Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.Tenlastelegging
- primair: medeplegen van de moord op [slachtoffer 1] op 20 februari 2014;
- subsidiair: uitlokking van de moord op [slachtoffer 1] in de periode van 14 tot en met 20 februari 2014;
- meer subsidiair: medeplichtigheid aan de moord op [slachtoffer 1] in de periode van 14 tot en met 20 februari 2014;
- meest subsidiair: voorbereiding van de moord op [slachtoffer 1] in de periode van 14 februari 2014 tot en met 20 februari 2014;
Feit 3 (Dollar)
- primair: medeplegen van de moord op [slachtoffer 3] op 13 juli 2014;
- subsidiair: uitlokking van de moord op [slachtoffer 3] in de periode van 1 juni 2014 tot en met 13 juli 2014;
- primair: medeplegen van de moord op [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] op 3 september 2014;
- subsidiair: uitlokking van de moord op [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] in de periode van 20 augustus 2014 tot en met 3 september 2014;
bijlage Iaan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3.Vonnis waarvan beroep
4.Vormverzuim in het voorbereidend onderzoek (Ennetcomverweer)
- het onderzoek 26DeVink: het onderzoek tegen het bedrijf Ennetcom en diens directeur en enig aandeelhouder [naam 1] ;
- de onderzoeken 26Koper, 13Rendlia en 13Rooibos: drie zogenoemde liquidatieonderzoeken, althans onderzoeken naar (voorbereidingen van en/of pogingen tot) ernstige geweldsdelicten, waarbij gebruik is gemaakt van BlackBerry-telefoons van het bedrijf Ennetcom.
de vier hiervoor genoemde strafrechtelijke onderzoeken).
in accordance with the law). Door de verdediging is niet betwist dat voor het gebruik in de onderhavige onderzoeken – overeenkomstig de door de Canadese rechter gestelde voorwaarden – steeds een machtiging is afgegeven door een rechter-commissaris. Voorts blijkt uit de machtigingen dat de rechters-commissarissen – in de lijn met de beslissing van de Canadese rechter – zich bewust zijn geweest van de (te beschermen) belangen van derden, en dat zij die belangen in hun afwegingen hebben betrokken. Er zijn enkel machtigingen verstrekt indien sprake was van een redelijk vermoeden van schuld, waarbij de rechter-commissaris heeft overwogen dat het ging om een verdenking van strafbare feiten die een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren en de machtigingen zijn telkens beperkt tot een of meer specifieke e-mailadressen van mogelijke verdachten.
5.Standpunten van partijen ten aanzien van feiten 1 tot en met 5
6.Identificatie PGP-adressen en bijnamen
bijlage IIbij dit arrest. De overwegingen uit
bijlage IIzijn op hun beurt weer gebaseerd op de bewijsmiddelen die in
bijlage IIIbij dit arrest zijn opgenomen.
[bijnaam b medeverdachte 6]
7.Himalaya (feit 1)
bijlage IV, gaat het hof uit van de volgende feiten en omstandigheden.
“Bro stuur me die k.teken”, waarop de verdachte reageert:
“ [kenteken 10] zwart fiesta”. Zoals vermeld, is dit het kenteken van de auto van [slachtoffer 1] , waarin hij op 20 februari 2014 zat toen hij werd doodgeschoten. De verdachte heeft ook bekend het kenteken van [slachtoffer 1] aan [medeverdachte 6] te hebben gestuurd.
“Sorry bro was K.O. hahahah”en
“(…) hele nacht gewacht voor niks!!”.
“Ja man morgen moet bro maar zie je zo nog en neem die [bijnaam medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] ook mee”. De verdachte heeft verklaard dat hij met ‘die [bijnaam medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] ’ in dit bericht [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] bedoelt.
“Broer het is geklaart”;
“Ik ben onderweg na jullie”;
“Broer je ik ga je een straat geven dan moet je ons daar oppikken goed??”;
“Ja. Broer”;
“ [adres 1] nummer [huisnummer x] ”;
“Bro je moet een beetje haast maken. Begint heet te worden hier”;
“Ja bro is druk op de weg zijn er bijna man”;
(…) die [bijnaam medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] word helemaal leip”.
Broer het is geklaart”naar de [adres 1] in Amsterdam Noord is gereden. Dit vindt bevestiging in de logbestanden van het voertuig waarin hij volgens zijn verklaring reed (de Volkswagen Golf met het kenteken [kenteken 4] ). Uit die logbestanden volgt verder dat het voertuig om 08.08 uur wordt gestart. De verdachte heeft verder verklaard dat hij in Amsterdam Noord [medeverdachte 6] en [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] heeft gezien en dat [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] zei dat ze (‘wij’) [slachtoffer 1] hadden doodgeschoten.
