ECLI:NL:CRVB:2025:376
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- F. Hoogendijk
- W.F. Claessens
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Toekenning tegemoetkoming TONK-regeling en beoordeling van inkomen en draagkracht
In deze zaak gaat het om de hoogte van de aan appellant toegekende tegemoetkoming op grond van de Regeling tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK-regeling). Appellant is het niet eens met de hoogte van de tegemoetkoming, zoals die door het college is vastgesteld. Hij meent dat het college zijn inkomen, en daarmee zijn draagkracht, verkeerd heeft berekend door daarbij de door hem gemaakte zakelijke kosten buiten beschouwing te laten. De Raad oordeelt, net als de rechtbank, dat het college van een juist inkomen is uitgegaan. Het hoger beroep slaagt dan ook niet.
Appellant heeft hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. Beide partijen hebben nadere stukken ingediend. Met een brief van 7 maart 2024 heeft de Raad aan partijen meegedeeld dat het hoger beroep zal worden behandeld ter zitting op 9 april 2024 door een meervoudige kamer, bestaande uit F. Hoogendijk, W.F. Claessens en J.T.H. Zimmerman. Appellant heeft verzocht om wraking van Hoogendijk, Claessens en Zimmerman. Dit verzoek is met een beslissing van 30 mei 2024 niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 12 november 2024. Appellant is daar verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A. de Graaf. Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft appellant opnieuw verzocht om wraking van Hoogendijk, voorzitter van de meervoudige kamer. Dit verzoek is met een beslissing van 16 januari 2025 afgewezen.
De Raad beoordeelt of de rechtbank terecht het bestreden besluit over de toekenning van de TONK in stand heeft gelaten aan de hand van wat appellant in hoger beroep heeft aangevoerd. De Raad komt tot het oordeel dat het hoger beroep niet slaagt. De wettelijke regels en beleidsregels die voor de beoordeling van het hoger beroep belangrijk zijn, zijn te vinden in de bijlage bij deze uitspraak. De TONK-regeling is geïntroduceerd om huishoudens die door de coronacrisis een onvoorziene terugval in hun inkomen hebben, te ondersteunen. De Raad bevestigt dat het college de kosten van de onderneming van appellant niet in mindering heeft gebracht op de Tozo-uitkering omdat artikel 32 van de Participatiewet daartoe niet de ruimte biedt. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en het hoger beroep wordt afgewezen.