Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Anamnese:
Alle klachten zijn na het ongeval van [datum] 1990 ontstaan naar ik begrijp”.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de weigering van het Uwv om terug te komen van een besluit van 28 juni 2005, waarin hem een WAO-uitkering werd geweigerd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 19 februari 2025 uitspraak gedaan. De Raad oordeelt dat het Uwv terecht heeft geweigerd om terug te komen op het eerdere besluit, omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn die dit zouden rechtvaardigen. Appellant heeft in de loop der jaren verschillende verzoeken ingediend om zijn arbeidsongeschiktheid opnieuw te beoordelen, maar telkens werd geconcludeerd dat er geen aaneengeschakelde periode van 52 weken arbeidsongeschiktheid was na het ongeval in 1990. De Raad heeft vastgesteld dat de informatie van de neuroloog, die door appellant is ingebracht, niet nieuw is en geen aanleiding geeft om het eerdere besluit te herzien. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten en griffierecht, omdat het hoger beroep niet slaagt.