“Zeg me als je osso bent”;
“We zijn osso”;
“Oke bro zie je straks”;
“Bro wats de planning”;
“Zie julluie straks lekker rustig aan doen”.
“(…) wil je vandaag nog afspreken of zie ik je morgen??”, waarop de verdachte reageert:
“(…) hoor het zo van die andere hoe en wat en dan laat ik je weten ja bro”.
“(…) als het goed is zien we zo die andere en dan jullie”. Even later stuurt [medeverdachte 6] aan de verdachte:
“Bro, ik ben met [(deel van) bijnaam b medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] . Die man wilt ze doekoe, hij is skeeeeer. Laten we ff afspreken a.u.b.”.
“Bro het wordt morgen er is en grote controle in noord en ijburg man kreeg het net door dus van die andere”. Kort daarvoor wordt de verdachte door de gebruiker ‘ [bijnaam a medeverdachte 2] ’ via het account y86z geattendeerd op deze controle met de mededeling
“dus ff rustig op de bank is beste optie en morgen breng ik het”. Voornoemde bijnaam en account heeft het hof in paragraaf 6 aan medeverdachte [medeverdachte 2] gekoppeld.
“het uit elkaar halen van die radio’s”. De verdachte heeft verklaard dat wanneer in berichten van 21 en 22 februari 2014 wordt gesproken over
“radio’s”en
“hamers”, daarmee de wapens worden bedoeld die bij de liquidatie van [slachtoffer 1] zijn gebruikt. [medeverdachte 6] zegt in de berichten dat die dingen al zijn weggehaald, en met betrekking tot de opmerking van de verdachte
“die moeten nog uit elkaar he”, dat het al is geregeld.
“hele nacht gewacht voor niks”) en [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] (
“die [bijnaam medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] ”/
“die [bijnaam medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] ”), de schutter, is gesproken;
“(…) hij doet ook vreemd tegen hun allemaal (…) en hij zit ook achter die ding in die a6 (…)”. Het hof brengt in herinnering dat het ‘groene licht’ voor [slachtoffer 1] is gegeven vanwege zijn vermoedelijke betrokkenheid bij de aanslag op [medeverdachte 11] in diens Audi A6. In deze berichtenwisseling spreekt de verdachte verder over
“als je hoort wie me wilt kieren ga je schrikken”,
“wordt korte mette met hem gedaan heel gauw ook nog”,
“kwam hem tegen vandaag waren we met ze alle je merkt gwn aan hoe iemand groet snap je dat het niet klopt”en
“maar ik weet nog meer ik ken elke routine van a tot z (…) hij zegt het niet ik ga wat doen maar je hoort dingen je ziet dingen je ziet hoe die groet weet je genoeg”. Het in contact (blijven) staan met een beoogd slachtoffer staat dus kennelijk niet in de weg aan een plan om dat slachtoffer te liquideren. De verklaring van de verdachte dat de groep [medeverdachte 11] weer contact had met [slachtoffer 1] en de verdachte daarom ‘het groene licht’ niet serieus nam, is dan ook niet steekhoudend.
“Ik ben onderweg na jullie”. Kort nadat [medeverdachte 6] vervolgens het specifieke adres aan de verdachte heeft doorgegeven is de verdachte afgereisd naar Amsterdam Noord om daar [medeverdachte 6] en [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] te ontmoeten. Bovendien is het de verdachte die door [medeverdachte 6] wordt benaderd voor het verstrekken van het kenteken en is het wederom de verdachte die kort na de liquidatieop de hoogte wordt gebracht dat de klus is geklaard. Dat de verdachte laatstgenoemd bericht niet zou hebben gekoppeld aan de liquidatie van [slachtoffer 1] is, gelet op het voorgaande, volstrekt onaannemelijk.
“Zeg me als je osso bent”,
“Oke bro zie je straks”en
“Zie julluie straks lekker rustig aan doen”– getuigt niet van enige verbazing bij de verdachte over het feit dat [slachtoffer 1] het slachtoffer is van ‘de geklaarde klus’. Integendeel. De verdachte houdt zich immers diezelfde dag en de dagen daarna bezig met de betaling van de schutter en de bestuurder van de vluchtauto, waarbij hij tevreden lijkt over het resultaat, gelet op zijn bericht aan [medeverdachte 6] (de bestuurder) een dag na de liquidatie:
“Haha ik hou van jullie”.
