ECLI:NL:CRVB:2024:829
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Verrekening van uitkeringen en bijstandsbetalingen in sociale zekerheidsrecht
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 6 maart 2024, ECLI:NL:CRVB:2024:829, wordt een complexe zaak behandeld die meerdere geschilpunten omvat tussen betrokkene en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), alsook het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen. De zaak betreft de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid van betrokkene per 6 oktober 2020, de verrekening van een WGA-uitkering met bijstandsbetalingen, en de hoogte van de proceskostenvergoeding. Betrokkene heeft zich in hoger beroep gewend tot de Raad, onder andere tegen de vaststelling van zijn arbeidsongeschiktheid en de wijze van verrekening van uitkeringen. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv niet gehouden was om eerdere arbeidsongeschiktheidsbeoordelingen in te brengen en dat de gekozen benadering van de rechtbank niet onterecht was. De Raad heeft ook geoordeeld dat de verrekening van de kostenvergoeding met een openstaande vordering van het Uwv op betrokkene rechtmatig was. Betrokkene heeft tevens verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, wat door de Raad is toegewezen. De Raad heeft de uitspraak van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd en de rechtsgevolgen van eerdere besluiten in stand gelaten, waarbij ook proceskostenvergoedingen zijn toegekend aan betrokkene.