ECLI:NL:CRVB:2024:1030
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek om wraking in hoger beroep tegen de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 mei 2022, waarin hij betrokken was in een geschil met het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem. Tijdens de procedure heeft verzoeker op 4 april 2024 verzocht om wraking van de behandelend rechters, F. Hoogendijk, W.F. Claessens en J.T.H. Zimmerman, naar aanleiding van hun betrokkenheid bij eerdere uitspraken die volgens hem fundamentele fouten bevatten. Verzoeker stelde dat deze eerdere uitspraken zijn vrees voor een gebrek aan onpartijdigheid van de rechters bevestigden.
De wrakingsprocedure vond plaats op 16 mei 2024, waarbij verzoeker aanwezig was, maar de behandelend rechters geen gebruik maakten van hun recht om te worden gehoord. De Centrale Raad van Beroep heeft in haar overwegingen vastgesteld dat verzoeker niet tijdig zijn wrakingsverzoek heeft ingediend, aangezien hij al eerder op de hoogte was van de betrokkenheid van de rechters bij eerdere uitspraken. Dit leidde tot de conclusie dat niet voldaan was aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wrakings- en verschoningsregeling bestuursrechtelijke rechtscolleges 2022. Daarom werd het verzoek om wraking niet-ontvankelijk verklaard.
De beslissing werd openbaar uitgesproken op 30 mei 2024, waarbij de Centrale Raad van Beroep geen aanleiding zag voor een veroordeling in de proceskosten.