“Bro zodra die man pap heeft gehaald geeft hij je tien ok laat niemand weten goed”;
“Ja bro ik laat niks niemand weten”;
“Bro elke keer als wij werken zorg ik dat je dat krijgt ok ik haal het er gewoon vanaf”;
“(…) Is goed bro dank je wel”;
“Hoeft niet bro jij werkt ook hard bro”.
8.Tienshan (feit 2)
bijlage Vbij dit arrest, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de periode van 24 juli 2014 tot en met 21 augustus 2014, tezamen en in vereniging met anderen (onder wie de medeverdachte [medeverdachte 7] en [medeverdachte 9] ), voorbereidingshandelingen voor de moord (liquidatie) op [slachtoffer 2] heeft gepleegd. Evenals de rechtbank ziet het hof aanleiding de verdachte vrij te spreken van het in het kader van de voorbereiding van de moord op [slachtoffer 2] voorhanden hebben van een Fiat 500 en bromfiets. Nu de verdachte het bewezen verklaarde feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak van dat feit is bepleit, volstaat het hof met de opsomming van de bewijsmiddelen, als bedoeld in artikel 359, derde lid, Sv.
9.Dollar (feit 3)
bijlage VI, gaat het hof uit van de volgende feiten en omstandigheden.
‘Bro iedereen ready?’. Om 02.09 uur op 13 juli 2014 bericht de verdachte aan [medeverdachte 9]
‘Bro niet mailen naar ‘order’ (het hof begrijpt: de PGP-telefoon die [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] bij zich had) gooi die eruit hij heeft hem ergens laten vallen ze zijn veilig’. [medeverdachte 9] is bezorgd omdat er vingerafdrukken op zitten. De verdachte hoopt dat die
‘meefikt’of
‘dat die helemaal niet daar in de buurt’. [medeverdachte 9] vraagt de verdachte om te vragen hoe het is gegaan en zegt dat hij
‘hem’sprak toen ze daar aan het wachten waren. De verdachte antwoordt dat hij
‘hem’(het hof begrijpt: [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] ) sprak toen het was gebeurd en dat deze zei ‘
is gebeurd’, dat hij toen niks meer hoorde totdat zijn
‘andere neefje’stuurde dat ze veilig waren. Om 03.06 uur bericht de verdachte aan [medeverdachte 9] dat
‘waggie is gefikt’,
‘dsie hond is weg’en
‘tillie hjebben ze gevonde’. [medeverdachte 9] hoeft zich volgens de verdachte dus niet meer druk te maken. [medeverdachte 9] reageert met:
‘Ok bro top (…) ben happy bro welterusten en zeg ze bedankt bro’.
‘ [bijnaam a medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] ’een grote fout heeft gemaakt,
‘man is niet die man is niet die kenteken is niet die auto’en
‘dit is een punto 2deur geen zwarte 4 deur’en even later:
‘is zelfde straat is fiat punto alleen niet en zwarte punto (…) wij moesten zwarte punto [deel kenteken 8] heb ik hem duidlijk gezegd’. Zoals hiervoor is vermeld, reed [beoogd slachtoffer Dollar] in een zwarte Fiat Punto, vijfdeurs, met kenteken [kenteken 8] . Deze auto parkeerde hij bijna altijd in de [straatnaam 3] .
‘Ik weet niet wie dit is (…) ik hoop dat het dan nog en broer van ze is ofzo’.
‘Tering meen je niet tering nu is die andere zemel wakker ook’. Ook vraagt [medeverdachte 2] :
‘Had hij niet genoeg info? Dit gaat faya worden bro’. De verdachte antwoordt:
‘dit is al faya al die tijd voor niks alle (m)oeite en alles’waarna [medeverdachte 2] zegt:
‘Nu weer vanaf 0 dus’. In een bericht van de daarop volgende dag, 14 juli 2014, om 03:03 uur bericht de verdachte aan [medeverdachte 2]
‘ik zeg al 1 maand de kenteken en kleur en welke auto en ik omschrijf die gast en dan doe je dit come on man hoop dat ik dit snel vergeet’.
