Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 9 februari 2021
Stichting Pensioenfonds Campina,
Koninklijke FrieslandCampina N.V.,
FrieslandCampina Nederland B.V.,
FrieslandCampina Kievit B.V.,
FrieslandCampina Riedel B.V.,
Zuivelcoöperatie DeltaMilk B.A.,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Nieuwe afspraken en aanvullende financiering
"4.3Conclusie herstelplan
De beleidsdekkingsgraad tijdens de herstelperiode neemt toe van 106,1% primo 2015 tot 130,9% ultimo 2026. De vereiste dekkingsgraad bedraagt 118,3% gedurende de herstelperiode. Naar verwachting is het pensioenfonds ultimo 2021 uit reservetekort, wanneer de beleidsdekkingsgraad naar verwachting 118,7% bedraagt."
"Overwegende dat:
van nog te maken kosten voor de nakoming van rechten en aanspraken die zijn opgebouwd tijdens de werkingsduur van de Uitvoeringsovereenkomst en de daaraan voorafgaande overeenkomsten, zoals bedoeld in artikel 10 van de overeenkomst (...) "
64 miljoen is toegezegd. SPC bevond zich op dat moment in onderdekking en heeft geen vergoeding van FrieslandCampina c.s. gekregen bij opzegging. (...)
I. een verklaring voor recht dat FrieslandCampina c.s., althans een of meer van hen, onrechtmatig heeft gehandeld door in strijd met hetgeen de eisen van redelijkheid en billijkheid meebrengen, de pensioenregeling met SPC met ingang van 1 januari 2009 te sluiten voor nieuwe deelnemers alsmede door de UVO met SPC op te zeggen per 1 januari 2015 zonder daarbij een redelijke vergoeding aan te bieden;
dan wel in verband met de omstandigheid etc."in deze overweging kan naar het oordeel van het hof het standpunt van FrieslandCampina c.s., dat eerst sprake moet zijn van een leemte voordat aan schadevergoeding kan worden toegekomen, niet worden gevolgd.