4.12Het hof acht de volgende feiten van belang, die door Sanitech zijn gesteld en door Montarlot niet zijn betwist:
a. op 3 april 2014 is het door Sanitech betaalde bedrag van € 235.270,07 ontvangen op de bankrekening van Montarlot ;
b. op 4 april 2014 is dit bedrag doorgestort naar een privé-bankrekening van één van de bestuurders ( [bestuurder 2] );
c. van die bankrekening van [bestuurder 2] is op 4 april 2014 € 50.000,- en op
op 7 april 2014 € 74.614,20 betaald ter inlossing van een rekening-courant vordering die de bestuurders hadden op Montarlot;
d. op 7 april 2014 is van diezelfde bankrekening van [bestuurder 2] een betaling gedaan namens Montarlot ten behoeve van haar dochtervennootschap Ascalon B.V. van € 25.385,80
ter voldoening van een factuur van Synspec B.V.;
e. in de periode 6 mei 2014 tot en met 26 januari 2015 is een bedrag van in totaal
€ 55.000,- betaald van genoemde bankrekening van [bestuurder 2] aan Ascalon B.V.
f. op 27 januari 2015 (de datum van het arrest van het hof) was van het door Sanitech aan Montarlot betaalde bedrag nog € 27.270,07 over;
g. op 30 januari 2015 is van de bankrekening van [bestuurder 2] € 3.000,- betaald aan Ascalon B.V.;
h. op 11 februari 2015 (een dag na de betekening van het arrest) is aan Sanitech
€ 19.719,44 betaald en aan Spec Holding € 4.550,93.