‘bro moet zelf gaan dan gebeuren deze dingen nooit’en om 16.00 uur, dat hij echt op
‘deze’gerekend had. [medeverdachte 9] antwoordt dat de verdachte het gelijk weer uit zijn hoofd moet halen en:
‘focus op die gasten bro kunnen we hem nog doen denk je?’. De verdachte reageert
‘Ik weet echt nniet bro is de zelfde straat enzo he dus ik ga kijken als ze hem straks daar zien geparkeerd of anders de [deel van achternaam 1] (hof: een van de broers [achternaam 1] ) kijken’. [medeverdachte 9] geeft aan dat het
‘kut’is wat er is gebeurd, maar dat ze verder moeten. De verdachte hoopt
‘dat ie daar nog parkeert vandaag en dan ze hem kunnen pakken meteen’. [medeverdachte 9] vraagt:
‘heb je waggie klaar staan?’. De verdachte antwoordt:
‘Nee bro dat is zo geregeld bro zoeken en klaar ik heb schijt alleen is faya verheugde me echt er op en die andere ook’.
‘Bro waar is [bijnaam a medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] met spoed? Die kk [deel van achternaam 1] is in ah osdorpplein’. [medeverdachte 9] heeft vervolgens kennelijk contact met [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] over een
‘plak’(naar het hof begrijpt een peilbaken). [medeverdachte 2] , die door de verdachte van de ontwikkelingen op de hoogte wordt gehouden, bericht op 16 juli 2014 om 23.56 uur aan de verdachte:
‘Maar geven niet op. Focus en komen sterker terug’.
‘hij (het hof begrijpt de chauffeur van de vluchtauto) zegt ik wil alvast iets ik heb gereden is die man ze fout’. [medeverdachte 9] antwoordt:
‘regel is diegene die we moeten hebben en 100% anders word er niks betaald’en in een later bericht:
‘ze waren samen ze horen dat samen te doen het kan niet zo zijn als het fout gaat dat er nu 1 de schuld krijgt’. De verdachte oppert om dan
‘ [bijnaam a medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] ze shit af trekken’. De verdachte geeft aan:
‘Hij zegt nu alleen 10 is genoeg hij zegt maakt niks uit de rest dan heb ik tenminsten wat gekregen’. [medeverdachte 9] zegt vervolgens:
‘anders moeten we [bijnaam a medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] laten werken bro en dan wat aan hem geven’.De verdachte reageert:
‘Ja daar dacht is (het hof begrijpt: ik) aan gaat die maar lekker alleen rijden om het goed te maken’.De volgende ochtend, om 02.36 uur, stuurt de verdachte aan [medeverdachte 2] :
‘die kk hond (het hof begrijpt: [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] ) gaat morgen maar alleen daar naar toe en het afmaken wat die moest doen als we hem kunnen vinden en dan trekken we het gwn van hem eraf bro moet wel bro hij (het hof begrijpt: de chauffeur van de vluchtauto) heeft een kant gelijk hij zegt ik moest rijden heb die jongen gebracht en veilig thuis gebracht hij zei als ik moest doen en het was mis dan begrijp ik het hij zegt heb me werk gedaan en deze jongen kan ik niet kwijt raken bro weet je wrm hij kent [deel van achternaam 1] hij kan hem lokken voor ons’en in een later bericht:
‘ik begrijp [bijnaam medeverdachte 9] ook hoe ga je wat regelen als er iets anders is gebeurd’.[bijnaam medeverdachte 9] is een bijnaam van [medeverdachte 9] .
‘hij heb hem ergens laten vallen'), dat de liquidatie had plaatsgevonden (
‘ik sprak hem toen het was gebeurd zei die is gebeurd’en
‘dsie hond is weg’), dat de vluchtauto in brand was gestoken (
‘waggie is gefikt’) en dat de gevallen telefoon weer gevonden was (
‘tillie hjebben ze gevonde’). Als de verdachte te horen krijgt dat de telefoon is gevallen instrueert hij [medeverdachte 9] niet naar deze telefoon te mailen en deze te wissen. Nadat bleek dat niet [beoogd slachtoffer Dollar] , maar de onschuldige [slachtoffer 3] was doodgeschoten, heeft de verdachte zich niet gedistantieerd van de uitvoerders, maar, integendeel, zich ingespannen om betaling te verkrijgen voor de chauffeur, en [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] in eerste instantie gelijk weer ingeschakeld voor de verdere jacht op de doelwitten, waarbij [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] ook
‘moet afmaken wat die moest doen’.
10.Theezeef (feit 4)
bijlage VII, gaat het hof uit van de volgende feiten en omstandigheden.
