ECLI:NL:HR:2009:BI8502
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over stuiting van verjaring en voorlopige deskundigenonderzoeken in aansprakelijkheidszaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 september 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil over aansprakelijkheid na een verkeersongeval. De eiser, [Eiser], had de rechtsvoorgangster van Fortis ASR Schadeverzekering N.V. gedagvaard voor de rechtbank 's-Hertogenbosch, waarbij hij vorderingen had ingesteld op basis van onrechtmatige daad. De rechtbank had de vorderingen van [Eiser] afgewezen, waarna hij in hoger beroep ging. Het gerechtshof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij het hof oordeelde dat de indiening van een verzoekschrift tot voorlopig deskundigenonderzoek niet kan worden aangemerkt als een daad van rechtsvervolging in de zin van artikel 3:316 BW. Dit oordeel was van belang voor de vraag of de verjaring van de vordering was gestuit.
De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het hof en oordeelde dat de indiening van een verzoekschrift tot voorlopig deskundigenonderzoek niet kan worden beschouwd als het instellen van een eis. Dit betekent dat de verjaring niet was gestuit door deze indiening. De Hoge Raad benadrukte dat de regeling van de stuiting van de verjaring in het Burgerlijk Wetboek naast de stuitingsregeling van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) van toepassing is. De Hoge Raad verwierp het beroep van [Eiser] en veroordeelde hem in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Fortis zijn begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de praktijk van aansprakelijkheidsrecht, vooral met betrekking tot de vraag wanneer een vordering als ingesteld kan worden beschouwd en hoe verjaring kan worden gestuit. De uitspraak verduidelijkt de voorwaarden waaronder voorlopige deskundigenonderzoeken kunnen worden ingediend en de juridische gevolgen daarvan voor de verjaring van vorderingen.