Uitspraak
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof ’s-Hertogenboschvan 21 augustus 2015, nrs. 14/00398 tot en met 14/00420, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. AWB 12/7167 tot en met AWB 12/7173, AWB 12/7175 tot en met AWB 12/7184, AWB 12/7186 tot en met AWB 12/7189, AWB 12/7191 en AWB 12/7192) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 1993 tot en met 1997 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de voor de jaren 2001 en 2002 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de over de jaren 1994 tot en met 1997 opgelegde navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting, de daarbij gegeven beschikkingen inzake een verhoging dan wel boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.