“Bro [bijnaam a medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] heeft grote fout gemaakt serieus heel groot bro”.Om 21.33 uur bericht de verdachte aan [medeverdachte 9] dat het gedrag van [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] hen in de problemen brengt. Een kwartier later stuurt [medeverdachte 9] aan de verdachte
“Ja bro deze man is een probleem aan het worden bro ik ga ff nadenken wat te doen bro”. Later op de avond overleggen de verdachte en [medeverdachte 9] met elkaar over wat ze moeten doen. [medeverdachte 9] laat de verdachte weten dat dit tussen hen moet blijven. De verdachte schrijft dat hij
“fucking parra”op [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] is, stelt voor hem die dag en/of de dag erna nog een klus te laten doen en dan
“opkankeren”.
“Bro heb je iemand verteld van fout want [bijnaam b medeverdachte 10] zegt net we hadden die fout niet mogen maken”.De verdachte reageert
“Fuck hem man bro (…) laat ons hier bijna dood gaan en alles”.
“Bro die hond is de lul bro geloof me ik heb die dikke nu gemeld dat het een mannetje van [achternaam 1] is dus ik hoop dat ie pap gaat trekken”. De verdachte heeft verklaard dat met ‘pap’ geld wordt bedoeld. De verdachte zet die avond zijn ‘neefje’ in om te kijken waar [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4]
(“ [(deel van) bijnaam b medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4]”) is. In de daaropvolgende nacht, de vroege ochtend van 21 augustus 2014, laat [medeverdachte 8] aan de verdachte weten boos te zijn op [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] (“
[bijnaam c medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] ”). De verdachte stuurt hem in reactie daarop
“Ik ga zorgen dat hij weg gaat bro maak je niet druk om [bijnaam c medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] ze laatste week iss geteld”. Die avond om 23.23 uur stuurt de verdachte aan [medeverdachte 9]
“Bro het is [bijnaam c medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] die met ze praat gwn vegen direct”. De verdachte heeft verklaard dat hij hiermee bedoelde dat [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] meteen dood moet. Ook maakt de verdachte aan [medeverdachte 8] duidelijk dat hij afstand moet houden van [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] omdat hij is overgelopen naar de andere kant en hem, de verdachte, loopt te verraden.
“Zeg hem ook dat er 2 9mm met demp voor hem geregeld is (…)”en
“Gassen bro gelijk daarom ga hem lekker maken zodat ie komt”. Enkele minuten later schrijft de verdachte aan [medeverdachte 9] dat hij heeft gezegd dat er 2 9mm voor hem zijn geregeld. Ook bericht de verdachte aan [medeverdachte 9] dat het hem niets zou verbazen als [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4]
“ [bijnaam 2] gedaan heeft”, want hij heeft ineens weer geld. Het hof merkt op dat met “ [bijnaam 2] ” wordt bedoeld [naam 4] (bijnaam: [bijnaam 2] ), die op 18 augustus 2014 in Amsterdam is doodgeschoten en volgens de politie toentertijd ook tot de groep rondom [medeverdachte 11] behoorde. [medeverdachte 9] vraagt dan aan de verdachte:
“(…) hou hem warm zijn je mannen klaar (…)?”, waarop de verdachte reageert
“Eentje is klaar die mattie van me zou vandaag horen als die andere ook gaat dan gaan ze meteen”. [medeverdachte 9] schrijft vervolgens:
“Bro is heel makkelijk we sturen dat ie die dingen kan ophalen dan gaat ie meteen want hij is gierig ervoor toch en dan geven bro ze moer maar we’ll 100% moet je ze zeggen he hij moet loesoe”. De verdachte heeft verklaard dat met “geven” wordt bedoeld dat hij dood moet. De verdachte vraagt aan [medeverdachte 9] of er wel apparaten (wapens) zijn, waarop [medeverdachte 9] antwoordt dat [bijnaam a medeverdachte 6] (de medeverdachte [medeverdachte 6] ) die heeft. In de avond van 23 augustus 2014 worden dan de volgende berichten tussen [medeverdachte 9] en de verdachte gewisseld:
: “Bro zodra je niffo klaar is kunnen we (…) als je niffo kan dan klaar staan voor morgen dan mailen dat [bijnaam a medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] die spullen kan ophalen ergens waar je niffo zegt en dan geven bro wat denk jij?”
“Precies zo zegt me niffo hij gaat me straks zeggen welke plek ergens nieuw sloten hoop alleen niet (…) dat die met iemand komt ofzo (…)”
“(…) je niffo moet gewoon op afstand staan en kijken of hij met iemand komt zo ja dan moet ie gewoon afstand blijven en dan maak ik nieuwe afspraak”
“Oke bro had je hem al gesproken [verschrijving van bijnaam a medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] vandaag ofzo?”
