In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 november 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [belanghebbende] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 22 maart 2023. De zaak betreft de teruggaaf van belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) en de daarbij vastgestelde belastingrente. De Inspecteur van de Belastingdienst had belastingrente vastgesteld in verband met een teruggaaf van BPM voor een Maserati Ghibli, waartegen belanghebbende bezwaar had gemaakt. De rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep. Tijdens de zitting op 4 maart 2024 zijn de argumenten van beide partijen besproken, waarbij belanghebbende werd vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven. Het hof oordeelde dat de nationale rechters, waaronder het hof zelf, het Unierecht moeten toepassen, maar niet mogen uitleggen. Het hof concludeerde dat het heffen van griffierecht niet in strijd is met het Unierecht en dat de Inspecteur geen onterecht belastingrente had vastgesteld. Het hof verklaarde het hoger beroep van belanghebbende ongegrond en het incidenteel hoger beroep van de Inspecteur niet-ontvankelijk. De kosten voor het incidenteel hoger beroep werden vastgesteld op € 50, en de Inspecteur werd veroordeeld tot vergoeding van wettelijke rente over de proceskosten.