In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 december 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [naam1] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 15 augustus 2019. De zaak betreft de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) die door belanghebbende is voldaan bij de registratie van een Volkswagen Golf. De Inspecteur had het bezwaar van belanghebbende gedeeltelijk gegrond verklaard en een teruggaaf van € 63 verleend. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de verschuldigde BPM verminderd tot € 1.171, met een vergoeding van immateriële schade en proceskosten. Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld, waarbij het Hof de procedure via beeldbellen heeft voortgezet. Het Hof heeft vastgesteld dat de Inspecteur zijn hoorplicht niet heeft geschonden en dat de klachten van belanghebbende over de griffierechten en de heffing van BPM ongegrond zijn. Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd, de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van belanghebbende vastgesteld op € 1.496. De zaak heeft ook betrekking op de vraag of de heffing van BPM in strijd is met het Unierecht, wat het Hof heeft verworpen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 21 december 2021.