“ [bijnaam a medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] bedoel je? Ja ik sprak hem (…) ik zei hem van die dingen toen vroeg hij of er iemand nieuws gedaan moest worden (…)”
“Oke bro als die maar komt morgen zo niet gwn voor ze deur”.
“Geef me kenteken van ze nieuwe auto en huis straat en huis nummer aub bro”en
“(…) laat niks merken aan die [bijnaam c medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] he voordat jullie wat verpesten”. De verdachte heeft verklaard dat hij met ‘ [bijnaam c medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] ’ [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] bedoelde.
“Bro zie je nou met zijn grote mond open doen de hele dag scotoe wist dat hij het was maar nu zien die gasten ook dat hij loog dat het gasten van de bijlmer waren”
“Ja dat we’ll maar nu zien [bijnaam b medeverdachte 10] en [bijnaam c medeverdachte 1] het ook bro gaan ze we’ll pap trekken”.
“Bro ik had al doorgegeven dat die man een keer voor me had gewerkt maar nu bij hun was en 1 van ons wou doen en dat hij als het goed is [bijnaam 2] heeft gedaan (…)”.
“Aaai gelukkig bro drm hou ik van je tio”.
“Krijgen weekend pap bro [bijnaam b medeverdachte 10] stuurde net dat op internet staat dat hij [bijnaam slachtoffer 1] had gedaan (…)”.
“Bro we kunnen sowieso 25 delen door 3 dus dan heb je wat pap toch plus onze pap van maandelijkse moeten we ook krijgen”.
“is ze eigen schuld bro serieus hoefte niet maar ja hij koos er voor”. [medeverdachte 9] antwoordt:
“Klopt bro dat zeg ik ook die man heeft ons verraden bro en dat is een les voor anderen bro”.
“(…) morgen ff kijken hoe jullie buit krijgen ok heb het al”.
“ik weet niet welke ik moet afpakken want die 3 hebben ons gezegd over [bijnaam a medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] en heb ze nog niks gegeven wou ze geven als ik van [bijnaam c medeverdachte 1] had gekregen anders gaan ze denken uhu geven hem info maar pakt me tel af snap je me”. De verdachte heeft verklaard dat “die 3” uit dit bericht de drie personen zijn die informatie over [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] hebben gegeven.
“Rare gesprek he bro die man vertrouwt mij niet ofzo geef hem alles en toch wrm dit wrm dat echt vaag”.Volgens de verdediging slaat ‘die man’ terug op ‘neefje’ in een bericht van 16.34 uur (
“(…) ik heb net me neefje gestuurd kijken hoe en wat de plan is”). Deze uitleg van de verdachte zou worden ondersteund door de omstandigheid dat er na 24 augustus 2014 rond 01.36 uur geen berichten meer zijn die wijzen op betrokkenheid van de verdachte bij het plannen en uitvoeren van de liquidatie op [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] . Er zitten bovendien geen berichten in het dossier uit de periode na 24 augustus 2014. Er is pas weer een bericht van de verdachte op 4 september 2014, waarin hij een nieuwsbericht over de liquidatie doorstuurt. De verdediging heeft ter ondersteuning van de stelling dat de verdachte zijn handen eraf had getrokken PGP-berichten uit de periode tot 4 september 2014 aan het hof doen toekomen, waaruit blijkt dat er wel degelijk contact was tussen hem en onder andere [medeverdachte 8] en [medeverdachte 7] , maar dit niet over de liquidatie van [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] ging.
“Ja maak foto bro”,
“Politie is overal bro”,
“Ja als ik in de buurt ben gwn mt dese tell make tog”,
“Ja tuurlijk met deze en sturen met deze dan ziet niemand die foto gek”.
“regel is diegene die we moeten hebben en 100% anders word er niks betaald”.Naar het oordeel van het hof zijn die twee geldstromen zichtbaar rondom de liquidatie van [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] . Het bericht van [medeverdachte 9] aan de verdachte van 20 augustus 2014 om 17.26 uur is moeilijk anders te begrijpen dan dat ‘pap trekken’ in verband wordt gebracht met [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] . Datzelfde geldt voor de kort op elkaar volgende berichten (16.44 uur tot en met 16.48 uur) van de verdachte en [medeverdachte 9] nadat de liquidatie van [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] door AT5 naar buiten is gebracht. Op 5 september 2014 beschikt [medeverdachte 9] vervolgens kennelijk over geld en geeft aan dat ze sowieso 25 kunnen delen door 3
“dan heb je wat pap toch plus onze pap van maandelijkse moeten we ook krijgen”.Ook dat laat zich moeilijk anders begrijpen dan dat er naast de maandelijkse betalingen nog een andere bron van geld is.
