4.2In hoger beroep heeft de Stichting haar eis gewijzigd en vordert thans, naast vernietiging van het bestreden vonnis, het volgende.
Primair:
1. voor recht te verklaren dat Rabobank in strijd heeft gehandeld met de op haar rustende zorgplicht jegens de Stichting in de gevallen: [A.], [B.], [C.], [D.], [E.] en [F.];
2. voor recht te verklaren dat Rabobank (meer specifiek) heeft gehandeld in strijd met de op haar rustende onderzoeksplicht naar de inkomens- en vermogenspositie van de hiervoor genoemde particulieren teneinde te onderzoeken of deze personen de financiële lasten uit de gesloten overeenkomst konden dragen in het licht van de aldus bepaalde inkomens- en vermogenspositie;
3. voor recht te verklaren dat Rabobank (meer specifiek) heeft gehandeld in strijd met de op haar rustende waarschuwingsplicht;
4. voor recht te verklaren dat in alle hiervoor genoemde gevallen (zie petitum onder 1) sprake is van overkreditering;
5. voor recht te verklaren dat Rabobank met hetgeen hiervoor onder 1 en/of 2 en/of 3 en/of 4 is gevorderd onrechtmatig heeft gehandeld, althans tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, althans in strijd heeft gehandeld met de redelijkheid en billijkheid, op grond waarvan Rabobank aansprakelijk is voor de schade die dientengevolge is ontstaan, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
Subsidiair (artikel 3:305a BW):
6. voor recht te verklaren dat Rabobank in strijd heeft gehandeld met de op haar rustende zorgplicht, in het kader van de verstrekking van financieringen aan particulieren die een dergelijke financiering aan wensten te gaan in het kader van deelname aan het "[X.]-plan", zoals blijkt uit de hypotheekoffertes door Rabobank verstrekt aan particulieren, waarmee Rabobank onrechtmatig, heeft gehandeld, althans tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, althans in strijd heeft gehandeld met de redelijkheid en billijkheid;
Zowel primair als subsidiair:
7. in alle gevallen om Rabobank te veroordelen in de kosten van dit geding en het geding in eerste aanleg, al het gevorderde voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, en
8. om Rabobank te veroordelen in de nakosten te begroten op € 131 zonder betekening van het in dezen te wijzen arrest, dan wel € 199 indien het arrest wordt betekend, te vermeerderen met de wettelijke rente verschuldigd vanaf twee weken nadat het vonnis is gewezen, dan wel aan Rabobank is betekend.