Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Overwegingen van de rechtbank
Het betoog van belanghebbende dat zij vóór het opleggen van de naheffingsaanslag uitgenodigd had moeten worden voor een hoorgesprek vindt geen steun in het recht. Het recht om te worden ‘gehoord’ voordat een nadelig besluit wordt genomen, houdt in dat de betrokkene de gelegenheid wordt geboden zijn standpunt over een voorgenomen bezwarend besluit naar behoren kenbaar te maken. Die gelegenheid is belanghebbende geboden. Het recht van de Unie eist niet dat de betrokkene wordt uitgenodigd voor een hoorgesprek (vgl. Hoge Raad 21 maart 2019, nr. 18/01157, ECLI:NL:HR:2019:393)”.
Op 9 april 2021 doet de rechtbank uitspraak. Tussen het moment van ontvangst van het bezwaarschrift en de uitspraak van de rechtbank zit derhalve minder dan twee jaar.
De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn zodat eiser geen recht heeft op een immateriële schadevergoeding.
5.Beoordeling van het geschil
6.Kosten
€ 837
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.