11.Deelname aan een criminele organisatie (feit 5)
‘We gaan er vol tegen aan nu. Geen weg terug’.
‘we moeten gewoon echt gaan zuiveren om ons heen en de boel strakker aantrekken’. [medeverdachte 10] geeft op 29 december 2013 aan [medeverdachte 11] aan:
‘hun hebben al de start knop gedrukt bij onze brada (…) bijna hadden ze weer 1 van ons dus gewoon beginnen als packman pakken wat je kan en dan vallen ze wel weer uit elkaar’en
‘We gaan ze laten schudden als een vulkaan’.
‘To Do’lijst en een aangetroffen notitie.
‘To Do’lijst aangetroffen. De lijst is op 23 maart 2015 aangemaakt en op 7 mei 2015 aangepast. Op de lijst staan onder meer adressen van de moeder en zussen van [slachtoffer 2] (‘ [bijnaam slachtoffer 2] ’), [slachtoffer 5] (‘ [bijnaam slachtoffer 5] ’), [beoogd slachtoffer Dollar] en de broers [achternaam 1] , althans adressen die met deze personen in verband kunnen worden gebracht.
deelneming aaneen organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr ligt tevens een opzetvereiste van de verdachte besloten. Redelijke wetsuitleg brengt volgens de Hoge Raad mee dat voor “deelneming” voldoende is dat de verdachte in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
‘Awo bro hoe is het dan (…) ik heb nu iemand weer in me groepje die veel info heeft bro en weet waar veel chillen (…) en hij kent zee ook allemaal van gezicht en weet waar [bijnaam slachtoffer 5] chilt en kent [achternaam 1] ook goed en wilt mee werken met me (…)’.
‘Ja man moeten gas door geven eenigste [bijnaam slachtoffer 5] en [deel van achternaam 1] bro [bijnaam slachtoffer 2] marokko [voornaam 1] ook hun blijven daar denk ik is ze te heet geworden onder de voeten want hun. Waren bijna [bijnaam 5] (…)’.
‘Klopt heb nu 3 pgps 1 ennet bro 1 pgp is voor die jongen die die autos haalt 1 tje voor die weet waar die [bijnaam slachtoffer 2] is 1 tje die weet waar [bijnaam slachtoffer 5] weer is en die ennet is bij die buurjongen van die broers [voornaam 2] dat als die ze ziet zegt die het meteen’.
‘Je hebt gelijk bro snap je ben zo gefocust op die honden wil ze echt weg hebben en die gene kan er voor zogen daarom dacht ik zo bro’.
‘(…) ik zei hij is er bro en hij komt lopen bro nog beter dan scooter of loopt na auto of loopt weg’
‘Ik sta voor deur op die brug ik zie iedereen die naar buite kom bro’
‘Oke bro is goed hij is niet te missen hij is dik met trainingspak bro (…)’.
‘(…) geen tijd voor die onzin man of gaan of niet elke keer iets man wordt er niet goed van nu is die waggie ook weer weg (…) elke keer iets geen speel tijd’.
12.Bewezenverklaring
bijlagen III tot en met VIIIbij dit arrest zijn vervat.
13.Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
telkensop:
14.Strafbaarheid van de verdachte
15.Oplegging van straf
broer het is geklaart” gestuurd.
verheugde me echt er op”. Uit de verdere berichten blijkt evenmin van enig berouw bij de verdachte over het feit dat een onschuldig persoon het leven heeft moeten laten. Nog diezelfde dag wordt de jacht op [beoogd slachtoffer Dollar] onverminderd voortgezet.
trackergeplaatst om het slachtoffer te kunnen volgen. Verder werd gebruik gemaakt van een gestolen auto en werd door de verdachte en de mededaders gebruik gemaakt van PGP-toestellen om heimelijk met elkaar te communiceren. Daarbij is de manier waarop in de PGP-berichtenwisseling van met name de verdachte met [medeverdachte 7] over een mensenleven wordt gesproken ronduit schokkend. Zo schrijft de verdachte:
“deze hond moet weg”en “
zit helemaal te stressen die kk hond slaapt gwn elke dag ergens anders”en
“eerst moet die hond eraan” en “Bro niet te laat gaan aub gas geven op die neger”.
hof: het Besluit Adviescollege levenslanggestraften)blijkt dat de re-integratiefase tekortkomingen kent en in de huidige opzet haar doel niet kan dienen, betekent niet zonder meer dat de huidige procedure van tenuitvoerlegging en herbeoordeling van de levenslange gevangenisstraf in strijd is met art. 3 EVRM.
