ECLI:NL:CRVB:2015:3784
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.E. Bakker
- J.P.M. Zeijen
- G. van Zeben-De Vries
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het besluit van het Uwv inzake WAO-uitkering en nieuwe feiten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 oktober 2015 uitspraak gedaan in het beroep van appellant tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 2 april 2015. Het geschil betreft de afwijzing van een aanvraag voor een WAO-uitkering, waarbij appellant stelt dat er nieuwe feiten zijn die een herbeoordeling van zijn situatie rechtvaardigen. De Raad heeft eerder, op 6 februari 2015, de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland bevestigd, waarin werd geoordeeld dat de door appellant ingebrachte aantekeningen van zijn neuroloog, Van de Werd, als nieuw feit kunnen worden aangemerkt. Echter, in het bestreden besluit concludeert het Uwv dat deze informatie geen nieuwe feiten bevat die tot een ander oordeel zouden leiden. De Raad heeft deze conclusie onderschreven en het beroep van appellant ongegrond verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat appellant in het verleden geen langdurige arbeidsongeschiktheid heeft gehad en dat de ingebrachte informatie van Van de Werd niet leidt tot een ander standpunt. De uitspraak benadrukt het belang van nieuwe feiten in het bestuursrecht en de voorwaarden waaronder een herbeoordeling kan plaatsvinden.