Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
,ontvangen bij de rechtbank op 18 december 2012, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 42.
2.Feiten
(...)
53-[rekeningnummer]-84-0000 00 0040 TER LDO [X - Y] 126.923,15
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
(i) het verkrijgen van de inlichtingen die nodig zijn voor het bepalen van de verschuldigde belasting, en tevens
(ii) het met redelijke voortvarendheid voorbereiden en vaststellen van een navorderingsaanslag aan de hand van de gegevens die de inspecteur ter beschikking staan.
Niet van belang is of de aanwijzingen zijn verkregen voor of na afloop van de reguliere navorderingstermijn van 5 jaar en of sprake is van een bankgeheim in het land waar de tegoeden zich bevinden.
5.Proceskosten
6.Voorafgaand aan de beslissing
7.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vernietigt de navorderingsaanslagen IB/PVV 1990 tot en met IB/PVV 1992, IB/PVV 1998 tot en met IB/PVV 2000, VB 1991 tot en met VB 1993, VB 1998 tot en met VB 2000 en de in dat kader opgelegde boetebeschikkingen en heffingsrentebeschikkingen;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 42 aan deze vergoedt;
- veroordeelt de inspecteur tot het vergoeden van € 10.500 wegens immateriële schade.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: