ECLI:NL:CRVB:2025:1124
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Verzoek om aanvullende schadevergoeding na schikking met betrekking tot recht op bijstand en overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S.V.A.Y. Dassen-Vranken, hoger beroep ingesteld tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen met betrekking tot haar recht op bijstand. De Raad voor de Rechtspraak heeft op 22 juli 2025 uitspraak gedaan over het verzoek van verzoekster om aanvullende schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank Limburg had eerder al een schadevergoeding van € 2.000,- toegekend aan verzoekster wegens deze overschrijding. De Raad oordeelt dat verzoekster, gezien de reeds toegekende schadevergoeding, geen recht heeft op een aanvullende schadevergoeding. De redelijke termijn is in de procedures over het recht op bijstand met een jaar en ruim een maand overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 1.500,-. In de procedure over de boete is de redelijke termijn met een jaar en bijna een maand overschreden, maar omdat de boete in de schikking is betrokken, is een matiging niet meer aan de orde. De Raad wijst het verzoek om aanvullende schadevergoeding af en oordeelt dat er geen aanleiding is om de Staat te veroordelen in de proceskosten van verzoekster.