Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- de akte uitlaten producties van Dexia.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, dat op 22 november 2022 is uitgesproken. De zaak betreft twee effectenleaseovereenkomsten die zijn afgesloten via de tussenpersoon Spaar Select. De centrale vraag is of de afnemer door deze tussenpersoon is geadviseerd zonder dat deze over de vereiste vergunning beschikte, en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. De kantonrechter heeft de vorderingen van Dexia afgewezen, waarna Dexia in hoger beroep ging.
Het hof heeft vastgesteld dat de afnemer de effectenleaseovereenkomst is aangegaan na advies van Spaar Select, die daarbij de reikwijdte van haar vergunningvrijstelling heeft overschreden. Dexia heeft betoogd dat Spaar Select geen vergunningplichtig advies heeft gegeven, maar het hof heeft geoordeeld dat Dexia bij het aangaan van de overeenkomst in strijd heeft gehandeld met de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999. Het hof heeft geconcludeerd dat de vergoedingsplicht van Dexia volledig in stand blijft, zowel voor de restschuld als voor de reeds betaalde rente, aflossing en kosten. Dexia is veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de afnemer in hoger beroep.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van financiële instellingen bij het aangaan van effectenleaseovereenkomsten en de noodzaak voor zorgvuldige advisering door tussenpersonen. Het hof heeft de eerdere uitspraken van de Hoge Raad in vergelijkbare zaken als referentie gebruikt, wat de consistentie in de rechtspraak onderstreept.