ECLI:NL:CRVB:2023:2166
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking in hoger beroep tegen de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen de behandelend rechter, C.F.E. van Olden-Smit, tijdens de zitting van 7 september 2023. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de Raad van 27 januari 2022, waarin verzoeker niet in het gelijk was gesteld. De wrakingskamer, bestaande uit B.J. van de Griend, L.M. Tobé en K.M.P. Jacobs, heeft op 6 oktober 2023 de zaak behandeld. Verzoeker stelde dat Van de Griend, als voorzitter van de wrakingskamer, niet onpartijdig kon zijn omdat zij eerder betrokken was bij een zaak van verzoeker, waarin hij meende dat belangrijke bewijsstukken genegeerd waren. De Raad heeft echter geoordeeld dat de enkele betrokkenheid van Van de Griend bij een eerdere zaak geen grond vormt voor twijfel aan haar onpartijdigheid. De Raad benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De bezwaren van verzoeker werden als onvoldoende onderbouwd beschouwd, en het verzoek om wraking werd afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 31 oktober 2023.