV
1994
H48
14/00402
f
8.618
8.618
2.035
VB
1992
K28
14/00412
f
3.624
3.624
1.409
VB
1993
K38
14/00413
f
3.728
3.728
1.232
VB
1994
K48
14/00414
f
3.765
3.765
1.054
VB
1995
K58
14/00415
f
3.68
3.68
867
VB
1996
K68
14/00416
f
4.2
4.2
879
VB
1997
K78
14/00417
f
4.144
4.144
778
VB
1998
K88
14/00418
f
4.193
4.193
652
VB
1999
K98
14/00419
f
4.144
4.144
520
VB
2000
K07
14/00420
f
4.626
4.626
414
1.3.Aan belanghebbende zijn met dagtekening 6 juni 2003 navorderingsaanslagen in de IB/PVV opgelegd. Die navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging of boete (hierna ook: boete). Tevens is bij beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende navorderingsaanslagen en beschikkingen:
Belasting-
Soort
Jaar
Aanslag-
nummer
[aanslagnummer]
Kenmerk
Hof
IB/PVV
of VB
Boete
Heffings-
rente
IB/PVV
1996
H67
14/00404
f
18.944
8.595
1.754
IB/PVV
1997
H77
14/00405
f
18.907
8.637
1.633
IB/PVV
1998
H87
14/00406
f
20.1
9.32
1.46
IB/PVV
1999
H97
14/00407
f
20.601
9.687
1.227
IB/PVV
2000
H07
14/00408
f
23.212
11.104
1.004
1.4.Aan belanghebbende is met dagtekening 17 juni 2003 een navorderingsaanslag in de IB/PVV opgelegd. De navorderingsaanslag is opgelegd met een verhoging (hierna ook: boete). Tevens is bij beschikking heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende navorderingsaanslag en beschikking:
Belasting-
Soort
Jaar
Aanslag-
nummer
[aanslagnummer]
Kenmerk
Hof
IB/PVV
of VB
Boete
Heffings-
rente
IB/PVV
1995
H57
14/00403
f
18.907
8.55
1.807
1.5.Aan belanghebbende zijn met dagtekening 3 december 2004 aanslagen in de IB/PVV opgelegd. Tevens is bij beschikkingen een boete opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende aanslagen en beschikkingen:
Belasting-
Soort
Jaar
Aanslag-
nummer
[aanslagnummer]
Kenmerk
Hof
IB/PVV
Boete
Heffings-
rente
IB/PVV
2001
H16
14/00409
f
25.184
9.061
833
IB/PVV
2002
H26
14/00410
€
12.381
4.077
248
1.6.Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur met dagtekening 26 juli 2004, in één geschrift, uitspraak gedaan op de bezwaren tegen de in 1.1 tot en met 1.4 bedoelde belastingaanslagen en beschikkingen.
1.7.Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft het beroep bij uitspraak van 10 december 2010 gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd en de zaak teruggewezen naar de Inspecteur.
1.8.Belanghebbende heeft tegen de in 1.7 bedoelde uitspraak beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep ongegrond verklaard.
1.9.Met dagtekening 30 november 2012 heeft de Inspecteur in één geschrift inzake alle belastingaanslagen en beschikkingen uitspraken op bezwaar gedaan.
1.10.Belanghebbende is van de in 1.9 bedoelde uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 42. De Rechtbank heeft het beroep, al dan niet gedeeltelijk, gegrond verklaard.
1.11.Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van het beroep met kenmerk 14/00398 heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 122. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.12.Belanghebbende heeft schriftelijk gerepliceerd en de Inspecteur heeft schriftelijk gedupliceerd.
1.13.De zitting heeft plaatsgehad op 11 maart 2015 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, vergezeld van zijn gemachtigde, de heer [A] , advocaat te [plaats] , alsmede, namens de Inspecteur, de heren [B] , [C] en [D] .
1.14.Belanghebbende heeft te dezer zitting een verzoek gedaan om wraking, als bedoeld in artikel 8:16 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), van mrs. Van der Vegt en Van Nispen tot Sevenaer, die belast zijn met de behandeling van het hoger beroep. In verband hiermede is het onderzoek ter zitting geschorst. Bij beslissing van de wrakingskamer van 11 maart 2015 is het verzoek om wraking afgewezen
.
1.15.Het onderzoek ter zitting is daarna op 11 maart 2015 op de nadere zitting hervat in de stand waarin het zich bevond voordat belanghebbende het wrakingsverzoek deed. Aan het slot van deze zitting heeft het Hof het onderzoek geschorst en bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat.
1.16.Het Hof heeft partijen verzocht schriftelijk inlichtingen te geven en/of onder hen berustende stukken in te zenden, aan welk verzoek zij hebben voldaan.
1.17.De nadere zitting heeft plaatsgehad op 18 juni 2015 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord de heer [A] , als gemachtigde van belanghebbende, alsmede, namens de Inspecteur, de heren [E] , [D] en [F] .
1.18.Belanghebbende heeft te dezer zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij.
1.19.Aan het slot van de laatste zitting heeft het Hof het onderzoek gesloten.
1.20.Van de zittingen zijn processen-verbaal opgemaakt, die in afschrift aan partijen zijn verzonden.