16.Vorderingen van de benadeelde partijen
Himalayahebben de partner, het minderjarige kind, de moeder en twee zussen van het slachtoffer [slachtoffer 1] , door tussenkomst van mr. A.J.J.G. Schijns als hun gemachtigde, schadevergoeding gevorderd van de verdachte.
Tienshanheeft het slachtoffer [slachtoffer 2] , door tussenkomst van mr. F.A. ten Berge als zijn gemachtigde, schadevergoeding gevorderd van de verdachte.
Dollarhebben de partner en het minderjarige kind van het slachtoffer [slachtoffer 3] , door tussenkomst van mr. R.A. Korver als hun gemachtigde, en de moeder van het slachtoffer, door tussenkomst van mr. N.J. Hoogenboom als haar gemachtigde, schadevergoeding gevorderd van de verdachte.
.
[benadeelde partij 1](partner van het slachtoffer [slachtoffer 1] ) heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit stelt te hebben geleden.
€ 3.634,61
€ 5.644,66,
[benadeelde partij 2](zoon van het slachtoffer [slachtoffer 1] ) in eerste aanleg een vordering tot schadevergoeding van oorspronkelijk € 40.098,00 ingediend tegen de verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
€ 30.000,00,
[benadeelde partij 3](moeder van het slachtoffer [slachtoffer 1] ) heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding wegens materiële schade van € 12.324,82 die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De gestelde schade betreft de kosten van de uitvaart.
[benadeelde partij 4](zus van het slachtoffer [slachtoffer 1] ) heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding wegens materiële schade van € 499,45 die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
[benadeelde partij 5](zus van het slachtoffer [slachtoffer 1] ) heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding wegens materiële schade van € 449,75 die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
[slachtoffer 2]heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding wegens materiële en immateriële schade van € 9.932,96 die hij als gevolg van het onder 2 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag.
[benadeelde partij 6](partner van het slachtoffer [slachtoffer 3] ) heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding wegens materiële en immateriële schade van € 278.346,10 die zij als gevolg van het onder 3 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. Daarnaast heeft zij vergoeding van proceskosten gevorderd.
Materiële shockschade (schadeposten c tot en met f)
[benadeelde partij 7](zoon van het slachtoffer [slachtoffer 3] ) in eerste aanleg een vordering tot schadevergoeding van
[benadeelde partij 8](moeder van het slachtoffer [slachtoffer 3] ) heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding van € 37.745,07 wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van het onder 3 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. Daarnaast heeft zij vergoeding van proceskosten gevorderd.
Materiële shockschade (schadeposten c, d en e)
17.Toepasselijke wettelijke voorschriften
18.BESLISSING
levenslange gevangenisstraf.
€ 326.421,66 (driehonderdzesentwintigduizend vierhonderdeenentwintig euro en zesenzestig cent) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
een bedrag te betalen van
€ 5.098,00 (vijfduizend achtennegentig euro) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is.
een bedrag te betalen van € 40.098,00 (veertigduizend achtennegentig euro) bestaande uit € 5.098,00 (vijfduizend achtennegentig euro) materiële schade en € 35.000,00 (vijfendertigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
een bedrag te betalen van € 12.324,82 (twaalfduizend driehonderdvierentwintig euro en tweeëntachtig cent)als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
een bedrag te betalen van € 499,45 (vierhonderdnegenennegentig euro en vijfenveertig cent)als vergoeding voor materiële schade.
een bedrag te betalen van € 449,75 (vierhonderdnegenenveertig euro en vijfenzeventig cent)als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
niet-ontvankelijkin de vordering tot schadevergoeding.
€ 190.523,10 (honderdnegentigduizend vijfhonderddrieëntwintig euro en tien cent) bestaande uit € 145.523,10 (honderdvijfenveertigduizend vijfhonderddrieëntwintig euro en tien cent) materiële schade en
€ 41.753,00 (eenenveertigduizend zevenhonderddrieënvijftig euro) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is.
€ 36.245,07 (zesendertigduizend tweehonderdvijfenveertig euro en zeven cent) bestaande uit € 3.745,07 (drieduizend zevenhonderdvijfenveertig euro en zeven cent) materiële schade en € 32.500,00 (tweeëndertigduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.